Zoekresultaten 40891-40900 van de 44770 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0910 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1030

    Bij klager zijn door de assistente van de tandarts twee kiezen getrokken, zonder dat was medegedeeld dat zij assistente was en dus zonder zijn toestemming. Weigering patiëntgegevens over te dragen. Luxeren essentieel onderdeel extraheren en derhalve naar het oordeel van het college voorbehouden aan tandarts. Gedeeltelijk gegrond. Berisping. Publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0917 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.300

    Klaagster verwijt de arts dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, omdat hij in een civiele procedure willens en wetens onjuist heeft verklaard omtrent de gezondheidstoestand van de inmiddels overleden echtgenoot van klaagster (meineed). De arts beroept zich op het beginsel van ‘ne bis in idem’ nu hij ten aanzien van zijn medisch handelen reeds tuchtrechtelijk is veroordeeld. Subsidiair stelt de arts zich op het standpunt dat hem geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, nu de klacht geen medisch handelen zijnerzijds betreft. Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk. Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing, ontvangt klaagster in haar klacht. De tweede tuchtrechtnorm omvat tevens een handelen (of nalaten) door een BIG-geregistreerde in die hoedanigheid, in strijd met het openbare algemene belang van een goede individuele gezondheidszorg. Centraal Tuchtcollege wijst de klacht af nu de verweten gedraging, te weten meineed, althans het opzettelijk onjuist verklaren, niet is komen vast te staan.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0911 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1005

    Klager verwijt de tandarts onjuiste orthodontiebehandeling bij zijn dochter, onjuiste declaraties, geen klachtenregeling te hebben en het bij het aanbrengen van de beugel in rekening brengen van het uitnemen daarvan. Verweerster heeft ondanks herhaald verzoek van het college het dossier van de dochter niet overgelegd en is evenmin ter zitting verschenen. Gedeeltelijk gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0918 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.176

    Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat een na de behandeling bij haar geconstateerde (verzakkings)fractuur in een ruggenwervel, is veroorzaakt door manuele therapie. Klaagster is gediagnosticeerd met osteoporose. De verzakkingsfractuur bevindt zich op het niveau L4. De fysiotherapeut heeft de wervels ter hoogte van T8-10 gemanipuleerd. Het Regionaal College oordeelt dat geen verband is komen vast te staan – en ook niet aannemelijk is geworden – tussen de later geconstateerde inzakkingsfractuur en de behandeling door de fysiotherapeut. De klacht is daarom kennelijk ongegrond. Het Centraal College verwerpt het beroep, nu de behandeling in beroep niet heeft geleid tot de vaststelling van feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel leiden.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG0915 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/59

    -

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0912 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 155/2008

    Klacht tegen neurochirurg. Spondylodese (fixatie) L5-S1. Foutief geplaatste schroeven. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1363 Raad van Discipline Arnhem 10-28

    Verzetschrift (wel tijdig) bevat geen gronden. De aanvulling kwam te laat. Geen verschoonbare termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG0916 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2010/04

    -

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0913 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 231/2009

    Klaagster was zwanger van een kind met de aandoening trisomie 18. Zij wilde de zwangerschap uitdragen en is na 41 weken en 6 dagen ingeleid in het ziekenhuis. Gedurende de bevalling was er sprake van een CTG-registratie waaruit bleek dat er sprake was van foetale nood. Het kind is bij de bevalling overleden. Klaagster heeft (o.a.) een klacht ingediend tegen de eerstelijnsverloskundige die haar tijdens de zwangerschap en de bevalling begeleidde. Zij verwijt de verloskundige ondermeer dat het te voeren beleid van non interventie ingeval er sprake was van foetale nood niet met haar is besproken, dat zij onvoldoende begeleid is bij de bevalling en dat zij de baby niet levend in handen heeft kunnen houden. De klacht is gedeeltelijk gegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1364 Raad van Discipline Arnhem 10-37

    Advocaat behandelt klagers vordering op diens eerdere advocaat die de uitkomst vormde van een begrotingsprocedure. Verzet (tegen het oordeel van de voorzitter deels niet-ontvankelijk, deels kennelijk ongegrond) ongegrond. De incongruentie die de uitkomst van een procedure ex art. 39 Wet tarieven burgerlijke zaken oplevert (door dat die procedure de advocaat wél maar de cliënt niet meteen een titel oplevert) betreft allereerst de relatie tussen klager en diens eerste advocaat. Dat punt was voor of in een snelle en goedkope incasso zoals klagers wenste niet meteen bruikbaar.