Zoekresultaten 13031-13040 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:94 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-460

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:75 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-580

    Klager kan alleen namens zijn minderjarige dochter en als gevolmachtigde namens zijn meerderjarige zoon klagen. Geen sprake van een tegenstrijdig belang in de zin van Regel 7 (Gedragsregels 1992). De raad heeft niet kunnen vaststellen dat verweerster, of een kantoorgenoot,  eerder in opdracht van de zoon en dochter heeft opgetreden. Weliswaar heeft verweerster in het verleden opgetreden voor hun moeder in haar familierechtelijke geschillen over de kinderen met hun vader/mede-klager, maar verweerster heeft toen niet tevens voor de zoon en de dochter opgetreden; hun belangen waren toen een afgeleid belang van de belangen van hun moeder. Verweerster is daarna gaan optreden voor de partner van haar daarna overleden cliënte, onder meer in de erfrechtprocedure tegen de zoon en de dochter waarin onder meer verzocht is om zijn ontslag als executeur testamentair. Naar het oordeel van de raad stond  verweerster dat toen ook vrij omdat zij, na overleg met de deken, niet van een tegenstrijdig belang hoefde uit te gaan. Dat de familie tegens de cliënt van verweerster aangifte heeft gedaan van mogelijke betrokkenheid bij het overlijden van de moeder, behoefde in de omstandigheden van dit geval geen aanleiding te zijn om zich alsnog te onttrekken als advocaat. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:88 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-349

    De klacht betreft het handelen van verweerster als curator in het faillissement van de broer van klager en haar positie ten opzichte van de nalatenschap van de overleden ouders van de gefailleerde broer, die één van de erfgenamen was. Niet gebleken is dat verweerster klager onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd over haar positie en haar bevoegdheden. Het stond verweerster vrij om in het belang van de failliete boedel van de broer de rechtbank te vragen een vereffenaar te benoemen. Verder is niet gebleken van belangenverstrengeling doordat verweerster een kantoorgenote heeft ingeschakeld bij de afwikkeling van de nalatenschap. De klacht is ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:82 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-244

    (Van tableau geschrapte) Verweerder had bekend moeten zijn met de wettelijke weigeringsgronden bij een toevoegingsaanvraag en had het risico van afwijzing op voorhand met klaagster moeten bespreken, alsmede de daarbij behorende financiële gevolgen. Door dat niet te doen, althans dat niet met stukken te kunnen onderbouwen, heeft verweerder aan klaagster de mogelijkheid onthouden om bij aanvang van de zaak de daaraan verbonden financiële risico’s goed in te schatten. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met Gedragsregels 8 en 23 (1992). Verweerder heeft excessief gedeclareerd. Voorts heeft hij gehandeld zoals een behoorlijk niet betaamt gezien de toonzetting van zijn correspondentie met klaagster. Tot slot heeft verweerder niet de vereiste behoedzaamheid in acht genomen ex Gedragsregel 27 lid 4 door het dossier niet af te willen geven. Schorsing 4 weken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:144 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-743

    De voorzitter oordeelt klager niet-ontvankelijk in zijn klacht op grond van artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet wegens overschrijding van de driejaarstermijn, zonder dat is gebleken van een verschoonbare termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:106 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-063

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-488

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:76 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-573

    De raad oordeelt dat de juistheid van het verwijt van klager over de weigering van verweerder tot  afgifte van zijn dossier en van bepaalde andere stukken feitelijk niet is komen vast te staan. Met toestemming van klager mocht een door de deken aangewezen onderzoeker, een advocaat, contact hebben met verweerder. Niet gebleken dat verweerder heeft geweigerd aan dat onderzoek mee te werken of heeft getracht om die onderzoeker te beïnvloeden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-350

    De klacht betreft het handelen van verweerster als kantoorgenote van de curator in het faillissement van de broer van klager en de positie van de curator ten opzichte van de nalatenschap van de overleden ouders van de gefailleerde broer, die één van de erfgenamen was. Het handelen van verweerster wordt getoetst aan hetzelfde criterium als het handelen van de formele curator. Niet gebleken is dat verweerster onduidelijkheid heeft laten bestaan over de hoedanigheid waarin zij optrad en haar bevoegdheden als kantoorgenote van de curator. Het stond verweerster vrij om namens de curator op te treden in de procedure waarin de curator aan de rechtbank benoeming van een vereffenaar had gevraagd.  Verder is niet gebleken van belangenverstrengeling doordat verweerster door de curator is ingeschakeld bij de afwikkeling van de nalatenschap. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:144 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-743

    De voorzitter oordeelt klager niet-ontvankelijk in zijn klacht op grond van artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet wegens overschrijding van de driejaarstermijn, zonder dat is gebleken van een verschoonbare termijnoverschrijding.