Zoekresultaten 12851-12860 van de 13019 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0156 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/084

      Klager was gedetineerd met een TBS-maatregel en weigerde mee te werken aan een door de gz-psycholoog uit te voeren psychologisch onderzoek naar de noodzakelijkheid van de (verdere) verlenging van de TBS-maatregel, omdat klager alleen met een transculturele deskundige wilde praten. De gz-psycholoog heeft (toch) een Pro Justitia rapportage uitgebracht. Klagers klacht houdt in dat de door de gz-psycholoog uitgebrachte rapportage niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat er sprake is van een gebrekkige verantwoording van de conclusie in de rapportage, nu daarin de neerslag van een gedegen beoordeling van de transculturele aspecten ontbreekt, terwijl daarvoor alle aanleiding was. Het Centraal Tuchtcollege legt de gz-psycholoog ter zake een waarschuwing op.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0150 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/020

      Betreft een klacht tegen een anesthesist. De klacht houdt in dat de anesthesist, zonder dat zij eerst klagers preoperatieve anesthesiegegevens had ingezien, er vanuit is gegaan dat klager voorafgaand aan zijn spataderoperatie een ruggenprik als verdoving zou krijgen. Het regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de anesthesist zich, alvorens met klager in gesprek te gaan, op de hoogte had moeten stellen van klagers anesthesiegegevens en had moeten onderzoeken welke anesthesieafspraken er reeds met klager waren gemaakt. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, nu de anesthesist nadien adequaat heeft gehandeld door zelf een preoperatieve screening bij klager te verrichten, hetgeen ertoe heeft geleid dat klager die dag (toch) nog onder algehele narcose kon worden geopereerd. Zie ook zaken 2009/018 en 2009/019.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0157 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/116

      Klaagster verwijt de tandarts een onprofessionele behandeling te hebben verricht bij het plaatsen van een aantal implantaten in haar bovenkaak. Volgens klaagster heeft zij bij de tandarts herhaaldelijk klachten geuit over (een van) de implantaten, maar adviseerde hij deze te laten zitten. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat gelet op de staat van klaagsters kaak genoegen werd genomen met een insufficiënte situatie, welke op den duur tot klachten zou kunnen leiden. Dat verweerder deze oplossing heeft gekozen is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. 

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 107

    Klagers verwijten de psychiater dat hij op meerdere punten nalatig is geweest. Zo heeft hij de suïcidale patiënte na opname niet zelf gezien en onderzocht en is hij niet tijdig ingegaan op een verzoek van de familie om een gesprek. De psychiater heeft verweer gevoerd en daarbij wel erkend dat hij zelf eerder contact had moeten opnemen met de familie. Het College heeft drie van de vijf klachtonderdelen gegrond geacht en de arts een waarschuwing opgelegd.      

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0151 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/037

     De gynaecoloog heeft haar onderzoeksbevindingen geduid als passend bij een vervroegde overgang (POF). Klaagster verwijt de arts dat ze een onjuiste diagnose heeft gesteld en de bejegening vernederend en onbeleefd was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond geoordeeld en gesteld dat het op grond van twee laboratoriumtesten aannemen dat klaagster aan POF leed onvoldoende is. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van de arts gegrond bevonden en de bestreden beslissing vernietigd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 016a

    Klager verwijt de longarts onvoldoende alert te zijn geweest en de diagnose te hebben gemist. Voorts wordt de longarts verweten dat hij ten onrechte: heeft laten vermelden dat geen sprake was van kanker, patiënt heeft ontslagen wegens zijn vakantie, patiënt niet heeft doorverwezen naar een meer gespecialiseerd ziekenhuis en tot slot de mogelijkheid van autopsie niet is voorgelegd. De longarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel afgewezen.      

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0152 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/038

     Klager is onder curatele van zijn zus gesteld. De klacht betreft met name de rol van de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige in de informatieverstrekking rond deze curatele stelling. Het Regionaal Tuchtcollege is o.m. van oordeel dat de verpleegkundige niet tekortgeschoten is in het verlenen van zorg aan klager, hulp heeft geboden en op correcte wijze bemoeizorg heeft verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft derhalve de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0146 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/272

      De klacht betreft de behandeling van klager door verweerster (gz-psycholoog en psychotherapeut) gedurende de periode dat hij in een TBS-inrichting verbleef. Klager heeft deelgenomen aan een zogenoemde intimiteittraining. Klager verwijt verweerster dat zij niet de juiste diagnose heeft gesteld en ook dat de intimiteittraining bij hem tot onherstelbare immateriële schade heeft geleid. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager in zijn klacht niet-ontvankelijk voor zover betrekking hebbend op zijn deelname aan de intimiteittraining en wijst de klacht voor het overige als ongegrond af. In hoger beroep is alleen verweersters handelen als gz-psycholoog aan de orde. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt klagers beroep op beide onderdelen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0159 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/274

     

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0165 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 016b

    Klager verwijt de internist dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht waardoor te laat de diagnose kanker is gesteld. Voorts wordt de internist verweten dat hij ten onrechte: eerder heeft verteld dat er geen sprake was van kanker, patiënt niet heeft doorverwezen naar een meer gespecialiseerd ziekenhuis en tot slot de mogelijkheid van autopsie niet is voorgelegd. De internist heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel afgewezen.