Zoekresultaten 2061-2070 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:152 Hof van Discipline 's Gravenhage 220162

    Beroep ingesteld door verweerder. Verweerder heeft vanuit religieuze overwegingen en vanuit de rol die hij in de tempel vervulde met klager gesproken. Klager heeft zeer persoonlijke en daarmee vertrouwelijke informatie met verweerder gedeeld over de huwelijksproblemen tussen klager en zijn toenmalige echtgenote. Verweerder heeft klager geadviseerd zijn huwelijk niet op het spel te zetten. Onder deze omstandigheden stond het verweerder niet vrij de echtgenote van klager één of twee dagen later als advocaat te gaan bijstaan. Bekrachtiging beslissing raad (inhoudende waarschuwing), proceskostenveroordeling. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:192 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-094/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:49 Accountantskamer Zwolle 23/16 Wtra AK

    Klacht tegen een voormalig bestuurder van een accountantskantoor. Betrokkene heeft aan de financierende bank en aan de Raad van Commissarissen halfjaarcijfers 2019 en 2020 verschaft, welke cijfers op onderdelen onderling afwijken en afwijken van de cijfers in de interne administratie. De post belastingen in de halfjaarcijfers 2020 ontbeert een deugdelijke grondslag wat noodzakelijkerwijs betekent dat ook een of meer andere posten in die cijfers geen deugdelijke grondslag hebben. Betrokkene is zonder toestemming van de Raad van Commissarissen twee nieuwe financieringsarrangementen aangegaan. De maatregel van berisping wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:130 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1757

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Bij klaagster werd na een val een wervelbreuk vastgesteld. De orthopedisch chirurg heeft in opdracht van de rechtsbijstandsverzekering van klaagster een expertiserapport uitgebracht ter beantwoording van de vraag of sprake is geweest van medisch onzorgvuldig handelen met betrekking tot de wervelbreuk. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte en valse rapporten heeft overgenomen uit het dossier van het ziekenhuis. Ook verwijt zij de orthopedisch chirurg dat hij niet heeft gereageerd op klaagsters sommatie om bewijs te leveren van de stelling dat zij aan de poliomyelitis uit haar jeugd klachten en/of afwijkingen had overgehouden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:131 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1809

    Klacht tegen psychiater. Klager is beroepschauffeur en rijdt op een vrachtwagen. De psychiater heeft klager op verzoek van het CBR onderzocht in het kader een psychiatrische keuring ten behoeve van een rijbewijsverlenging. Op grond van het keuringsrapport is klager niet rijgeschikt verklaard. Klager verwijt de psychiater onder meer dat het onderzoek onterecht en zonder zijn medeweten en instemming is uitgebreid naar een alcoholonderzoek en dat de psychiater te veel waarde heeft gehecht aan de uitkomsten van het bloedonderzoek (CDT-waarde). Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht (deels) gegrond en legt aan de psychiater de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart de klacht alsnog ongegrond en verstaat dat de waarschuwing is komen te vervallen. Alles overziend is het CTG van oordeel dat ook als de psychiater kennis had gedragen van het feit dat klager ten tijde van het onderzoek vakantie had en daarom sprake was van een hoger alcoholgebruik dan normaal (maar zij was daarvan niet op de hoogte), dit niet noodzakelijkerwijs tot een ander advies had geleid.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730665 / DW RK 23/80 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Klager betwist de vordering. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:132 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1792

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. In februari 2018 heeft de orthopedisch chirurg bij klaagster een heupprothese geplaatst. Nadien is klaagster meerdere malen ter controle gezien en onderzocht wegens aanhoudende pijnklachten. Op 2 maart 2020 heeft een arthrogram plaatsgevonden. De radioloog concludeerde dat er geen argumenten voor loslating waren. Klaagster heeft zich voor een second opinion gewend tot een ander ziekenhuis. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij de heup niet goed heeft geplaatst. Na de operatie kwam er veel wondvocht vrij. Bovendien hield zij klachten. Een verbetering deed zich niet voor. In december 2021 is klaagster opnieuw geopereerd. Klaagster heeft het idee dat er te veel mensen in opleiding bij de operatie aanwezig waren en dat de orthopedisch chirurg haar aandacht er niet goed bij heeft gehad. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:189 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-519/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de (voormalige) eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerster haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Niet op te maken dat de beantwoording van vragen door verweerster onjuist is of dat klaagster opzettelijk in diskrediet is gebracht. Verweerster hoefde aan haar persoonlijk gerichte e-mail niet aan voormalige cliënt door te sturen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/731087 / DW RK 23/92 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Eerder over hetzelfde feitencomplex geklaagd en daarnaast over een periode van meer dan drie jaar geleden. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:190 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-500/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Geheimhoudingsplicht is gericht op advocaat-cliënt-relatie. Klager was geen cliënt van verweerster, zodat de geheimhoudingsplicht niet is geschonden. Verweerster kon in het belang van haar cliënt de medische klachten van klager en de persoon die hij bijstond betwisten. Verweerster hoefde een brief niet ook aan klager te sturen, omdat hij op dat moment de geadresseerde niet meer bijstond. Klacht kennelijk ongegrond.