Zoekresultaten 10421-10430 van de 42331 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:39 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190199

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder had niet mogen optreden als advocaat van klagers wegens een conflicterend belang met zijn andere cliënt. De opdracht van klagers aan verweerder hield in dat de andere cliënt met tussenkomst van verweerder tot bestuurder van de holding van klaagster zou worden benoemd. Verweerder heeft niet de juiste informatie en adviezen gegeven aan klagers, zijn cliënten, door hen niet te informeren over het strafrechtelijk verleden van de andere cliënt die juist zag op misbruik van een vergelijkbare bestuurderspositie bij dienst voormalig werkgever. Verweerder mocht in deze zaak dan ook niet als advocaat optreden nu het geven van deze informatie een schending van zijn geheimhoudingsplicht jegens de andere cliënt had meegebracht. Voorts had verweerder nimmer mede uit naam van klager een overeenkomst tot overdracht van aandelen mogen presenteren zonder dat de opdracht daartoe en de inhoud van die overeenkomst met klager waren geverifieerd en besproken. Het gebrek aan professionele distantie blijkt mede uit het feit dat verweerder zich vlak daarvoor als  bestuurder van de kopende partij (BV van de andere cliënt) had laten benoemen. Het handelen van verweerder getuigt van een te volgzame houding richting de andere cliënt en een ernstige verwaarlozing van de belangen van klagers als zijn cliënten. Door zijn handelen heeft verweerder de kernwaarden partijdigheid, vertrouwelijkheid en onafhankelijkheid geschonden. Het hof verzwaart de maatregel die de raad heeft opgelegd tot een schorsing van 6 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk. Bekrachtiging beslissing raad, klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:40 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190200

    Klacht curator over advocaat gefailleerde holding. Verweerder heeft een andere cliënt in de positie gebracht van bestuurder van de gefailleerde holding, zonder vooraf (de grootaandeelhouder van) de holding te waarschuwen voor de risico’s gezien het strafrechtelijk verleden van de andere cliënt dat betrekking had op handelen in een eerdere rol van die cliënt bij een vorige werkgever. Verweerder heeft geen aantoonbare opdracht van de holding, maar wel werkzaamheden bij die holding in rekening gebracht terwijl de werkzaamheden vooral ten behoeve van derden zijn verricht. Verweerder heeft door zijn handelen de kernwaarden financiële integriteit en partijdigheid geschonden.  Het hof verzwaart de maatregel die de raad heeft opgelegd tot een schorsing van 3 weken, waarvan 2 weken voorwaardelijk. Bekrachtiging beslissing raad, klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:41 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190178

    Klacht over eigen advocaat over kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder heeft beroep ingesteld tegen de hoogte van de door de raad opgelegde maatregel van berisping. Het beroep slaagt omdat de raad ten onrechte het handelen van de voorgaande advocaten van klager heeft meegewogen, terwijl dat handelen niet aan verweerder persoonlijk te verwijten valt. Gelet ook op het tuchtrechtelijk verleden matigt het hof de maatregel tot een waarschuwing. De grieven van verweerder, dat de raad niet heeft meegewogen dat verweerder een toevoegingspraktijk voert en een zieke kantoorgenoot had waardoor hij minder tijd voor de zaak van klager had, slagen niet. De kwaliteit van de dienstverlening van een advocaat mag niet afhankelijk zijn van de beloning van de advocaat, een veelheid aan zaken of een zieke kantoorgenoot. Geen proceskostenveroordeling in hoger beroep, omdat het beroep zich beperkte tot de hoogte van de door de raad opgelegde maatregel en het beroep in zoverre is geslaagd.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2020:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2019/29

    Klacht tegen internist-hematoloog. Klager spreekt verweerder zowel aan in zijn hoedanigheid van arts en als van supervisor. Klager verwijt verweerder vooral dat hij in 2009 wegens een antibiotica-allergie niet tegen Mexicaanse griep gevaccineerd (H1N1-vaccin) had mogen worden. Kort nadien is klager in het ziekenhuis opgenomen waar hij volgens hem ten onrechte met TTP/HUS is gediagnosticeerd in plaats van ernstige bijwerkingen van het H1N1-vaccin in combinatie met een antibiotica-allergie. Voorts luidt het verwijt – kort samengevat – dat verweerder ondeskundig en onzorgvuldig heeft gehandeld. Het college deelt deze verwijten niet en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-371 19-372

    De klacht heeft betrekking op het handelen van verweerders als advocaat van de wederpartij van klagers. Verweerders hebben via een intimiderende brief ernstige beschuldigingen geuit aan het adres van een derde, zijnde de Belastingdienst, met wie klagers in contact wilden treden, en vergelijkbare beschuldigingen aan het adres van klagers geuit en ook overigens nogal wat eisen aan klagers gesteld. Zo zou het klagers niet zijn toegestaan om besprekingen bij te wonen bij de derde (Belastingdienst), waarbij de cliënten van verweerders onderwerp van gesprek zouden zijn en zouden klagers onrechtmatig en mogelijk zelfs strafbaar handelen. Het niet voldoen aan de eisen van verweerders zou ernstige consequenties hebben en klagers werden ook aansprakelijk gesteld voor alle schade als gevolg van het niet voldoen aan de sommaties van verweerders. Daarbij hebben verweerders, naar het oordeel van de raad, niet althans onvoldoende aangetoond waaruit de kennelijke rechten en aanspraken van hun cliënten voortvloeien, die deze eisen en sommaties zouden rechtvaardigen. De brief is niet onnodig grievend, maar de handelwijze van verweerders is niet zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Ten aanzien van het verwijt dat verweerders de derdengeldrekening van hun kantoor hebben ingezet op een wijze die in strijd is met artikel 6.5.1 Voda, oordeelt de raad klagers niet-ontvankelijk. Dit is een zaak van algemeen belang en klagers zijn niet in een eigen belang getroffen. Klacht deels niet-ontvankelijk, deels gegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-379

    Klacht tegen eigen advocaat die voor klaagster een toevoeging heeft aangevraagd die uiteindelijk wordt afgewezen. Klaagster verwijt verweerder onzorgvuldigheid op dit punt. Op een advocaat rust de verplichting periodiek en deugdelijk gespecificeerd onder opgave van tarief en tijdsbesteding te declareren. De raad constateert dat verweerder niet kan aantonen dat hij in de periode 1 juni 2017 tot 8 november 2017, zijnde ruim vijf maanden, aan klaagster inzicht in zijn kosten heeft gegeven. Dit komt voor risico van verweerder. De raad beoordeelt dit tuchtrechtelijk verwijtbaar temeer daar het om een aanzienlijke hoeveelheid uren ging. Dit klachtonderdeel wordt gegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:57 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-752

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft de grenzen van de haar, als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid, niet overschreden. Als partijdig advocaat mocht zij in een verweerschrift in de procedure over de omgangsregeling, en in latere correspondentie, aanvoeren dat klager/ de vader werd verdacht en is veroordeeld voor een zedenmisdrijf en dat hij daarvoor in detentie heeft gezeten, ondanks dat cassatie nog liep. Van spreken van onwaarheid geen sprake. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:58 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-775

    Voorzittersbeslissing. Klacht is niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet. Geen sprake van verschoonbare termijnoverschrijding in de zin van lid 2.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/378

    Verweerder is door de rechter-commissaris benoemd tot deskundige inzake een strafrechtelijk onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag van een huisarts (klager). Klager verwijt verweerder dat zijn rapportage niet voldoet aan de vereisten voor een deskundigenrapportage.   Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:52 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-702 18-703

    Klachten van cliënt tegen eigen advocaten. De raad houdt het er om meerdere redenen voor dat klaagster de opdrachtgeefster van verweerster was en verweerster krachtens deze opdracht gehouden was om de vergoeding voor de proceskosten aan klaagster te voldoen. Aan deze verplichting is niet voldaan. Verweerster heeft met haar handelwijze de belangen van klaagster onvoldoende behartigd en in zoverre is de klacht gegrond. Waarschuwing. De klacht tegen de andere advocaat is ongegrond.