ECLI:NL:TGDKG:2024:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744599 / DW RK 24/13 MK/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:47
Datum uitspraak: 31-05-2024
Datum publicatie: 31-05-2024
Zaaknummer(s): C/13/744599 / DW RK 24/13 MK/SM
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder niet reageert op de schriftelijke klacht van klaagster. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing wordt ongegrond verklaard.

Beslissing van 31 mei 2024 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 19 december 2023 met zaaknummer C/13/737180 / DW RK 23/259 MdV/WdJ  en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/744599 / DW RK 24/13 MK/SM ingesteld door:

[   ].,

gevestigd te [   ],

klaagster,

gemachtigde: [   ],

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde,

gemachtigde: [   ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 19 juli 2023, heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 11 september 2023, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 19 december 2023 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 21 december 2023. Bij brief, ingekomen op 3 januari 2024, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter . Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 april 2024 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klaagster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 31 mei 2024.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

  • De gerechtsdeurwaarder is belast met een ten laste van klaagster gewezen vonnis van de kantonrechter te Alkmaar van 26 juli 2017.
  • Nadat klaagster meerdere betalingsregelingen niet is nagekomen, is beslag gelegd op een aantal voertuigen van klaagster.
  • Bij e-mail van 12 juni 2023 heeft klaagster een klacht bij de gerechtsdeurwaarder ingediend.
  • Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder bij e-mail van 15 juni 2023 gereageerd.
  • Bij e-mail van 28 juni 2023 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder in gebreke gesteld wegens het niet beantwoorden van de e-mail van 12 juni 2023.
  • Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder bij e-mail van 4 juli 2023 verwezen naar de verzonden e-mail van 15 juni 2023.

4. De oorspronkelijke klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder niet reageert op de schriftelijke klacht van klaagster, met als gevolg dat er verdere juridische stappen moeten worden ondernomen om de belangen van klaagster te beschermen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.2 De voorzitter stelt voorop dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn beantwoordt. Uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde producties blijkt dat de gerechtsdeurwaarder wel degelijk op de klacht van klaagster van 12 juni 2023 heeft gereageerd en tevens op de ingebrekestelling van 28 juni 2023. De gerechtsdeurwaarder heeft hierbij gebruik gemaakt van het e-mailadres dat klaagster bij haar correspondentie gebruikt. Dat klaagster niet het door haar gewenste antwoord heeft gekregen maakt voorgaande niet anders. De klacht stuit hierop af.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde e-mails over de correspondentie betwist omdat er geen bewijs van verzending of ontvangst wordt overgelegd. Klaagster verzoekt de kamer een onder ambtseed verklaarde verklaring van de gerechtsdeurwaarder te verzoeken.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing wordt ongegrond verklaard.

7.2 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.L.S. Kalff, plaatsvervangend-voorzitter, mr. S.N. Schipper en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 mei 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.