Zoekresultaten 12381-12390 van de 13724 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1356 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.174

    Klaagster klaagt -kort gezegd- over de diagnose narcistische persoonlijkheidsstoornis die in een rapport door de verzekeringsarts is gesteld. Het RTG heeft geoordeeld dat de desbetreffende passage in het medische dossier geen diagnose betreft, maar opmerkingen onder het kopje “medische weging”. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgedaan. Het CTG bevestigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1350 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.348

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1363 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.247

    De vraag is aan de orde of de psychiater toestemming had moeten vragen aan de met gezag beklede ouders van een 11 jarig meisje, dat even tevoren uit huis was geplaatst en onder voorlopig toezicht was gesteld, in verband met een uit te voeren suicidaliteitsbeoordeling bij het meisje. Tevens gaat het om de vraag of sprake een gedegen onderzoek heeft plaats gevonden. Het RTG verklaart de klachten ongegrond. Het CTG bevestigt deze uitspraak, zulks evenwel op andere gronden. Reeds uit de aan de psychiater voorgelegde vraag of sprake was van acute suicidaliteit, volgt dat sprake was van een noodsituatie zodat niet voorafgaand aan het onderzoek de toestemming behoeft te worden gevraagd aan de ouders. Niet is gebleken dat het uitgevoerde onderzoek (een triage en geen diepgaande analyse) niet voldoende gedegen was.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1344 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.182

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1357 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.193

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1351 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.153

    Klager heeft een hersteloperatie ondergaan wegens het loslaten van de linkerkamerlead na een eerder ondergane operatie voor een pacemaker implantatie. Klager verwijt de cardio-thoracaal chirurg -die de hersteloperatie heeft uitgevoerd- dat hij als hoofdbehandelaar te kort is geschoten in de postoperatieve zorg, en niet voldoende adequaat heeft gereageerd op verzoeken van klager om nadere informatie, waaronder het gespreksverslag. Het RTG heeft de klacht ongegrond verklaard. Het CTG bevestigt deze beslissing. Wel wordt door het CTG een overweging gewijd aan de ongelukkige gang van zaken waarin in eerste aanleg bij de raadkamerbeslissing de samenstelling van het college niet vooraf aan klager is medegedeeld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1364 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.363

    Klacht tegen KNO-arts Klager verwijt KNO arts dat hij een onzorgvuldig onderzoek heeft verricht en een onjuiste diagnose heeft gesteld. De KNO arts heeft volgens klager doelbewust een medische misser willen verdoezelen en/of voorkomen, terwijl een operatie noodzakelijk was. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1345 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.192

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1358 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.203

    De aangeklaagde gynaecoloog is als eigenaar, medisch directeur en operateur verbonden aan een privé kliniek. In de kliniek vonden cosmetische behandelingen plaats, waaronder borstvergrotingen, liposucties, schaamlip correcties en injectables. De arts werd bij zijn verrichtingen bijgestaan door een basisarts, tevens zijnde zijn echtgenote, alsmede door een niet in het BIG-register geregistreerde assistente. De klacht is ingediend door de Inspectie. De klacht houdt in dat de door de arts en onder zijn verantwoordelijkheid verleende zorg, niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Volgens de Inspectie zijn vele patiënten door het handelen van de arts onnodig in gevaar gebracht en hebben zij ernstige schade opgelopen. De Inspectie heeft onder meer meldingen overgelegd van 53 patiënten. De klachten betreffen achtereenvolgens: a) de behandelkamer, b) het niet regelmatig ondergaan van MRSA-onderzoek, c) de operatietechniek, d) de sedatie, e) de pre-en postoperatieve zorg, f) de patiëntendossiers, g) de geneesmiddelen en apparatuur, h) en het onterecht voeren van de titel chirurg. Het RTG oordeelt de klachten grotendeels gegrond en legt de maatregel van doorhaling op met schorsing van de inschrijving van de arts met onmiddellijke ingang en met publicatie. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1352 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.154

    Klager heeft een hersteloperatie ondergaan wegens het loslaten van de linkerkamerlead na een eerder ondergane operatie voor een pacemaker implantatie. Klager maakt verweerder, die als arts betrokken was, een drietal verwijten te weten dat de wachttijd voor de ingreep te lang was, dat hem een mitella is aangemeten en dat op onfatsoenlijke wijze door verweerder is gecommuniceerd met klager. Het RTG heeft de klachten ongegrond verklaard. Het CTG bevestigt deze beslissing.