Zoekresultaten 13301-13310 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:1 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-963/DH/DH

    Verzet gegrond. Verweerder heeft een bericht van de wederpartij niet (tijdig) doorgestuurd naar klagers en hij heeft jegens de wederpartij toegezegd dat het kort geding zou worden aangehouden, terwijl klagers daarmee niet hadden ingestemd. In aanmerking genomen dat de onzorgvuldigheden zich hebben voorgedaan in een korte periode van twee werkdagen waarin intensief werd gecommuniceerd met betrokkenen in het kader van schikkingsonderhandelingen, acht de raad de maatregel van waarschuwing passend. De raad zal verweerder verder niet veroordelen in de kosten van de Nederlandse Orde van Advocaten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:75 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-006/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat  naar aanleiding van een spoedeisende bestuursrechtelijke kwestie  deels kennelijk ongegrond en deels van onvoldoende gewicht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:56 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-824/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klager is in een deel van zijn klacht kennelijk niet-ontvankelijk omdat hij geen belanghebbende is. Een ander deel van de klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:69 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-815/DH/RO

    Voorzittersbeslissingen. Klaagster heeft in beide klachtzaken tegen verweerders slechts een afgeleid belang. Beide klachten  zijn kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:50 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-597/DH/DH

    Klacht ongegrond. Nadat klaagster verweerder schriftelijk had verzocht om betaling van de bij beslissingen van de Raad van Discipline en het Hof van Discipline opgelegde proceskostenveroordelingen, heeft verweerder deze bedragen voldaan. Dat verweerder zich aanvankelijk op verrekening heeft beroepen leidt niet tot een ander oordeel. De raad overweegt ten overvloede dat verweerder, als lid van de Raad van de Orde van Advocaten de functie van waarnemend deken bekleedt. Het heeft de raad (van discipline) daarom bevreemd dat de deken uit het eigen arrondissement de klacht tegen verweerder heeft onderzocht. Wat de raad betreft had het voor de hand gelegen dat de deken de voorzitter van het Hof van Discipline had verzocht om het onderzoek door een deken van een ander arrondissement te laten verrichten, zulks met (analoge) toepassing van artikel 46c, vijfde lid Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:63 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-595/DH/DH

    Klacht van twee notarissen over de advocaat van de wederpartij ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:44 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-475/DH/DH

    Verweerder is de advocaat van de wederpartij in een vechtscheiding met minderjarige kinderen en een veelheid aan procedures. Een tussen klaagster en de man gewezen beschikking van de rechtbank is vervalst. De rechtbank heeft aangifte gedaan, waarin niet wordt gesproken  over een mogelijke verdachte of een persoon die de schijn tegen zich heeft. Verweerder heeft in een procedure niettemin gesteld dat de rechtbank aangifte heeft gedaan “richting” klaagster. Deze uitlating is onvoldoende genuanceerd en niet zoals dat een behoorlijk advocaat betaamt. Omdat klaagster, bijgestaan door haar advocaat, verweer heeft kunnen voeren tegen de uitlating van verweerder, acht de raad de gedraging echter van onvoldoende gewicht. 

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:2 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-301/DH/RO

    Verweerster heeft klaagster onvoldoende duidelijk geïnformeerd over de bijstand die zij zou verlenen, door afspraken niet schriftelijk vast te leggen. Als gevolg daarvan is tussen klaagster en verweerster een geschil ontstaan. Verweerster heeft gehandeld op een wijze die een behoorlijk handelend advocaat niet betaamt en dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerster heeft ter zitting meegedeeld dat zij voor haar werkzaamheden niets in rekening heeft gebracht bij klaagster en dat zij haar werkzaamheden ook niet heeft gedeclareerd bij de Raad voor Rechtsbijstand. Verder heeft verweerster laten blijken spijt te hebben van en lering te hebben getrokken uit, de gang van zaken. Gelet op dit alles acht de raad de maatregel van waarschuwing passend waarbij verweerster niet zal worden veroordeeld in de kosten van de Nederlandse Orde van Advocaten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:76 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-980/DH/RO

    voorzittersbeslissing. klacht tegen de eigen advocaat over kwaliteit van dienstverlening en de hoogte van de declaratie kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:57 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-711/DH/RO

    Klacht tegen advocaat wederpartij over rauwelijks dagvaarden en over het starten van een kansloze procedure ongegrond.