Zoekresultaten 19951-19960 van de 42643 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:277 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-198

    Voorzittersbeslissing. Klacht over optreden eigen advocaat. Niet gebleken van ondermaats presteren van advocaat. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16111

      Klager verwijt de bedrijfsarts dat zij 1) hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de reden van bezoek aan haar, ook als andere bedrijfsarts, 2) het FML-onderzoek heeft “afgeraffeld” en onzorgvuldig conclusies heeft getrokken zonder recente medische informatie en 3) op onzorgvuldige wijze met klagers inzagerecht is omgegaan. Geen verplichting klager vooraf volledig in te lichten over doel gesprek. Een bedrijfsarts kan op eigen oordeel varen bij vaststellen beperkingen. In casu niet gebleken van noodzaak medische informatie op te vragen. Aan klager is niet binnen redelijke termijn inzage gegeven in dossier. Deels gegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:5 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 598.2016

    Bij de betekening van een notariële akte is bevel tot betaling gedaan voor invorderingskosten, zonder dat daaraan een geldige titel ten grondslag lag. De Kamer acht dit met name in strijd met artikel 8 van het Reglement KBvG-normen voor Kwaliteit. Voor het gegronde deel van de klacht legt de Kamer de gerechtsdeurwaarders ieder de maatregel van schorsing voor de duur van één week op.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:14 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-636/DB/OB, 16-888/DB/OB/D en 16-1051/B/OB/d

    Gevoegde behandeling klacht en dekenbezwaar. Verweerder heeft zich teveel vereenzelvigd met zijn cliënten, heeft onvoldoende professionele distantie tot zijn cliënten bewaard en heeft niet alleen de belangen van de wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze geschaad, maar ook het vertrouwen in de advocatuur in het algemeen. Verweerder heeft een groot aantal gedragsregels overtreden en mede gelet op tuchtrechtelijk verleden: schorsing voor de duur van twaalf weken, waarvan acht weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:3 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-374

    Klacht over kwaliteit van het werk en over de werkwijze van de eigen advocaat, die klagers bijstaat in een jarenlang geschil met de verhuurder van hun bedrijfsgebouw. Dat verweerder klagers niet naar behoren heeft bijgestaan kan de raad niet vaststellen, nu onder meer de processtrategie is besproken en concepten tijdig zijn toegezonden. Ook met de kennis van achteraf is volgens de raad geen sprake van een tuchtrechtelijk verwijt. Evenmin kan de raad vaststellen dat verweerder zich na verlening van de toevoeging aan klagers onvoldoende voor hen is gaan inspannen. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:284 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-476

    Geen schending van gedragsregel 18 door verweerder in arbeidsgeschil van zijn cliënt. Tijdens het eerste contact met en op initiatief van de personeelsmedewerker van de werkgever van zijn cliënt, behoefde verweerder niet te weten dat klager die werkgever ook in deze andere aangelegenheid dan 9 maanden ervoor, als advocaat bijstond. De raad acht aannemelijk dat verweerder de waarschuwingsmail van verweerder hierover pas heeft gezien ná het tweede contact met dezelfde personeelsmedewerker over de ontslagzaak van zijn cliënt. Overweging ten overvloede dat de bewoordingen van verweerder daarna jegens klager niet passend zijn in de onderlinge verhoudingen tussen advocaten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:278 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-305

    Klaagster verwijt verweerster dat zij zich onvoldoende heeft ingezet voor de belangen van klaagster en niet voldoende deskundig is opgetreden, met name toen het over een schikking ging. Klaagster vermoedt dat verweerster in de procedure heeft samengespannen met de wederpartij en door die partij betaald is. Ook klaagt klaagster over het feit dat zij op de dag van de zitting onverwachts te horen kreeg dat er die dag een mondelinge behandeling was. Tenslotte stelt klaagster dat verweerster niet alle stukken aan de opvolgend advocaat ter beschikking heeft gesteld. Naar het oordeel van de raad is van samenspanning niet gebleken. Uit het feit dat klaagster kort voor de zitting een bespreking heeft gehad met verweerster concludeert de raad dat klaagster op de hoogte was van de mondelinge behandeling. Klaagster heeft niet onderbouwd dat verweerster niet alle relevante stukken heeft afgegeven aan de opvolgend advocaat. De klachten zijn allen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:44 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.044

      De klacht is gericht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij niet zelf klaagsters voet heeft behandeld en dat de huisarts zegt dat de klacht psychisch is, terwijl het een lichamelijk probleem was. Het Regionaal College heeft de klacht deels gegrond verklaard en de huisarts gewaarschuwd. Hoger beroep huisarts verworpen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de huisarts niet in voldoende mate regie heeft genomen. Zij had de voet van klaagster – die diabetespatiënte is - zelf moeten beoordelen. Mede gelet op een eerdere, vergelijkbare tuchtzaak en gelet op het feit dat bij de huisarts geen sprake is van reflectie op het eigen handelen, legt het Centraal Tuchtcollege met eenparigheid van stemmen een berisping op.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1606

      Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij tekortgeschoten is in haar verzuimbegeleiding en re-integratie onder meer voor wat betreft het opstellen van de probleemanalyse, de informatie van de behandelend psycholoog en de eerstejaarsevaluatie. Ook wordt de bedrijfsarts een inactieve houding verweten. Onjuiste handelwijze probleemanalyse. PA opgesteld zonder overleg met klaagster en te laat toegezonden. Geen vermelding causaal verband arbeidsongeschiktheid en arbeidsrelatie in probleemanalyse. Op meerdere punten te passieve opstelling bedrijfsarts. Te beperkte taakopvatting. Onvoldoende dossiervorming en zelfreflectie. Deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 558.2016

    De gerechtsdeurwaarders hebben hun opdracht niet voortvarend uitgevoerd. Het heeft te lang geduurd voor zijn tot betekening overgingen en de opdrachtgever is niet goed geïnformeerd. Ook hadden zij sneller moeten overgaan tot het afzien van de toepassing van een beslagvrije voet en ook is onvoldoende overleg gevoerd. De klacht is deels gegrond, oplegging van een berisping.