Zoekresultaten 20201-20210 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:382 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.126

      Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerster heeft in opdracht van de OvJ een psychologisch onderzoek ingesteld naar de persoon van klager. Klager stelt dat het door verweerster opgestelde rapport de noodzakelijke kenmerken van rechtvaardigheid, waarheidsvinding, deskundigheid en gerechtigheid ontbeert en voorts dat er sprake was van een negatieve bejegening door verweerster van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en aan verweerster de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van verweerster deels gegrond; de maatregel van berisping blijft echter gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:142 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 480.2015

      Klacht bestaande uit een groot aantal onderdelen met betrekking tot de inning van achterstallige zorgpremies over een periode van 2007 tot heden. Het betreft klachten over de afhandeling van klachten, over het misbruik van procesrecht, het onvolledig informeren van klager, de inzage in dossiers, het niet samenvoegen van dossiers, het herhaaldelijk dagvaarden of dreigen daarmee, het leggen van beslagen, de hoge kosten, de beslagvrije voet en een intimiderende e-mail. De klachten worden niet-ontvankelijk verklaard voor zover de klachten betrekking hebben op de periode vóór 15 mei 2012 en voor het overige worden de klachten ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:136 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 517.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:251 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160227

    Artikel 13-zaak: Klager heeft de deken gevraagd om aanwijzing van een advocaat voor het behandelen van een tegen klager aangespannen procedure. De termijn voor het instellen van verzet tegen het verstekvonnis d.d. 20 juli 2016 is thans verstreken. Dit brengt met zich dat het beklag van klager moet worden afgewezen. Klagers doel, een rechtsmiddel instellen tegen het verstekvonnis, kan immers niet meer worden bereikt zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Daarbij wordt nog opgemerkt dat het hof – gelezen hebbende het advies van mr.  L – met de deken van oordeel is dat de procedure die klager zou willen voeren als nagenoeg, zo niet volstrekt, kansloos dient te worden ingeschat. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:149 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 698.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.    

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:258 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160168

    Klagers sub 1 en 3 hebben als indirect aandeelhouders en klager bovendien als (oud)bestuurder van V toereikend rechtstreeks belang bij de zakelijke resultaten van V en bij de afwikkeling van het faillissement.   Onder de onderhavige omstandigheden kan, anders dan klagers menen, niet worden aangenomen dat het verweerder niet is toegestaan het standpunt van D (en A N.V. waarvan D stelt bestuurder en meerderheidsaandeelhouder te zijn) in rechte te verwoorden en te verdedigen. Klagers hebben met hun stelling - dat verweerder overleg met de deken had moeten voeren alvorens hij mr. H toeliet gebruik te maken van de steunvordering - het oog op Gedragsregel 27 lid 7. Deze klacht mist feitelijke grondslag omdat deze gedragsregel alleen betrekking heeft op de vordering van een advocaat op zijn cliënt en daarvan is hier geen sprake. Naar het oordeel van het hof heeft verweerder met recht kunnen menen dat een geslaagde faillissementsaanvraag een aanmerkelijk voordeel voor zijn cliënten betekende, al was het alleen al omdat de aanvraag als prikkel dient om alsnog te betalen. De belangen van klaagster sub 2 zijn niet onnodig of onevenredig geschaad. Zij heeft zich in rechte kunnen verdedigen. De omstandigheid dat, naar het oordeel achteraf van de rechtbank en het gerechtshof, de cliënten van mr. H misbruik van procesrecht hebben gemaakt, kan aan verweerder niet worden tegengeworpen. Verweerder diende de belangen van zijn cliënten en hoefde daartoe niet te onderzoeken of en in hoeverre de faillissementsaanvraag van de cliënten van mr. H haalbaar was.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:143 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 1161.2015

      Niet verschijnen op aangekondigd beslag roerende zaken. Vaste rechtspraak is dat een dergelijk handelen/nalaten een goed gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Dat het beslag door een omissie niet in de route was opgenomen, maakt dit niet anders. Bij de inzet van een ingrijpend middel als het leggen van beslag mag uiterste zorgvuldigheid worden gevergd. Klacht deels gegrond, maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:137 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 455.2016

      Beslissing op verzet. Het verzet is ingesteld buiten de daarvoor geldende termijn en wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:252 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160213

    Art. 13-zaak: De deken heeft op 22 juni 2016 het verzoek van klager om aanwijzing van een advocaat afgewezen, omdat, kort samengevat, het verzoek van klager niet voldoet aan de voorwaarden als neergelegd in artikel 13 Aw. Het is volgens de deken onduidelijk voor welke rechtsproblemen klager rechtsbijstand verzoekt en of de zaken van klager zouden moeten dienen in het arrondissement Zeeland-West-Brabant. Ten slotte is volgens de deken niet vast te stellen of er sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging en of klager heeft getracht een advocaat te vinden voor de geschillen waarvoor hij thans rechtsbijstand verzoekt. De stukken zoals ter kennis gebracht aan het hof leiden niet tot andere gevolgtrekkingen dan die in de bestreden beslissing van de deken zijn weergegeven.    

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 140/2016

      Klacht tegen verpleegkundige kennelijk niet-ontvankelijk. Geen reden voor afwijking van hoofdregel dat meerderjarige patiënt wilsbekwaam is zelf een klacht in te dienen.