ECLI:NL:TAHVD:2023:80 Hof van Discipline 's Gravenhage 230059

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2023:80
Datum uitspraak: 26-05-2023
Datum publicatie: 08-06-2023
Zaaknummer(s): 230059
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Samenv. zaak: Verzoekster (= verweerster in oorspronkelijke klachtzaak) komt in hoger beroep tegen een herzieningsbeslissing van de raad. De raad heeft verzoekster n-o verklaard in haar herzieningsverzoeken. Verzoekster had herziening verzocht van twee klachtzaken en een dekenbezwaar, omdat 1 van de advocaatleden van de raad een ernstig auto-ongeluk heeft gehad en verzoekster denkt dat het zeer aannemelijk is dat het advocaatlid de volledige tekst van de raadsbeslissing(en) niet heeft vastgesteld, wat in strijd is met jp van de HR.

Beslissing van 26 mei 2023

in de zaak 230059

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verzoekster

1 INLEIDING

1.1 De raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (de raad) heeft in drie afzonderlijke zaken die gelijktijdig zijn behandeld tuchtrechtelijke maatregelen opgelegd aan verzoekster. Er is geen hoger beroep ingesteld. Verzoekster heeft circa vier maanden later verzoeken tot herziening van de beslissingen van de raad ingediend. Verzoekster is door de herzieningskamer van de raad kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken. Tegen die beslissing heeft verzoekster hoger beroep ingesteld.

1.2 Het hof zet eerst het verloop van de procedures bij de raad en het hof uiteen. Vervolgens zet het hof de gronden voor het hoger beroep op een rij. Daarna volgt de beoordeling van het hof.  

2 PROCEDURES BIJ DE RAAD

2.1 De raad heeft op 8 april 2022 twee klachten en een dekenbezwaar over verzoekster ter zitting behandeld. De raad heeft in die drie zaken op 11 juli 2022 uitspraak gedaan. Het gaat om zaken:

  • 20-231/AL/NN            ECLI:NL:TADRARL:2022:159
  • 22-226/AL/NN            ECLI:NL:TADRARL:2022:162
  • 22-227/AL/NN/D        ECLI:NL:TADRARL:2022:145.

2.2 Tegen geen van de drie beslissingen is hoger beroep ingesteld.

​​​​​​​2.3 Op 8 november 2022 heeft verzoekster verzocht om herziening van de drie beslissingen.

​​​​​​​2.4 In de beslissing van 30 januari 2023 heeft de raad verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken tot herziening van de beslissingen van de raad van 11 juli 2022. De beslissing van de herzieningskamer is gepubliceerd: ECLI:NL:TADRARL:2023:16.

3 DE PROCEDURE BIJ HET HOF 

​​​​​​​3.1 Het beroepschrift van verzoekster tegen de beslissing van 30 januari 2023 is op 1 maart 2023 ontvangen door de griffie van het hof.

​​​​​​​3.2 Het hof heeft kennis genomen van bovengenoemde beslissingen en van het beroepschrift, met bijlagen.

​​​​​​​3.3 De zaak is in raadkamer behandeld.

4 GRONDSLAG HOGER BEROEP

​​​​​​​4.1 Volgens verzoekster kan de uitspraak van de herzieningskamer niet in stand blijven. Verzoekster stelt primair dat “uitsluiting van hoger beroep geen effect sorteert omdat de Orde van Advocaten niet kan afwijken van de Advocatenwet die voor dit geval hoger beroep niet uitsluit”.

​​​​​​​4.2 Verzoekster stelt subsidiair dat het appelverbod moet worden doorbroken omdat de herzieningskamer essentiële vormen niet in acht heeft genomen en fundamentele rechtsbeginselen heeft geschonden. Door schending van het beginsel van hoor en wederhoor is volgens verzoekster geen sprake van een eerlijke en onpartijdige behandeling van het herzieningsverzoek.

5 BEOORDELING

5.1 Het hof stelt bij zijn beoordeling voorop dat de Advocatenwet niet voorziet in de mogelijkheid tot herziening van een uitspraak van de tuchtrechter. Bij de raad ingediende herzieningsverzoeken zijn daarom onderworpen aan het herzieningsprotocol van de raden van discipline. In artikel 5.2 van dat protocol is bepaald dat tegen de beslissing van de herzieningskamer van de raad geen rechtsmiddel open staat. Daarmee faalt al het primaire betoog van verzoekster.

5.2 Naar vaste jurisprudentie van het hof kan het ontbreken van de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen alleen worden doorbroken als bij de procedure bij (de herzieningskamer van) de raad een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden en aldus geen eerlijk proces heeft plaatsgevonden. Het hof zal daarom beoordelen of er gronden zijn voor doorbreking van het appelverbod. Alleen als het appelverbod wordt doorbroken kan de inhoud van de herzieningsbeslissing aan de orde komen.

5.3 De gronden die verzoekster aanvoert ter onderbouwing van de stelling dat fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden zijn, zakelijk weergegeven, als volgt.

  1. De herzieningskamer van de raad heeft miskend dat verzoekster niet binnen de beroepstermijn wist dat een van de leden van de raad die de beslissingen in de zaken 20-231, 22-266 en 22-227 heeft genomen, was uitgevallen door een ongeval. Verzoekster wist eerst op 20 september 2022 van het uitvallen van [naam] als lid van de raad. Dat was na de beroepstermijn. De herzieningskamer heeft het herzieningsverzoek van verzoekster daarom ten onrechte kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
  2. Volgens verzoekster is de herzieningskamer van de raad er ten onrechte van uitgegaan dat de drie uitspraken “zijn gewezen op de dag van de mondelinge behandeling hetwelk bijzonder onwaarschijnlijk is”. De mondelinge behandelingen waren op 8 april 2022 en 12 mei 2022. Het is onaannemelijk dat de drie beslissingen van 11 juli 2022 op de dag van de mondelinge behandeling gewezen zijn. Een beslissing kan volgens verzoekster immers pas gewezen worden als alle betrokken rechters de tekst van de beslissing hebben goedgekeurd.
  3. Het voorgaande “in combinatie met het zonder vooraankondiging afdoen zonder een zitting” levert schending van het beginsel van hoor en wederhoor op. Dit geldt volgens verzoekster te meer omdat er voor haar veel op het spel staat; de deken heeft een vordering tot ten uitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke maatregel aangekondigd, naar aanleiding van de uitkomst van de drie zaken.

5.4 Het hof stelt vast dat de beroepsgronden 1. en 2. zien op de inhoud van de beslissing van de herzieningskamer. Verzoekster is het met het oordeel van de herzieningskamer inhoudelijk niet eens. Dit betekent echter niet dat (daarmee) sprake is van schending van fundamentele rechtsbeginselen. Het appelverbod kan al om die reden niet worden doorbroken, zodat het hof deze beroepsgronden verder onbesproken laat.

5.5 Over grond 3. overweegt het hof dat in het herzieningsprotocol van de raden van discipline is bepaald dat kennelijk ongegronde of kennelijk niet-ontvankelijke herzieningsverzoeken zonder mondelinge behandeling afgewezen kunnen worden bij gemotiveerde beslissing. Die bepaling is in lijn met de Advocatenwet, waarin is bepaald dat op kennelijk ongegronde of kennelijk niet ontvankelijke klachten of hoger beroepen zonder mondelinge behandeling kan worden beslist. Daar komt bij dat het gaat om een procedure zonder wederpartij; er was geen verweer of standpunt van een wederpartij waarop verzoekster had kunnen reageren. Verzoekster heeft de gelegenheid gehad om in haar herzieningsverzoek alle gronden voor haar verzoek naar voren te brengen. Van een schending van het beginsel van hoor en wederhoor in de herzieningsprocedure is daarom geen sprake. Ook beroepsgrond 3. geeft geen grond voor doorbreking van het appelverbod.   

5.6 Het vorenstaande leidt het hof tot de conclusie dat er geen grond is om het appelverbod te doorbreken zodat het beroep van verzoekster niet-ontvankelijk zal worden verklaard.

5.7 Dit betekent dat het hof niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de beroepsgronden tegen de beslissing van de herzieningskamer van de raad.

6 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

​​​​​​​​​​​​​​6.1 verklaart het beroep van verzoekster niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gewezen door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, mrs. W.F. Boele en R.N.E. Visser, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Tijs, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2023.

griffier                                                                                                       voorzitter             

De beslissing is verzonden op 26 mei 2023 .