Zoekresultaten 661-670 van de 2789 resultaten

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:28 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-28, 19-29, 19-31, 19-32

    Op 11 oktober 2016 hebben partijen (klagers) de notarissen gevraagd om een offerte voor het doen vastleggen en verlijden van een authentieke akte inzake een vaststellingsovereenkomst/tevens inhoudende schuldbekentenis tussen partijen.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:18 Kamer voor het notariaat Amsterdam 666476/NT 19-28

    Klacht over wilsbekwaamheid erflater. De kamer is van oordeel dat de notaris, gelet op de in de uitspraak genoemde omstandigheden,  gerede twijfel over de wilsbekwaamheid van erflater had behoren te hebben. Hij had - zoals het Stappenplan adviseert – zich bij zijn besluitvorming ter zake ten minste moeten laten bijstaan door twee medewerkers van zijn kantoor en hen als getuigen moeten laten optreden bij het (eventueel) passeren van het testament. Het vragen van een medische beoordeling, waartoe kandidaat-notaris [Y] in maart 2015 al aanleiding zag, had ook in de rede gelegen. Klacht gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:19 Kamer voor het notariaat Amsterdam 663514/NT 19-12

    Klacht over levenstestamenten. De kamer is van oordeel dat de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De notaris heeft vastgesteld dat klager en zijn echtgenote [Y] als buitenstaander een volmacht wilden geven en heeft aan de hand daarvan de akten opgesteld. Uit de stukken is niet gebleken dat die volmacht onder druk tot stand is gekomen. Ook is niet gebleken van een indicatie dat klager en/of zijn echtgenote wilsonbekwaam waren ten tijde van het passeren van de volmacht. Voor zover klager het tegendeel van het voorgaande betoogt, ontbreekt daarvoor iedere onderbouwing.  Daarbij komt dat de volmacht aan [Y] kon worden herroepen, hetgeen ook is gebeurd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:64 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/354387 KL RK 19-75

    De notaris is naar het oordeel van de kamer zodanig ernstig en langdurig tekortgeschoten in de vervulling van zijn ambtsopdracht en daaruit voortvloeiende verplichtingen dat aan hem de maatregel van ontzetting uit het ambt moet worden opgelegd. De notaris had behoren in te zien dat zijn taak zich in deze zaak niet beperkte tot het stelselmatig faciliteren van risicovolle ABC-transacties door middel van een leveringsakte met een telkens herhaalde standaard waarschuwingsclausule.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:63 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/348224/ KL RK 19-9

    Klager is de verkopende partij bij de levering van een onroerend goed. Kort voorafgaand aan de levering heeft de notaris klager een conceptafrekening gestuurd, waarbij de notaris bij klager ook een aanvullend honorarium in rekening brengt. Klager verwijt de notaris terecht dat hij klager eerder had moeten informeren over de financiële consequenties van zijn inschakeling en bovendien de nota had moeten specificeren toen klager daar om verzocht. Voor zover het aanvullend honorarium betrekking heeft op de werkzaamheden vanwege het verhogen van de limiet overweegt de kamer dat de organisatie van het geldverkeer en de technische mogelijkheden om gelden al dan niet in één keer over te kunnen boeken behoren tot de normale kantoororganisatie van een notaris. Het is dan ook aan een notaris om de hiermee gepaard gaande kosten te verwerken in zijn tarieven. De kamer acht het niet redelijk dat de notaris de tijd die hij heeft moeten investeren in het verhogen van zijn limiet per transactie heeft doorbelast aan individuele partijen, in casu klager. De kamer gaat daarbij voorbij aan de stelling van de notaris dat beperkingen in de transactielimiet, de gevolgen daarvan voor de verwerking van grote(re) geldtransacties en de doorbelasting daarvan aan individuele partijen gebruikelijke praktijk zijn en dus bij klager als professionele partij bekend hadden moeten zijn. De notaris heeft aangevoerd dat zijn accountant – die vele notarissen als cliënt heeft – zijn stelling onderschrijft. Daar staat echter tegenover dat klager heeft aangevoerd dat hij nooit eerder heeft meegemaakt dat bij transporten van onroerende zaken bij hem extra werkzaamheden in rekening zijn gebracht vanwege de overboeking van grote(re) geldbedragen. Daarom is onvoldoende komen vast te staan dat sprake is van een gebruikelijke praktijk.  

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:30 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/72

    Klager verwijt de notaris (kort gezegd) dat hij niet (schriftelijk) heeft gereageerd op de door klager bij aangetekende brieven geformuleerde vragen/klachten over de inhoud van het testament van zijn vader en de wijze waarop dit testament tot stand is gekomen. Ook nadat klager de notaris hiermee had geconfronteerd bij wederom een aangetekende brief, heeft de notaris niets van zich laten horen. De notaris heeft erkend dat hij niet heeft gereageerd op genoemde aangetekende brieven van klager. Weliswaar heeft de notaris ter zitting aangevoerd dat hij op de in genoemde brieven neergelegde vragen reeds had geantwoord bij eerdere e-mailberichten aan de toenmalige advocaat van klager, maar dat ontslaat hem naar het oordeel van de kamer niet van zijn verplichting om te reageren op klagers brieven van een latere datum. Voor zover de notaris de door klager gestelde vragen reeds mocht hebben beantwoord in eerdere e-mailberichten, dan had het op de weg van de notaris gelegen klager te wijzen op deze e-mailberichten en hem een kopie van deze e-mailberichten toe te sturen. Door in het geheel niet te reageren op alle door klager aangetekend verstuurde brieven is klager in het ongewisse gelaten en handelt de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht wordt daarom gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen sanctie weegt de kamer ten nadele van de notaris mee dat hij ook op de door klager bij de kamer ingediende klacht niet schriftelijk heeft gereageerd. Zelfs na herhaald verzoek heeft de kamer geen reactie van de notaris mogen ontvangen. Hetzelfde geldt ten aanzien van het door de KNB aan de notaris gedane verzoek om een reactie op het door klager in eerste instantie bij de KNB ingediende bemiddelingsverzoek. Op dit verzoek van de KNB en het daarop gevolgde herinneringsbericht heeft de notaris evenmin gereageerd. De kamer heeft in eerdere klachtzaken ook al geconstateerd dat de notaris ernstig tekortschiet in het beantwoorden van brieven van zijn cliënten, de KNB en/of de kamer. Dit patroon is ter zitting met de notaris besproken en baart de kamer zorgen. De non-communicatie getuigt van weinig respect jegens klager(s), de KNB en de kamer. Aan de notaris wordt daarom de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:31 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/9

    Klager verwijt de notaris (kort gezegd) dat hij niet heeft voldaan aan zijn zorgplicht, informatieplicht en belehrungsplicht door: 1. het volstrekt duidelijke testament van erflaatster uit te leggen; 2. genoemd testament foutief uit te leggen; 3. klager onvoldoende te informeren over hetgeen hij met erflaatsters erfgenamen overeenkwam in de akte boedelbeschrijving/afgifte vruchtgebruiklegaat/rekening en verantwoording/constatering verdeling ten aanzien van het vruchtgebruik van de woning en de gevolgen hiervan. De klachtonderdelen 1 en 2 worden ongegrond verklaard. Op grond van erflaatsters testament heeft klager het (in beginsel levenslange) testamentaire vruchtgebruik van de woning gekregen. De kamer is van oordeel dat de passage in het testament met betrekking tot het einde van het vruchtgebruik duidelijk is en niet voor meerdere uitleg vatbaar. Niet gebleken is dat de notaris de betreffende bepalingen desondanks (onjuist) heeft uitgelegd. Klachtonderdeel 3 wordt gegrond verklaard. De kamer is van oordeel dat de notaris rondom de totstandkoming van genoemde notariële akte zijn zorgplicht, informatieplicht en belehrungsplicht jegens klager heeft geschonden. In deze akte heeft de notaris nadere afspraken tussen klager en erflaatsters erfgenamen met betrekking tot het einde van het vruchtgebruik van de woning verwerkt. De notaris had vóór de dag van het passeren van de notariële akte bij klager moeten verifiëren of laatstgenoemde de gevolgen van de nadere afspraken voor zijn huisvesting overzag en of klager daarmee wilde afzien van de door erflaatster beoogde compensatie voor het door klager in de woning geïnvesteerde vermogen. Bovendien had de notaris klager tijdig in de gelegenheid moeten stellen om kennis te nemen van de inhoud van de definitieve akte met een toelichting over de voor klager (nadelige) juridische gevolgen van de in de notariële akte opgenomen aanvullende bepalingen ten aanzien van het einde van het vruchtgebruik, hetgeen de notaris heeft nagelaten. Door steeds af te gaan op informatie van (één van) de erfgenamen en deze informatie niet voldoende te verifiëren bij klager en met hem te bespreken, terwijl juist het hem toekomende recht van vruchtgebruik op het spel stond, heeft de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Aan de notaris wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:32 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/14

    Klaagster verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder bij het opmaken van de akte van levering, de schuldbekentenis en de akte van hypotheek. Naar het oordeel van de kamer kon en mocht de notaris concluderen dat moeder wilsbekwaam was om genoemde drie aktes te ondertekenen. Dit klachtonderdeel wordt daarom ongegrond verklaard. Verder verwijt klaagster de notaris dat hij met het passeren/opstellen van eerder genoemde aktes heeft aangezet tot en/of bewust heeft meegewerkt aan paulianeus handelen, een onverplichte rechtshandeling waarbij klaagster als schuldeiser aantoonbaar benadeeld werd. De kamer overweegt dat op een notaris in beginsel een ministerieplicht rust, die is omschreven in artikel 21 lid 1 Wna. Bij gerede twijfel aan de goede bedoelingen van zijn cliënt dient een notaris echter zijn dienst te weigeren of zich door nader onderzoek te overtuigen van het geoorloofde karakter ervan. De functie van de notaris in het rechtsverkeer verplicht hem onder bijzondere omstandigheden ook tot een zekere zorg voor de belangen van derden welke mogelijkerwijs zijn betrokken bij de door zijn cliënten van hem verlangde ambtsverrichtingen. Deze zorgplicht kan ertoe leiden dat een notaris gegronde redenen heeft als bedoeld in artikel 21 lid 2 Wna om de van hem gevraagde dienstverlening te weigeren of op te schorten. Indien duidelijk sprake is van paulianeus handelen, is een notaris verplicht zijn dienst te weigeren op grond van laatstgenoemde bepaling. Anders dan klaagster, is de kamer van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de constructie van de drie aktes (de akte van levering, de schuldbekentenis en de akte van hypotheek) deel uitmaakte van een plan gericht op benadeling van klaagster, laat staan dat de notaris had moeten weten dat sprake was van paulianeus handelen. Bij dit oordeel spelen de in de beslissing vermelde omstandigheden een rol. Aangezien de kamer tot de conclusie komt dat de notaris niet bewust heeft aangezet tot en/of bewust heeft meegewerkt aan paulianeus handelen, wordt ook dit klachtonderdeel ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:33 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/36

    Klaagster verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld. Volgens klaagster heeft hij nagelaten alle betrokken partijen bij de wijziging van de splitsing eenduidig en tijdig te informeren. De door de notaris opgemaakte concept-akte wijziging splitsing lijkt bovendien niet overeen te stemmen met het door de ledenvergadering van de VVE genomen besluit op 20 maart 2017, maar de notaris laat, ondanks verzoeken daartoe, na om tekst en uitleg te geven. In het licht van de in de beslissing genoemde omstandigheden vindt de kamer dat klaagster met het indienen van de klacht te voorbarig was. Het had op haar weg gelegen om de notaris een redelijke termijn te geven voor het beantwoorden van haar vraag/vragen, alvorens een klacht in te dienen. In plaats daarvan heeft klaagster het inhoudelijke antwoord van de notaris niet afgewacht en elf dagen na haar eerste e-mailbericht aan de notaris een klacht tegen hem ingediend. Toen de notaris een paar dagen later met een inhoudelijk - naar later op de zitting bleek voor klaagster onduidelijk - antwoord kwam, had klaagster zelf contact met de notaris kunnen en moeten leggen om meer duidelijkheid te vragen en/of te verzoeken om bij de eerstvolgende ledenvergadering aanwezig te zijn voor het geven van nadere tekst en uitleg. Door dit niet te doen, heeft klaagster de notaris niet de kans gegeven om zijn antwoord te verduidelijken. De klacht van klaagster speelt tegen de achtergrond van de discussie over de inhoud van de notulen van de ledenvergadering van de VVE van 20 maart 2017. Daarop heeft het tweede onderdeel van de klacht betrekking. Los van het feit dat het niet aan de kamer is om te beoordelen welke interpretatie van de notulen juist is, heeft de notaris aangegeven dat de concept-akte als “praat-discussiestuk” fungeert en dat als blijkt dat hij de notulen onjuist heeft geïnterpreteerd de concept-akte moet worden aangepast. De kamer is van oordeel dat de discussie daarover in de eerste plaats tussen klaagster en de (bestuurder van de) VVE had behoren plaats te vinden. Het lijkt er op dat klaagster deze stap heeft overgeslagen en de discussie vrijwel meteen met alleen de notaris is aangegaan, terwijl zij de (bestuurder van de) VVE daar ook bij had moeten betrekken. Ter zitting heeft klaagster geen duidelijkheid kunnen geven over de vraag of de ledenvergadering inmiddels een besluit heeft genomen over de concept-akte wijziging splitsing. Wel staat vast dat de notaris de akte wijziging splitsing nog niet heeft gepasseerd. De kamer is van oordeel dat de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Integendeel: de notaris heeft gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt en de belangen van klaagster niet veronachtzaamd. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:29 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/12

    Beoordeling wilsbekwaamheid testateur en mogelijke beïnvloeding door (tweede) echtgenote. Testateur was ten tijde van de twee gesprekken met de notaris 83 jaar oud, verkeerde in zijn laatste levensfase en de met de notaris besproken onterving van de kinderen vormde een ingrijpende wijziging van zijn bestaande testament. Hoewel deze omstandigheden in het Stappenplan zijn omschreven als indicatoren die, al dan niet in combinatie, aanleiding kunnen vormen om nader onderzoek te (laten) doen naar de wilsbekwaamheid van de cliënt, behoeft een notaris alleen over te gaan tot nader onderzoek als de notaris aanleiding heeft om aan de wilsbekwaamheid te twijfelen. De notaris had daarover geen enkele twijfel. Tijdens het bezoek aan het hospice heeft zij zich laten vergezellen door twee getuigen. De kamer oordeelt dat de notaris in de gegeven omstandigheden voldoende zorgvuldig te werk is gegaan. Klacht ongegrond.