Zoekresultaten 81-90 van de 42551 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:147 Hof van Discipline 's Gravenhage 230245

    Het betreft hier een klacht tegen de eigen advocaat. Verweerster heeft klager bijgestaan in een tweetal strafzaken. Klager verwijt verweerster (ernstige) steken te hebben laten vallen in de dienstverlening. Beroep klager niet-ontvankelijk voor zover hij zich richt tegen de gegrond verklaarde klacht en maatregel en voor zover in het hoger beroep nieuwe klachten of klachtonderdelen zijn toegevoegd. Beroep klager slaagt voor wat betreft klachtonderdeel g). In dit klachtonderdeel verwijt klager verweerster dat zij heeft geprobeerd om (zijn neef en zaakswaarnemer) P te beschadigen en/of onrust te veroorzaken, door een WhatsAppbericht aan klager te sturen met een afbeelding met daarin de tekst: "Fijne vriend hoor. Hij is het haasje". Verweerster zou daarmee op P. doelen, aldus klager. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat klager wel ontvankelijk is in zijn klacht, nu dit bericht aan klager is gericht en voor zover klager stelt door dit bericht te zijn geraakt. De klacht is echter ongegrond, nu de lat van het tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet met de inhoud van dit WhatsAppbericht wordt gehaald. Waar klager herhaalt (mede) namens zijn familie te klagen, onderschrijft het hof de niet-ontvankelijkverklaring van de raad. Bekrachtiging beslissing raad voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen. Klacht ongegrond. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:143 Hof van Discipline 's Gravenhage 230325

    Intrekking klacht door klagers. Vernietiging beslissing raad. De klacht is gericht tegen verweerder in zijn hoedanigheid van de advocaat van de wederpartij. De gedragingen van verweerder die in hoger beroep ter beoordeling voorliggen, zien op de kernwaarde deskundigheid en gedragsregel 6. Klagers en verweerder hebben een minnelijke regeling getroffen en klagers hebben het hof in vervolg daarop bericht dat zij hun klacht tegen verweerder intrekken. Naar het oordeel van het hof bestaan geen redenen van algemeen belang die met zich brengen dat de behandeling van de klacht moet worden voortgezet. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:144 Hof van Discipline 's Gravenhage 230389

    Het gaat in deze tuchtzaak over de rechtsbijstand door verweerster aan klager in tal van zaken op toevoegingsbasis. De raad van discipline heeft geoordeeld dat de bijstand niet ondermaats is geweest en dat verweerster de bijstand ook mocht beëindigen zoals zij heeft gedaan. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:145 Hof van Discipline 's Gravenhage 230359

    Het gaat in deze tuchtzaak over het door verweerder in gebreke blijven met het tijdig aanleveren van de kengetallen, jaarrekeningen en de ccv-opgave. Daarnaast heeft verweerder overige afspraken met de deken niet nageleefd en zich met dit alles onttrokken aan het toezicht van de deken. De raad van discipline heeft verweerder hiervoor een schorsing van 36 weken waarvan 24 weken voorwaardelijk met een bijzondere voorwaarde opgelegd. Verweerder komt bij het Hof van Discipline op tegen de zwaarte van de opgelegde maatregel. Het hof ziet aanleiding om de door de raad opgelegde maatregel te verzwaren.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2286

    Klacht tegen een plastisch chirurg. Klaagster is begin 2023 geopereerd aan een trigger finger. Deze operatie is uitgevoerd door de plastisch chirurg. Tegen de arts die bij de operatie aanwezig was, de hand ontsmette, de verdoving plaatste en een incisie zette, heeft klaagster ook een klacht ingediend (C2023/2287). Klaagster verwijt de plastisch chirurg onder meer dat hij de arts heeft laten deelnemen aan de operatie zonder toestemming van klaagster en zonder te verifiëren of de arts voldoende bekwaam was, dat hij de operatie niet onder bloedleegte heeft uitgevoerd, dat hij de wond onjuist heeft gehecht en dat hij de operatie heeft uitgevoerd in een onjuiste positie, namelijk met zijn rug naar klaagster toe. Het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2287

    Klacht tegen een arts. Klaagster is begin 2023 geopereerd aan een trigger finger. De arts was bij de operatie aanwezig en heeft de hand van klaagster ontsmet, de verdoving gezet en een incisie gemaakt. Een plastisch chirurg, eveneens aangeklaagd, heeft de vervolghandelingen verricht. Klaagster verwijt de arts dat zij haar geen toestemming heeft gegeven om aan de operatie deel te nemen en dat zij niet voldoende bekwaam was. Ook verwijt klaagster de arts dat zij haar niet op de juiste wijze heeft verdoofd. Het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:148 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-246/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De klacht over de advocaat van de wederpartij wordt kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:77 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-041/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over overtreding gedragsregel 22. De raad is van oordeel dat verweerder zich zowel voorafgaand als na afloop van het getuigenverhoor had moeten onthouden van verdergaand contact met klager dan het schudden van diens hand. Het op min of meer indringend wijzen op de consequenties die het overtreden van de geheimhoudingsverplichting voor klager zou hebben was naar het oordeel van de raad onnodig, omdat die consequenties bij klager bekend mochten worden verondersteld en de netelige positie waarin klager zich bevond zou nu juist in de zittingszaal ten overstaan van de rechter worden besproken. In zoverre is de klacht gegrond. Voor het overige is de klacht ongegrond omdat de feitelijke grondslag daarvoor ontbreekt. Omdat de raad in de zaak met kenmerk 24-040/DB/OB, waarin vandaag eveneens een beslissing wordt gegeven, reeds een maatregel aan verweerder oplegt, ziet de raad in de onderhavige zaak af van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5845

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klaagster aan beide ogen een boven- en onderooglidcorrectie uitgevoerd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij deze correctie niet naar behoren heeft uitgevoerd, dat hij niet voldoende informatie over de risico’s heeft gegeven en dat hij geen goede nazorg heeft verleend.Het college kan niet vaststellen dat de operatie niet op de juiste wijze is uitgevoerd. Voor de stelling van klaagster dat er te veel huid is weggehaald waardoor haar ogen naar beneden trekken, is in de postoperatieve foto’s geen aanwijzing te vinden. Het is verder voor het college invoelbaar dat klaagster veel last en pijn heeft gehad van strakke littekens, maar dat is de plastisch chirurg niet te verwijten. De littekens voelen namelijk strakker naarmate er meer littekenvorming is, maar de mate van littekenvorming is patiëntgebonden. De plastisch chirurg heeft daar geen invloed op.Verder blijkt dat klaagster voldoende informatie heeft gekregen over de operatie. Het college stelt wat betreft de nazorg vast dat uit de stukken blijkt dat er na de operatie van klaagster uitvoerig contact is geweest tussen klaagster en de plastisch chirurg, onder meer via WhatsApp. De plastisch chirurg is steeds goed bereikbaar en aanspreekbaar geweest, en heeft de vragen van klaagster steeds snel beantwoord. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744599 / DW RK 24/13 MK/SM

    Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder niet reageert op de schriftelijke klacht van klaagster. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing wordt ongegrond verklaard.