Zoekresultaten 721-730 van de 2789 resultaten

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:12 Kamer voor het notariaat Amsterdam 660082/NT 19-1

    Hoewel vaststaat dat de notaris zijn toezegging (om de dag na het passeren van de akte voor inschrijving ervan bij het kadaster zorg te dragen) niet is nagekomen, is naar het oordeel van de kamer van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten niet gebleken. De notaris heeft zijn nalatigheid, toen deze hem duidelijk werd, terstond hersteld, zijn excuses aangeboden en van enig nadeel aan de zijde van klaagster is, zoals gezegd, niet gebleken. Op grond van het vorenstaande acht de kamer de klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2013:22 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden 20121008

     

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:37 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/351332 / KL RK 19-43

    De notaris heeft het testament niet met testateurs afzonderlijk voorbesproken en/of gepasseerd maar in aanwezigheid van hun zoon en dochter. Ook geen onderzoek ingesteld naar wilsbekwaamheid testateur terwijl er indicaties waren om dat wel te (laten) doen. Al met al maatregel schorsing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:39 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/350569/ KL RK 19-35

    ‘’ Als notaris heb je voor het vastleggen van afspraken tussen partijen de keuze tussen een onderhandse en een authentieke akte. Niet is gebleken dat partijen het verschil tussen deze twee mogelijkheden kenden of op de hoogte waren van de gevolgen van die keuze voor hen in het onderhavige geval. Van een notaris mag worden verwacht dat hij partijen daarover informeert. Dat geldt met name voor het vastleggen van de afspraken in de akte ‘Geldlening’, waarin de uitgestelde betaling was omgezet in een geldlening. Door het in de onderhandse vorm te gieten waren klagers genoodzaakt eerst bij de rechter een executoriale titel te halen om die uitgestelde betaling te incasseren. De kamer is van oordeel dat de notaris de keuze niet zelf voor partijen had mogen maken, maar aan hen had moeten voorleggen. Door dit na te laten heeft de notaris in strijd met de in artikel 17 Wna vermelde zorgvuldigheid gehandeld. Dat geldt temeer in deze zaak, waarin met klagers het contact uitsluitend via de e-mail is gelopen. Waarschuwing.”

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:35 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/347969 KL RK 19-6

    De kamer stelt vast dat de notaris onvoldoende heeft voldaan aan de eisen die aan hem werden gesteld, zowel op grond van de Wwft als de Wna. De notaris heeft door onvoldoende onderzoek te doen, de dienstverlening niet op te schorten dan wel te weigeren en onvoldoende invulling te geven aan de op hem rustende verplichtingen op grond van de Wwft (wat betreft verscherpt cliëntenonderzoek en meldingsplicht), zijn rol als poortwachter niet waargemaakt. Een notaris dient te allen tijde en ongeacht de omstandigheden, waarin hij of zijn notariskantoor zich bevinden, de op hem rustende wettelijke verplichtingen na te komen. Ook stelt de kamer vast dat de notaris onvoldoende medewerking aan het onderzoek van klager heeft verleend door eerst na vier maanden – en na herhaaldelijk aandringen van klager - het desbetreffende dossier aan klager te verstrekken. De kamer acht de klacht in al haar onderdelen derhalve gegrond.  

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/34

    Klacht van testateurs over de inhoud van hun testamenten. Zij wilden voorkomen dat hun nalatenschap bij de ex-echtgenoot van hun dochter terecht zou komen en hebben daarover een gesprek gehad met een “erfrechtplanner”. Deze heeft hun wensen doorgegeven aan de notaris, die op basis van die informatie concepttestamenten heeft opgesteld en aan klagers heeft toegezonden. Na een korte toelichting heeft de notaris deze testamenten, waarin een tweetrapsmaking was opgenomen, gepasseerd. Hij wist destijds dat klagers kleinkinderen hadden. Later hebben klagers hem gevraagd hun testamenten aan te vullen met een bewind op de mogelijke verkrijging door hun kleinkinderen. De kamer is van oordeel dat het de eigen verantwoordelijkheid is van de notaris om zich er in de gegeven omstandigheden van te vergewissen dat de testamenten die hij op basis van (enkel) de informatie van de adviseur had opgesteld, ook daadwerkelijk overstemden met de wil van klagers die hij nooit eerder had gezien of gesproken. Dan had hij kunnen voorkomen dat hij testamenten passeerde die niet volledig overeenstemden met de wil van klagers. Klacht grotendeels gegrond, waarschuwing, proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:13 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/52

    Klager verwijt de kandidaat-notaris dat hij bij het passeren van een akte als waarnemer voor een notaris is opgetreden, terwijl die waarneming op dat moment niet aan de KNB was gemeld. De kamer stelt voorop dat de kandidaat-notaris al jaren daarvoor was benoemd als vaste waarnemer van de notaris, zodat hij bevoegd was om op de bewuste datum in zijn hoedanigheid van waarnemer van de notaris een akte te passeren in het protocol van de notaris. Artikel 29 lid 8 Wna legt aan de notaris de verplichting op de waarneming terstond te melden aan de KNB. Dat ontslaat de waarnemer echter niet van zijn (tuchtrechtelijke) verantwoordelijkheid voor de rechtsgeldigheid van de door hem als waarnemer verrichte ambtshandelingen en het zo veel mogelijk vermijden dat daarover discussie kan ontstaan. De kandidaat-notaris stelt dat hij er op grond van een vaste afspraak op het kantoor op heeft vertrouwd dat de notaris de waarneming tijdig had gemeld. Nu vaststaat dat de notaris ondanks de gestelde afspraak de melding niet tijdig heeft gedaan, moet worden vastgesteld dat de kandidaat-notaris ten onrechte heeft vertrouwd op deze afspraak. De kandidaat-notaris had eerder kunnen en in dit geval moeten nagaan of de notaris deze afspraak was nagekomen. Klacht gegrond zonder oplegging van maatregel.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:34 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/337799 KL RK 18-71

    De notaris had moeten weigeren om een nietig beding in de hypotheekakte op te nemen. Een notaris behoort immers niet mee te werken aan het opnemen van een beding in een hypotheekakte dat nietig is en leidt tot strijd met het recht. Dat partijen uitdrukkelijk verzocht zouden hebben het beding in de hypotheekakte op te nemen doet hier niet aan af. Artikel 3:235 BW verbiedt onder alle omstandigheden het betreffende beding. Naar het oordeel van de kamer is de informatie van klagers vertrouwelijk aan de notaris medegedeeld, zij had in ieder geval het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen. Dit betekent dat het de notaris niet vrij stond om de bestuurder van de B.V. dan wel de B.V. over de brief van de gemachtigde van klagers te informeren. Het behoort naar het oordeel van de kamer tot de verantwoordelijkheid van de notaris om klagers van het verloop van het contact met de KNB op de hoogte te stellen. Dat geldt te meer nu de notaris op haar voornemen terug is gekomen en geen contact met de KNB heeft gezocht.  

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:14 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/50

    Geheimhoudingsplicht. Notaris heeft in opdracht van executeur-afwikkelingsbewindvoerder (broer van klaagster) werkzaamheden verricht i.v.m. de afwikkeling van de nalatenschap van hun ouders. Nadat de kantonrechter de broer uit zijn functie heeft ontslagen, heeft klaagster de notaris gevraagd om inzage/afgifte van de nalatenschapsdossiers inclusief alle notities, werkaantekeningen en verrichtingenstaten. De notaris heeft bepaalde stukken aan klaagster verstrekt en zich verder op haar geheimhoudingsplicht beroepen. De kamer heeft niet voldoende aanleiding om te veronderstellen dat de notaris zich in de gegeven omstandigheden mogelijk ten onrechte op haar geheimhoudingsplicht heeft beroepen en acht het niet noodzakelijk onderzoek te laten verrichten door een deskundige met een eigen geheimhoudingsplicht. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:15 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/108

    Klacht Bureau Financieel Toezicht. Sinds 2015 is sprake van een negatieve liquiditeits- en solvabiliteitspositie van de notaris in privé en van zijn kantoor. Ook al is inmiddels (een voorzichtig) herstel zichtbaar, vooralsnog is sprake van een situatie waarin in redelijkheid kan worden verwacht dat de notaris op enig moment niet aan zijn financiële verplichtingen zal kunnen voldoen. Nu een zeker overschot in liquiditeit gewenst is, acht de kamer het gevaar dat de notariële afhankelijkheid daardoor verloren gaat niet denkbeeldig. Klacht gegrond, tuchtmaatregel van schorsing voor de duur van een week, waarbij tevens in aanmerking is genomen dat bij het opleggen van een zwaardere maatregel de financiële positie van het notariskantoor nog ernstiger onder druk komt te staan. De kamer gaat ervan uit dat het BFT de financiële situatie van de notaris in de komende periode met extra aandacht zal blijven volgen.