Zoekresultaten 10591-10600 van de 45277 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:73 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-095/DH/DH
- Datum publicatie: 19-05-2021
- Datum uitspraak: 17-05-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:73
Raadsbeslissing. Verweerder heeft zonder klagers toestemming informatie gedeeld met de rechtsbijstandsverzekeraar. Hij heeft daarmee zijn geheimhoudingsplicht en daarmee de kernwaarde vertrouwelijkheid geschonden. Overige klachtonderdelen over oa belangenverstrengeling en plegen van fraude ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:74 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-493/DH/DH 20-810/DH/DH
- Datum publicatie: 19-05-2021
- Datum uitspraak: 17-05-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:74
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2020:84 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/654880 / DW RK 19/388 LB/SM
- Datum publicatie: 19-05-2021
- Datum uitspraak: 15-12-2020
- ECLI:NL:TGDKG:2020:84
Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel één week schorsing en veroordeling in de proceskosten. De kamer acht de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder heeft gedragen in woord en (voornamelijk) in geschrift is ongepast, onfatsoenlijk en uiterst onprofessioneel. Dergelijk gedrag is onbetamelijk en past een redelijk handelend gerechtsdeurwaarder niet.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:75 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-661/DH/RO
- Datum publicatie: 19-05-2021
- Datum uitspraak: 01-03-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:75
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels gegrond. Verweerder heeft klaagsters geheime adres aan de advocaat van de wederpartij verstrekt en daarmee niet gehandeld zoals dat van een redelijk bekwaam en redelijk handelen advocaat mag worden verwacht. Waarschuwing. Klacht over de (verdere) kwaliteit van dienstverlening ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:76 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-664/DH/RO
- Datum publicatie: 19-05-2021
- Datum uitspraak: 01-03-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:76
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Dat verweerster klaagster inhoudelijk niet goed heeft bijgestaan is de raad niet gebleken. Het gaat te ver om van verweerster te verwachten dat zij als (Nederlandse) advocaat ook het Turkse (huwelijksvermogens)recht beheerst.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:77 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-866/DH/RO/D
- Datum publicatie: 19-05-2021
- Datum uitspraak: 01-03-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:77
Raadsbeslissing. Dekenbezwaar in beide onderdelen gegrond. Verweerder heeft zijn toezeggingen aan de deken niet gestand gedaan en niet (afdoende) gereageerd op berichten van de deken. Ook heeft verweerder niet voldaan aan een jegens hem gewezen civielrechtelijk vonnis en heeft hij een declaratie van een advocaat die hem had bijgestaan niet voldaan. Verweerder heeft dit alles erkend. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-115a
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:62
Kennelijk ongegronde klacht tegen een longarts. Het College is van oordeel dat het zeer gebruikelijk is dat er na een longoperatie sprake is van blijvende gevoelsveranderingen. Doordat de longvliezen door de aandoening en tijdens de ingreep ook geprikkeld zijn, kan er ook sprake zijn van pleurale prikkeling. Dit kan gevoelig zijn en ook aanhouden na de ingreep. Beklaagde heeft aandachtig naar de klachten van klager geluisterd en zijn vragen zo goed mogelijk beantwoord, zo blijkt uit het medisch dossier. Het College is verder van oordeel dat er geen afwijkende ligging is van de organen, noch dat er een transplantatie of implantatie van organen heeft plaatsgevonden. De thoraxfoto post operatief laat geen complicaties zien. Er was derhalve geen verder onderzoek nodig en er was dus ook geen indicatie voor het verrichten van een echo. Beklaagde heeft een echo op goede gronden geweigerd. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-126d
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:63
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Op 25 november 2013 heeft een uitgebreid kennismakingsgesprek plaatsgevonden. Beklaagde had hiervoor extra tijd (een uur) gereserveerd. Ook is er een uitgebreide verslaglegging van dat gesprek. Daaruit blijkt niet dat klager op dat moment uitdrukkelijk een hulpvraag bij beklaagde heeft neergelegd. In de periode daarna hebben de consulten met klager niet meer bij beklaagde plaatsgevonden, maar bij de collega van beklaagde. Pas in 2018 heeft klager zijn klachten over beklaagde tegen een derde geuit. Toen beklaagde daarvan op de hoogte raakte heeft zij direct actie ondernomen en is zij met klager in gesprek gegaan. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-126c
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:64
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Beklaagde heeft gesteld zich het contact met klager niet meer te herinneren. Uit het huisartsenjournaal blijkt dat beklaagde en klager tijdens het consult op 13 maart 2012 hebben gesproken over de TIA die klager had doorgemaakt en dat klager bij beklaagde zou terugkomen na een bezoek aan de neuroloog in mei 2012. Er zijn geen aanwijzingen dat klager tijdens dat consult andere onderwerpen aan de orde heeft gesteld of heeft willen stellen. De overige stellingen van klager zijn niet onderbouwd. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-184
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:58
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts. Beklaagde valt een tuchtrechtelijk verwijt te maken van het feit dat zij klaagster herhaaldelijk niet lichamelijk heeft onderzocht en haar niet in een eerder stadium uit eigen beweging en met spoed heeft verwezen naar de gynaecoloog. In geen van de vijf consulten in de periode van 2014 tot en met 2020, waarin klaagster zich aanvankelijk met fluorklachten en later ook wegens tussentijds bloedverlies bij beklaagde meldde, heeft beklaagde lichamelijk onderzoek bij klaagster verricht. Ook heeft beklaagde klaagster naar aanleiding van telefonisch contact over fluorklachten of (intermenstrueel en post-coïtaal) bloedverlies niet gevraagd naar het spreekuur te komen voor lichamelijk onderzoek. Het College acht dat zeer onzorgvuldig. Voorts valt b eklaagde te verwijten dat zij klaagster niet eerder, en - toen klaagster op 15 januari 2020 naar de spoedlijn belde in relatie tot het hevige bloedverlies begin januari 2020 - ook niet met spoed, heeft verwezen. Klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Waarschuwing.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1059
- Pagina: 1060
- Pagina: 1061
- ...
- Pagina: 4528
- Volgende pagina zoekresultaten