Zoekresultaten 12601-12610 van de 13019 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0417 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/292T

      Klager verwijt de tandarts onder andere dat hij valse facturen heeft verstuurd, geen behandelplan heeft opgesteld, en dat geen sprake is geweest van een informed consent. De tandarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft vastgesteld dat verweerder nota’s heeft gestuurd naar klager voor verrichtingen die hij niet heeft uitgevoerd en deze niet heeft gecorrigeerd toen klager zich hierover beklaagde. Daar verweerder ter terechtzitting geen enkele blijk heeft gegeven van inzicht in de onjuistheid van zijn handelwijze is hem de maatregel van een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0418 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/205T

     

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0415 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2009/05

     

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0413 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 176

    Klagers, tevens werkgevers, verwijten de psychiater dat hij zonder klagers of de bedrijfsarts te horen, enkel gebaseerd op de visie van werkneemster, een negatieve verklaring over klagers heeft opgesteld die de advocaat van werkneemster heeft overgelegd in een verzoekschriftprocedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een (aanmerkelijke) schadevergoeding. De psychiater heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College dat in ziet dat klagers een zeker (financieel) belang hebben in de deze kwestie is echter van oordeel dat klagers, in hun hoedanigheid van werkgever niet kunnen worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbenden in de zin van art. 65 lid 1 onder a van de Wet BIG en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. Tevens bepaalt het College dat deze beslissing op voet van art. 71 Wet Big zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch Contact.    

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0414 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 121

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij het uitspuiten van haar oren ten onrechte heeft overgelaten aan een doktersassistente en de destijds binnen de praktijk van de huisarts getroffen maatregelen en het geldende protocol voor het uitvoeren van een cerumenlavage onvoldoende waarborgen gaven voor een juiste en zorgvuldige behandeling. Tenslotte verwijt klaagster de huisarts dat hij na vaststelling van de trommelvliesperforatie onvoldoende heeft gedaan om klaagster snel onder behandeling te krijgeven van een specialist. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College wijst de klacht in al haar onderdelen af.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0409 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 o 032a

    Klaagster verwijt de gynaecoloog dat deze te lang heeft gewacht met het verrichten van een sectio met als gevolg een perinatale asfyxie met nierinsufficiëntie en voedingsproblemen bij haar zoontje. Klaagster verwijt de gynaecoloog voorts dat hij haar, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, geen uitleg heeft gegeven over de gang van zaken voorafgaand aan de spoedsectio. De gynaecoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat het eerste klachtonderdeel gegrond is maar laat zich niet uit over het causaal verband tussen het de gynaecoloog verweten handelen en de asfyxie en de nierinsufficiëntie van het kind. Dit valt buiten het bestek van de tuchtrechtelijke beoordeling van het handelen van de gynaecoloog. Het College is van oordeel dat het tweede klachtonderdeel ongegrond is. Het College legt de arts de maatregel van waarschuwing op. 

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0410 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 111

    Klaagster verwijt de huisarts in eerste instantie dat hij in een acute situatie vanuit de huisartsenpost te lang telefonisch contact met haar heeft onderhouden en de inhoud van het gesprek ver onder de maat was. Vervolgens verwijt klaagster de huisarts dat hij te laat in consult is gekomen en dat de hulp die hij tenslotte bood, sterk te wensen heeft overgelaten. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat de huisarts in meerdere opzichten niet de zorg heeft betracht die van hem gevergd mocht worden en heeft de huisarts de maatregel van berisping opgelegd. Om redenen aan het algemeen belang ontleend zal de beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG worden bekendgemaakt in de Nederlandse staatscourant en worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch Contact.    

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0411 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 205

    Klaagster verwijt de plastisch chirurg achtereenvolgens dat hij de correctie van haar bovenoogleden en de littekens onjuist heeft uitgevoerd, de behandeling gehaast heeft uitgevoerd in een niet steriele ruimte, een onnodige behandeling aan de zijkant van haar neus heeft verricht en haar heeft geïntimideerd. De plastisch chirurg heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard en derhalve afgewezen. Wel is het College van oordeel dat de verslaglegging van de plastisch chirurg zeer summier is, een en ander heeft echter geen gevolgen voor de behandeling van klaagster gehad.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0412 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 51

    Klager, de zoon van de inmiddels overleden patiënte verwijt de huisarts dat deze hem tijdens een specifiek consult onbeschoft, weinig sociaal en weinig menselijk heeft bejegend, zeker in de tijd dat patiënte er erg slecht aan toe was. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat de reactie van de huisarts op het incident dat plaatsvond tijdens het specifieke consult niet goed is geweest en legt de huisarts de lichtste maatregel van waarschuwing op.      

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0408 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09126

    Klaagster verwijt verweerster dat zij nalatig is geweest om actie te ondernemen, waardoor de echtgenoot van klaagster is overleden. Klaagster vraagt zich af of het juist is, dat verweerster bij overdracht van de dienst niet naar patiënt is gaan kijken. Bovendien klaagt zij over de bejegening. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerster verwijtbaar te kort is geschoten door na de overdracht, waarbij zij vernam dat het (stabiel) slecht ging met de patiënt, niet naar de patiënt te gaan kijken. Ook de communicatie met de familie van patiënt is tuchtrechtelijk verwijtbaar nu verweerster haar professionele handelen ten behoeve van een patiënt heeft laten beïnvloeden door het optreden van de familie. Waarschuwing. Voor het overige heeft verweerster correct gehandeld.