Zoekresultaten 13341-13350 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:31 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180326

    Het hof herstelt de beslissing in de zaak 180326 in die zin dat een termijn van vier weken wordt opgenomen tussen het onherroepelijk worden van de beslissing – waarin een schorsing is opgelegd – en de ingangsdatum van de schorsing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:38 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180315

    Een concept versie van een confraternele brief is nog geen confraternele brief, maar wel vertrouwelijk van karakter. Voorafgaand overleg over overlegging is ook vereist als het een concept van een confraternele brief betreft. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat de  tuchtrechtelijke verwijtbaarheid blijft bestaan als geen voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden, ook al moet (achteraf) worden geoordeeld dat het belang van de cliënt het bepaaldelijk vorderde dat de brief werd overgelegd. Gegrond, waarschuwing. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:32 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180326

    Klacht eigen advocaat. Verweerder is op meerdere punten in zijn dienstverlening aan klaagster ernstig tekort geschoten. De dienstverlening voldeed niet aan de professionele standaard omdat verweerder onvoldoende kennis van het internationaal procesrecht had en onvoldoende heeft gecommuniceerd over de mogelijkheden en consequenties van keuzes rondom de echtscheiding. Voorts heeft verweerder onvoldoende gereageerd op de verzoeken van klaagster en is hij procedureel tekortgeschoten. Matiging maatregel wegens lijn in eerder opgelegde maatregelen in vergelijkbare gevallen. Schorsing 8 weken, waarvan 6 weken voorwaardelijk. Bekrachtiging beslissing Raad. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:33 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180257

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou klager nooit hebben gewezen op de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand, terwijl klager daarvoor wel in aanmerking kwam. Het hof overweegt dat het enkele feit dat klager kennelijk beschikte over de nodige contanten, althans die indruk naar buiten toe wekte, nog niet rechtvaardigt dat verweerder zijn eigen conclusies kon trekken ten aanzien van het bij de belastingdienst bekende inkomen van zijn cliënt – immers de basis voor de beoordeling van een toevoegingsaanvraag - , zodat hij de mogelijkheid van het aanvragen van een toevoeging niet met klager zou hoeven te bespreken. Ook indien verweerder, om welke reden dan ook, klager niet op toevoegingsbasis zou willen bijstaan, had hij met zijn cliënt de mogelijkheid van gefinancierde rechtshulp dienen te overleggen, opdat klager een geïnformeerde beslissing had kunnen nemen over de vraag door wie, en op welke basis, hij zou worden vertegenwoordigd. Nu is komen vast te staan dat verweerder klager niet op de mogelijkheid om voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking te komen heeft gewezen, heeft verweerder die mogelijkheid aan klager ontnomen. Bekrachtiging van de beslissing van de raad, bekrachtiging waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:60 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/638950 / DW RK 17/1149

      Klacht ongegrond. Klager verwijt het de gerechtsdeurwaarder dat deze bij de ontruiming van de loods de volledige bedrijfsinventaris heeft afgevoerd en, in plaats van de bedrijfsinventaris langs de kant van de weg te zetten, heeft (laten) vernietigen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:281 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/627386 DW RK 17/417

      Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder beslag op zijn zakelijke rekening heeft gelegd, terwijl de betreffende vordering reeds aan het administratiekantoor was betaald.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:73 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/636873 / DW RK 17/1023

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder beslag heeft gelegd op zijn inkomen, terwijl hij nooit brieven heeft ontvangen over een schuld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:54 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/645540 / DW RK 18/161

      Beslissing op verzet. Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarders onder meer beslag te hebben gelegd op goederen van derden, zonder een onderzoek te doen naar de eigendom van die goederen. De kamer is het eens met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:67 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/653226 / DW RK 18/465

    Beslissing op verzet. Klager is van mening dat de gerechtsdeurwaarder nalatig is geweest door niet voorafgaand aan het beslag de titel van de beschikking te toetsen, omdat deze geen grond bood voor executoriaal beslag ten belope van € 85.000,-.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:48 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/618837 DW RK 16/1235

    Beslissing op verzet na tussenbeslissing. Uit het antwoord op de in de tussenbeslissing gestelde vragen blijkt dat de gerechtsdeurwaarder heeft vastgesteld dat er al beslag lag op het inkomen van klager. De gerechtsdeurwaarder had geen specifieke opdracht op het leggen van beslag op roerende zaken. Verzet ongegrond.