ECLI:NL:TNORARL:2015:80 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/123

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2015:80
Datum uitspraak: 04-11-2015
Datum publicatie: 29-09-2016
Zaaknummer(s): AL/2015/123
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   De kamer overweegt dat, nog daargelaten dat niet is komen vast te staan dat goederen op een onrechtmatige wijze uit de boedel zijn verdwenen, klager niet heeft aangetoond dat de oud-notaris over goederen van de nalatenschap heeft beschikt. Dat dit zou zijn gebeurd is ook niet aannemelijk. De oud-notaris was immers niet belast met het beheer van de nalatenschap. Dit beheer - en daarmee in dit geval de beschikkingsbevoegdheid over de goederen - kwam (en komt) toe aan de executeur.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: AL/2015/123

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

[…] ,

wonende te […],

klager,

tegen

[…]

oud-notaris te […].

Partijen worden hierna klager en de oud-notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      een e-mail van 3 augustus 2015 van klager

-      een e-mail van 4 augustus 2015 van de secretaris van de kamer aan klager

-      een e-mail van 4 augustus 2015 van klager

-      een e-mail van 4 augustus 2015, met bijlagen, van klager

-      een e-mail van 5 augustus 2015, met bijlagen, van klager

-      een e-mail van 21 augustus 2015 van de secretaris van de kamer aan klager

-      een e-mail van 24 augustus 2015 van klager

-      een e-mail van 14 september 2015 van de oud-notaris

-      een e-mail van 23 september 2015, met bijlagen, van klager

-      een e-mail van 23 september 2015 van de oud-notaris

-      een e-mail van 24 september 2015, met bijlagen, van klager

-      een e-mail van 24 september 2015, met bijlagen, van klager.

1.2 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de kamer van 25 september 2015. Klager is ter zitting verschenen. Hij heeft het woord gevoerd, mede aan de hand van de door hem overgelegde pleitaantekeningen. De oud-notaris is, met kennisgeving, niet ter zitting verschenen.

2. De feiten

2.1 Gelet op hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd en op basis van de overgelegde stukken, gaat de kamer uit van de volgende feiten.

2.2 Op 24 oktober 2009 is de vader van klager overleden. Hij heeft in zijn testament zijn acht kinderen benoemd tot erfgenaam, ieder voor een achtste deel. Verder heeft hij in het testament een van zijn kinderen [A] benoemd tot executeur.

2.3 De oud-notaris heeft op 9 februari 2011 een verklaring van erfrecht met boedelbeschrijving opgemaakt.

2.4 Bij vonnis van de rechtbank Groningen van 23 november 2011, gewezen tussen de erfgenamen, is de verdeling van de nalatenschap bevolen overeenkomstig de aan het vonnis gehechte conceptakte van verdeling. In het vonnis is verder de oud-notaris benoemd als notaris ten overstaan van wie de werkzaamheden ter verdeling zullen plaatsvinden.

2.5 Tot de nalatenschap behoorden onder meer een woning, saldi van bankrekeningen en een effectenportefeuille.

2.6 Bij vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 21 mei 2014, gewezen tussen de erfgenamen, is een van de erfgenamen [B] veroordeeld om mee te werken aan de verdeling van de nalatenschap, zoals die was bevolen in het vonnis van de rechtbank Groningen van 23 november 2011. In het vonnis is tevens een onzijdig persoon benoemd voor het geval de veroordeelde erfgenaam niet aan de verdeling wenst mee te werken. Ook wordt in het vonnis de executeur gemachtigd de woning die in de nalatenschap valt te gelde te maken.

2.7 De oud-notaris heeft op 28 oktober 2014 de betrokken erfgenamen meegedeeld dat, conform de beslissing van de rechtbank Groningen van 23 november 2011, de akte van verdeling op 14 november 2014 zal worden gepasseerd. Klager is op deze dag niet voor de oud-notaris verschenen, zodat de verdelingsakte niet kon worden verleden.

2.8 Bij vonnis in kort geding van de rechtbank Noord-Nederland van 1 mei 2015, gewezen tussen de executeur als eiser en klager en een andere erfgenaam [C] als gedaagden, heeft de voorzieningenrechter beslist dat voor klager en de andere erfgenaam een onzijdig persoon wordt benoemd, die hen zal vertegenwoordigen bij de verdeling van de nalatenschap zoals die is bevolen in het vonnis van de rechtbank Groningen van 23 november 2011.

2.9 De verdeling van de nalatenschap heeft tot nu toe niet plaatsgevonden.

3. De klacht

Klager verwijt de oud-notaris met name dat hij de nalatenschap heeft verkwanseld. Ook stelt klager dat de extra kosten, die gemaakt zijn met de gerechtelijke procedures, aan de oud-notaris moeten worden toegerekend. Verder maakt klager bezwaar tegen het feit dat de afwikkeling van de nalatenschap is komen stil te liggen. In de visie van klager is dat niet aan zijn handelwijze te wijten. Naar klagers mening dient namelijk eerst een nieuwe akte van verdeling te worden opgemaakt, omdat de akte, waarnaar in het vonnis van de rechtbank Groningen van 23 november 2011 wordt verwezen, door de verkoop van de woning is achterhaald.

4. Het verweer

De oud- notaris betwist dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld. Hij wijst erop dat niet hij, maar de executeur degene is die de nalatenschap afwikkelt. De oud-notaris betoogt dat hij

nooit de beschikking heeft gehad over de gelden die tot de nalatenschap behoren. Verder stelt de oud-notaris dat de executeur met machtiging van de rechtbank de woning van de erflater heeft verkocht. De gelden van de nalatenschap bevinden zich naar de mening van de oud-notaris thans op de derdengeldrekening van het notariskantoor dat zijn protocol toegewezen heeft gekregen. Het is, volgens de oud-notaris, aan dat kantoor om de akte van verdeling te passeren. Het is vervolgens aan de executeur, onder wie het beheer van de nalatenschap berust, om de verkoopopbrengst aan de erfgenamen te doen uitkeren, aldus de oud-notaris.   

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93, eerste lid, van de Wet op het notarisambt zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer zal de klacht aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

5.2  In de betekenis die Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal aan het woord verkwanselen verbindt, komt het verwijt dat klager de oud-notaris maakt erop neer dat de oud-notaris (de goederen uit) de nalatenschap op een knoeierige manier is kwijtgeraakt of deze van de hand heeft gedaan zonder op de prijs te letten. De kamer overweegt dat, nog daargelaten dat niet is komen vast te staan dat goederen op een onrechtmatige wijze uit de boedel zijn verdwenen, klager niet heeft aangetoond dat de oud-notaris over goederen van de nalatenschap heeft beschikt. Dat dit zou zijn gebeurd is ook niet aannemelijk. De oud-notaris was immers niet belast met het beheer van de nalatenschap. Dit beheer - en daarmee in dit geval de beschikkingsbevoegdheid over de goederen - kwam (en komt) toe aan de executeur. Het verwijt dat de oud-notaris de nalatenschap heeft verkwanseld treft dan ook geen doel.

5.3 Dit laatste geldt eveneens voor het verwijt dat de gerechtelijke procedures en de daarmee verband houdende extra kosten zijn toe te rekenen aan de oud-notaris. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat deze procedures en kosten het gevolg zijn van een onzorgvuldig handelen van de oud-notaris.

5.4 De kamer begrijpt uit hetgeen klager ter zitting naar voren heeft gebracht, dat het hem vooral hoog zit dat de gelden van de nalatenschap niet worden uitgekeerd. De kamer overweegt dat de oud-notaris in november 2014 heeft getracht de akte van verdeling te passeren. Klager wenste om hem moverende redenen daaraan niet mee te werken. Vervolgens is de verdere afwikkeling van de nalatenschap in een impasse geraakt. Na het defungeren van de oud-notaris is zijn protocol aan een ander notariskantoor toegewezen. De gelden van de nalatenschap bevinden zich, naar mag worden aangenomen, thans op de derdenrekening van dit kantoor. Nu de oud-notaris geen verdere invloed meer heeft op de afwikkeling van de nalatenschap of het passeren van een akte van verdeling, kan hem geen verwijt worden gemaakt dat (de gelden uit) de boedel niet tot uitkering komen. Ook in zoverre kan de klacht niet slagen.        

5.5 Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

6. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

verklaart de klacht tegen de oud-notaris ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. M.L.J.C. van Emden-Geenen, voorzitter, D.T. Boks, L.P. Oostveen-ter Braak, A.W. Drijver en F. Drost, leden, en in tegenwoordigheid van

mr. J.G.W. Oor, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 4 november 2015.

de secretaris                                                                                                 de voorzitter