Zoekresultaten 2621-2630 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:30 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/409942 KL RK 22-126

    klacht van het BFT in verband met het niet transparant declareren in een bewindvoeringsdossier, schending van de zorgplicht om een goede urenadministratie te voeren en onzorgvuldig handelen bij de afwikkeling van drie boedeldossiers bestaande uitonvoldoende voortvarend handelen, onvoldoende en gebrekkige communicatie en inhoudelijke onzorgvuldigheden. Klager is in klachtonderdeel II ten aanzien van dossier 3 niet-ontvankelijk op grond van het ne bis in idem-beginsel. De klacht is in al haar overige onderdelen gegrond. Mede in verband met de bijzondere omstandigheden van het geval legt de kamer de notaris de maatregel van schorsing op voor de duur van twee weken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:80 Hof van Discipline 's Gravenhage 230059

    Samenv. zaak: Verzoekster (= verweerster in oorspronkelijke klachtzaak) komt in hoger beroep tegen een herzieningsbeslissing van de raad. De raad heeft verzoekster n-o verklaard in haar herzieningsverzoeken. Verzoekster had herziening verzocht van twee klachtzaken en een dekenbezwaar, omdat 1 van de advocaatleden van de raad een ernstig auto-ongeluk heeft gehad en verzoekster denkt dat het zeer aannemelijk is dat het advocaatlid de volledige tekst van de raadsbeslissing(en) niet heeft vastgesteld, wat in strijd is met jp van de HR.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:31 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/411148 KL RK 22-143

    Klacht niet ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn. Artikel 99 lid 21 Wna.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:32 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/411708 KL RK 22-148

    Vader heeft vijf kinderen. Vader heeft aan drie van zijn vijf kinderen een perceel grond verkocht. Vader is nu klagende partij met zijn andere twee kinderen.Klagers vorderen ontbinding van de koopovereenkomst en teruglevering van de beide verkochte percelen voor de oorspronkelijke koopsom van€ 14.000,- plus genoegdoening. Ter onderbouwing voeren zij aan dat de notaris: geen rekening heeft gehouden met verjaring en juridische erfgrensbepaling; een opstalrecht heeft gevestigd zonder de eigenaar, noch de gebruiker, te raadplegen; partijdig heeft gehandeld ten opzichte van de kopers. De notaris heeft bij de voorbereiding en het passeren van de akte gedragsregels en protocollen om misbruik van kwetsbare ouderen te voorkomen, overtreden. Ook heeft de notaris zijn onderzoeksplicht, zorgplicht en overlegplicht geschonden; in december 2020 een van de andere kinderen (klaagster) heeft geweigerd om de betreffende percelen te kunnen kopen. Ook heeft de notaris klagers er nimmer op gewezen dat een akte van verkrijging erfgrens mogelijk is. Hierdoor is sprake van partijdigheid, onbetrouwbaarheid, nalatigheid en het niet nakomen van de zorgplicht door de notaris.De kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:131 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-608/AL/OV

    Raadbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. De klacht dat verweerster de ondertekening van de boedelbeschrijving ter discussie heeft gesteld, terwijl verweerster wist dat dit standpunt van haar cliënt onjuist was, is ongegrond. Gelet op de door de zus van klager gedane uitlatingen, die meermaals schriftelijk door haar zijn bevestigd, alsmede de brief van de rechtbank waaruit blijkt dat de rechtbank niet over een door beide vereffenaars ondertekende boedelbeschrijving beschikte, bestonden er voldoende aanwijzingen voor twijfel over de ondertekening van de boedelbeschrijving. De zienswijze van haar cliënt was dus niet op voorhand onjuist, waardoor verweerster als partijdig belangenbehartiger namens haar cliënt het standpunt mocht innemen zoals zij heeft gedaan. Alle klachtonderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:26 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/408270 KL RK 22-107 C/05/409292 KL RK 22 - 118

    Klager heeft een redelijk belang bij de klacht want hij was in het voorlaatste testament de enig erfgenaam van erflater en is dat ingevolge het laatste testament van erflater niet meer. Klager kan derhalve niet het recht ontzegd worden een tuchtklacht in te dienen. De klacht is in de eerste plaats gericht tegen de kandidaat-notaris omdat zij een testament buiten het grondgebed van Nederland heeft gepasseerd. De omstandigheden dat erflater Nederlander was, Nederlands sprak, enkele kilometers over de grens woonde en vanwege zijn precaire gezondheid zijn woning niet meer kon verlaten, maken weliswaar begrijpelijk dat de kandidaat-notaris ervoor gekozen heeft het testament bij erflater thuis te passeren, maar dit neemt niet weg dat de kandidaat-notaris in strijd met artikel 13 Wna en dus  onzorgvuldig gehandeld. Gezien de omstandigheden van het geval gaat het hier echter niet om een intentionele schending van de kernwaarden van het ambt. Gebleken is dat de kandidaat-notaris service-gericht wilde handelen. Nu niet is gebleken[1] dat de kandidaat-notaris eerder met de tuchtrechter in aanraking is geweest, zal de kamer de op te leggen maatregel beperken tot een waarschuwing. Voor wat betreft de klacht dat de notaris de kandidaat-notaris had behoren te beletten dat de kandidaat-notaris in strijd met artikel 13 Wna zou handelen overweegt de kamer dat het toezicht dat de notaris moet houden op de werkzaamheden van de kandidaat-notaris in het algemeen niet zo ver gaat dat de notaris zich van de inhoud van iedere afspraak moet vergewissen.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:132 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-239/AL/GLD

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:27 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/413145 KL RK 22-164

    Klaagster heeft een klacht ingediend namens haar dochter nadat haar wettelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid als moeder van haar dochter van rechtswege is geëindigd op 8 september 2021, zijnde de datum waarop haar dochter 18 jaar is geworden. Vanaf deze datum is klaagster niet meer de wettelijk vertegenwoordiger van haar dochter zodat zij niet bevoegd is, althans niet zonder een daartoe strekkende volmacht, namens haar dochter een klacht in te dienen. Uit de stukken volgt dat hier van een dergelijke volmacht geen sprake is. Klaagster is daarom niet-ontvankelijk in haar klacht. Voor zover klaagster ter zitting aanvullend heeft gesteld dat zij de klacht mede namens zichzelf heeft ingediend overweegt de kamer dat dit uit de klacht niet blijkt. Bovendien heeft klaagster haar standpunt dat zij een eigen (fiscaal) belang had niet met nadere gegevens onderbouwd. Niet aannemelijk is geworden dat in deze zaak voor klaagster sprake is van een notarieel tuchtrechtelijk te beschermen redelijk belang in de zin van artikel 99 lid 1 Wna.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4602

    Klacht tegen bedrijfsarts gedeeltelijk gegrond zover die betrekking heeft op niet naleven van privacywetgeving. Volgens artikel 15e van de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabpvz) had bedrijfsarts logging moeten bijhouden en desgevraagd aan klager afschrift van loggegevens verstrekken. Op grond van artikel 15d Wabpvz moet het medisch dossier desgevraagd op elektronische wijze beveiligd worden verstrekt. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-712/AL/MN

    Klacht over eigen advocaat. De raad verklaart (onder meer) de klacht over de tijdigheid van het starten van een procedure ongegrond.