Zoekresultaten 13271-13280 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:77 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-083/DB/LI

      Advocaat heeft zijn cliënt willen behoeden voor het innemen van een ongeloofwaardig standpunt en heeft daarmee gehandeld in het belang van zijn cliënt. Een advocaat doet er verstandig aan om een intrekking van de opdracht door zijn cliënt schriftelijk te bevestigen. Nu klager de opdracht in niet mis te verstane bewoordingen heeft beëindigd en vervolgens een jaar niets meer van zich heeft laten horen valt de advocaat ter zake tuchtrechtelijk geen verwijt te maken. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:78 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-1021/DB/OB

    Dat verweerder in de bezwaarprocedure bij het UWV aspecten onderbelicht heeft gelaten is niet gebleken. Wel tekortgeschoten in de communicatie met klager: geen opdrachtbevestiging en geen schriftelijk advies aan klager gestuurd. Eveneens verzuimd om  processtukken vooraf in concept aan klager toe te sturen en verzuimd te reageren op een aantal e-mails van klager. Klacht over onjuiste toevoegingsaanvraag ongegrond. Deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:130 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.479

    Klager is gescheiden.  De aangeklaagde huisarts is de huisarts van zowel klager als diens zoon. De huisarts heeft met toestemming van klager en zijn ex een consult gehad met alleen de zoon vanwege zorgen over diens suïcidale uitingen en heeft dit vastgelegd in een brief van 12 april 2018 aan klager en zijn ex. De huisarts heeft een melding Veilig thuis gedaan. Klager verwijt verweerster: 1. het doen van een onjuiste verklaring op 12 april 2018; 2. dat zij haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden doordat zij haar bevindingen aan de moeder van de zoon heeft afgegeven; 3. schending van de meldcode kindermishandeling; en 4. misleiding, omdat er contactmomenten/stukken/e-mails niet in het huisartsenjournaal van de zoon zijn opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klachten als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:64 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-592/DH/DH

    Klacht over de kwaliteit van dienstverlening en over de declaratie is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:45 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-141/DH/RO-a-b

    Klaagster heeft zelf procedures gevoerd in eerste aanleg en in hoger beroep bij Kifid. Verweerders hebben voor klaagster een civiele procedure ingesteld tegen dezelfde partijen als waartegen klaagster bij Kifid procedeerde en in een kwestie waarin hetzelfde feitencomplex ten grondslag lag. Verweerders hebben onvoldoende onderzoek gedaan naar de samenloop tussen de procedures bij Kifid en bij de civiele rechter. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:3 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-474/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:58 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-708/DH/RO

    Klacht tegen advocaat wederpartij over onnodig grievende uitlatingen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:71 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-004/DH/DH

    Klacht gegrond. Verweerder heeft klager benadeeld door gedurende zeven jaren onvoldoende voortvarend te handelen en klager onvoldoende duidelijkheid te verschaffen in (de voortgang van) een ontbindingsprocedure. Verweerder is hiermee jegens klager tekortgeschoten en heeft niet gehandeld zoals dat een behoorlijk handelend advocaat betaamt. Gelet op de ernst van het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, de (negatieve) gevolgen hiervan voor klager en het tuchtrechtelijk verleden van klager, acht de raad de maatregel van berisping passend. Daarnaast ziet de raad in de omstandigheden van het geval aanleiding om tevens aan verweerder een voorwaardelijke geldboete op te leggen van € 1.500,- en daarbij te bepalen dat verweerder deze boete verschuldigd is indien hij niet uiterlijk veertien dagen na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan klager, bij wijze van schadevergoeding, een bedrag van € 1.000,- heeft voldaan. Voor het overige wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:52 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-675/DH/DH

    Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond. Ten aanzien van klachtonderdeel a heeft klaagster de verwijten niet, althans onvoldoende, van feitelijke onderbouwing voorzien. Ten aanzien van klachtonderdeel b is niet gebleken dat verweerder moedwillig niet gelijktijdig een verweerschrift aan de advocaat van klaagster heeft verzonden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:59 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-704/DH/RO

    Verweerder heeft zich onnodig grievend uitgelaten tegen klager. Dit is niet zoals dat een behoorlijk handelend advocaat betaamt. De uitlating moet naar het oordeel van de raad echter worden bezien in de context van een hoog oplopend geschil tussen klager en zijn voormalig werkneemster mr. L (beiden advocaat). Het is de raad ambtshalve bekend dat klager daarbij niet schroomt om herhaaldelijk klachten tegen haar in te dienen. Deze context geeft de raad grond om aan verweerder geen maatregel op te leggen.