Zoekresultaten 20911-20920 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:195 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-830/DH/DH

    Beslissing op verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet. De raad is met de deken van oordeel dat gelet op de feiten de aan verweerder toevertrouwde belangen van zijn cliënten ernstig gevaar lopen, zodat een spoedvoorziening in de vorm van een schorsing in de praktijkuitoefening geïndiceerd is. De raad overweegt daartoe met betrekking tot de kantoororganisatie als volgt. Verweerder heeft een advocatenkantoor opgericht waarin hij als enige advocaat werkzaam is. Vaststaat dat niet verweerder, maar voornamelijk anderen, die in dienst zijn van het kantoor, dan wel een samenverkingsverband hebben met verweerder, de dienstverlening aan de cliënten verrichten. Door de manier van communicatie heeft verweerder op zijn minst de schijn gewekt dat er meerdere advocaten werkzaam zijn op het kantoor. Voorts wordt nagenoeg uitsluitend met de digitale handtekening van verweerder gewerkt. Meerdere personen binnen het kantoor hebben toegang tot deze handtekening, zodat onduidelijk en oncontroleerbaar is of de advocaat, in casu verweerder, de werkzaamheden verricht. Met betrekking tot de financiële integriteit overweegt de raad dat verweerder met het grote aantal LAT-aanvragen dat hij in de onderzochte periode heeft laten uitgaan en waarin niet of nauwelijks werkzaamheden zijn verricht en onder welke werkzaamheden slechts enkele van zijn hand lijken te zijn, in strijd heeft gehandeld met de op hem rustende verplichting tot financiële integriteit en op zijn minst genomen de schijn heeft gewekt dat hij hiermee zonder hiervoor verantwoording af te hoeven leggen snel en gemakkelijk geld heeft willen verdienen. Ten slotte overweegt de raad dat verweerder zich tijdens de onderzoeken van de deken en de Raad voor Rechtsbijstand hardop heeft afgevraagd of hij verantwoordelijk kan worden gehouden voor het handelen van anderen op zijn kantoor. De raad beantwoordt deze vraag bevestigend. Voorts verontrust het de raad ten zeerste dat verweerder het kwalijke van zijn handelen niet inziet en de verantwoordelijkheid op deze manier afwentelt. In dit licht ziet de raad ook de klachten die verweerder heeft ingediend tegen iedereen die het foutieve van zijn handelen blootlegt. De raad wijst het verzoek van de deken toe en schorst verweerder op de voet van artikel 60ab Advocatenwet met onmiddellijke ingang in de uitoefening van de praktijk als advocaat.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:70 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/13

      Gelet op artikel 43 van de Wna, waarin is bepaald dat partijen bij de akte tijdig tevoren de gelegenheid krijgen om van de inhoud van de akte kennis te nemen en de erkenning van de notaris van het verzuim op dit punt, wordt de klacht op dit onderdeel gegrond verklaard.   Het Reglement BUD, gelet op de daarin genoemde uitzonderingen, staat niet in de weg aan doorbetaling van een (deel van een) verkoopsom in verband met de verkoop en levering van het winkelpand/woonhuis in gevolge een hypotheekrecht aan een (hypotheek-)bank. Doorbetaling van de verkoopsom aan de hypotheekhouder was daarom, gelet ook op het tussen partijen gewezen vonnis van 31 oktober 2014, niet bij voorbaat uitgesloten. Om deze redenen wordt de klacht op dit onderdeel gegrond verklaard.   Overigens geen reden om aan te nemen dat het bewerkstelligen van het ontslag van klaagster uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor beide hypothecaire geldleningen onderdeel zou uitmaken van de door de notaris te verrichten werkzaamheden. De klacht op onderdeel wordt dan ook ongegrond verklaard.   Afgezien van het feit dat de notaris zowel met klaagster als haar ex-echtgenoot had moeten overleggen over de bestemming (betaling aan partijen dan wel aan de hypotheekbank) van de verkoopsom, kan de notaris niet het tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt dat deze hypothecaire geldlening nog niet (volledig) is afgelost. In zoverre dient dit klachtonderdeel ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:196 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-394/DH/RO

    Klacht over advocaat wederpartij. Klaagster verwijt verweerder dat hij haar, zonder tussenkomst van haar advocaat, twee brieven heeft gezonden. De raad is van oordeel dat de brieven niet kunnen worden aangemerkt als een aanzegging met rechtsgevolg in de zin van gedragsregel 18 lid 2. De eerste brief betreft immers een sommatie aan klaagster om medewerking te verlenen aan een inspectie van haar woning, terwijl de tweede brief primair eveneens een sommatie betreft en slechts subsidiair een opzegging van het huurcontract. Reeds daarom is de uitzondering van gedragsregel 18 lid 2 niet van toepassing. Gelet op gedragsregel 18 lid 1 had verweerder de brieven derhalve rechtstreeks dienen te richten aan de advocaat van klaagster (die immers bij hem bekend was) en niet aan klaagster zelf. Klacht gegrond. Waarschuwing, kostenveroordeling t.g.v. NOvA en terugbetaling griffierecht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:197 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-237/DH/RO

    Klacht over eigen advocaat. Verweerster wist dat klaagster op een geheim te houden adres verbleef en heeft desondanks dit adres niet onleesbaar gemaakt op een huurspecificatie die zij bij de rechtbank heeft ingediend. De klacht is in zoverre gegrond. Aangezien verweerster heeft erkend dat het haar valt te verwijten dat zij het adres van klaagster niet onleesbaar heeft gemaakt, en zij daarvoor meermalen haar excuses heeft aangeboden aan klaagster, geeft zij er blijk van in te zien dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Gelet daarop, alsmede op het feit dat niet gebleken is dat klaagster hierdoor schade heeft geleden dan wel anderszins (ernstig) is benadeeld, acht de raad geen termen aanwezig om aan verweerster een tuchtrechtelijke maatregel op te leggen. Wel dient verweerster het door klaagster betaalde griffierecht aan haar te vergoeden.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:63 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/300167/KL RK 16-37

      De bijzondere aanbiedingsplicht als bedoeld in artikel 15 van de statuten van Y B.V. dient naar het oordeel van de kamer te worden aangemerkt als een juridisch-technisch zodanig specifieke constructie dat van klager in dit geval in redelijkheid niet verwacht kon worden dat hij zich (van de implicaties) daarvan bewust zou zijn en/of bij oprichting van de Stak uit eigen beweging de notaris daarop zou wijzen. De notaris had bedacht moeten zijn op het (mogelijk) bestaan van een bijzondere aanbiedingsplicht en had niet alleen bij klager navraag behoren te doen, maar ook eigen onderzoek daarnaar dienen te verrichten. Klacht gegrond. Oplegging waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:15 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/29

      Afwikkeling nalatenschap. Klagers verwijten de notaris voortdurend druk op hen te hebben uitgeoefend de nalatenschap te aanvaarden en een volmacht te tekenen. Verder stellen klagers dat de notaris toezeggingen heeft gedaan en hen naar zijn kantoor heeft laten komen met de bedoeling hen te beïnvloeden. Ook verwijten zij hem brieven niet te hebben beantwoord. De kamer stelt voorop dat een notaris een opdracht tot afwikkeling van een nalatenschap niet behoeft te beëindigen indien niet alle erfgenamen met die opdracht hebben ingestemd. Niet gebleken is dat de notaris (ongeoorloofde) druk op klagers heeft uitgeoefend. Evenmin is gebleken dat de notaris onder valse voorwendsels klagers op zijn kantoor heeft uitgenodigd. Wel is komen vast te staan dat de notaris ten onrechte brieven van klagers niet heeft beantwoord. Aan de notaris wordt daarvoor een waarschuwing opgelegd. Voor de maatregel is mede redengevend dat het de notaris lijkt te ontbreken aan een communicatieve instelling, nu hij eerder niet heeft gereageerd op een bemiddelingsverzoek van de KNB en op het verzoek van de kamer om schriftelijk verweer te voeren tegen de klacht.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:79 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/21, 22 en 23

      De notaris dient met alle belangen rekening te houden, ook die van de beslaglegger. Het feit dat klaagster een professionele partij is en dus zou moeten weten dat een andere procedure zou zijn gevolgd als sprake was geweest van verkoop door de hypotheekhouders neemt niet weg, dat wanneer uit de reacties van klaagster blijkt dat zij van een feitelijk onjuiste situatie uitging, het op de weg van de notaris had gelegen om haar daar nadrukkelijk op te wijzen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:192 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-178/DH/DH

    Beslissing op verzet. De klacht betreft het handelen van verweerster in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij van klager. De raad oordeelt dat de plaatsvervangend voorzitter in zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast, in die zin dat de advocaat een grote vrijheid toekomt de belangen van haar cliënt te behartigen op de wijze die haar passend voorkomt. Die vrijheid mag niet worden beknot ten gunste van de tegenpartij, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze door het optreden van de advocaat zouden worden geschaad. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden van verzet niet slagen en heeft de plaatsvervangend voorzitter de klacht terecht kennelijk ongegrond bevonden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:80 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/123

      De kamer overweegt dat, nog daargelaten dat niet is komen vast te staan dat goederen op een onrechtmatige wijze uit de boedel zijn verdwenen, klager niet heeft aangetoond dat de oud-notaris over goederen van de nalatenschap heeft beschikt. Dat dit zou zijn gebeurd is ook niet aannemelijk. De oud-notaris was immers niet belast met het beheer van de nalatenschap. Dit beheer - en daarmee in dit geval de beschikkingsbevoegdheid over de goederen - kwam (en komt) toe aan de executeur.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:193 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-010/DH/RO

    Klacht tegen advocaat wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verweerster heeft zonder toestemming van beide ouders met de minderjarige kinderen van klager gesproken en daarmee in strijd met de zorgvuldigheid die zij als advocaat had te betrachten gehandeld. Klacht gegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.