Zoekresultaten 3161-3170 van de 42613 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:55 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1647

    Klacht tegen internist. Klager heeft enkele dagen na het laatste consult bij de internist een harstilstand gekregen en moest gereanimeerd worden. Hij verwijt de internist onder meer dat zij zijn medische klachten heeft gebagatelliseerd en hem heeft gerustgesteld, ondanks herhaaldelijke verzoeken om nader onderzoek te (laten) doen, en dat zij heeft nagelaten om de behandelend cardioloog tijdig te raadplegen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:22 Accountantskamer Zwolle 22/1253 Wtra AK

    Klagers hebben een klacht ingediend tegen een voormalige zakenpartner, die destijds accountant in business was en op haar huisadres post ontving voor de onderneming van klagers. Volgens klagers heeft zij aangeboden om als vriendendienst de boekhouding en de financiën van klagers onderneming te verzorgen, waaronder het deponeren van jaarrekeningen, wat zij niet heeft gedaan. Daardoor kregen klagers ambtshalve aanslagen en boetes opgelegd. Ook zou zij  zonder toestemming  belastingaangifte hebben gedaan voor de onderneming, een belastingteruggave hebben ontvangen en correspondentie van de belastingdienst en de Kamer van Koophandel hebben  achtergehouden. De accountant ontkent de afspraak. Zij kan zich geen belastingaangifte of ontvangst voor deze onderneming herinneren. Zij heeft geen post achtergehouden. De Accountantskamer oordeelt dat klagers hebben hun beweringen niet aannemelijk hebben gemaakt. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:23 Accountantskamer Zwolle 22/1688 Wtra AK 22/1689 Wtra AK

    Klager heeft vanaf 2011 met zijn vader een vennootschap onder firma (vof) gevoerd. In 2020 heeft klager besloten om uit te treden uit de vof. Tussen klager en zijn vader is vervolgens een geschil ontstaan over de financiële ontvlechting van de vof. Klager stelt zich op het standpunt dat in de door betrokkenen samengestelde jaarrekeningen ten onrechte een winstverdelingspercentage is gehanteerd dat afwijkt van wat hierover in de vennootschapsovereenkomst is vermeld. Ook vindt klager dat de accountant zich niet onafhankelijk en objectief heeft opgesteld en zich alleen heeft laten leiden door het belang van één van de vennoten. De klacht is ongegrond. Betrokkenen hebben toegelicht dat het de bedoeling van partijen was om flexibiliteit te hebben bij de winstverdeling en om vooralsnog een ander winstverdelingspercentage toe te passen. De vennootschapsovereenkomst liet hier ruimte voor. De jaarrekening en de winstverdeling zijn jaarlijks met klager besproken. Het had op zijn weg gelegen om de winstverdeling aan de orde te stellen indien hij meende dat deze onjuist was weergegeven in de conceptjaarrekening. De accountant heeft bij het ontstaan van het conflict een bedreiging van zijn objectiviteit gezien en heeft daarvoor een passende maatregel getroffen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:24 Accountantskamer Zwolle 22/445 Wtra AK

    Tussen klaagster en betrokkene heeft een affectieve relatie bestaan. Aan die relatie is een einde gekomen, nadat klaagster had ontdekt dat betrokkene tevens een relatie had met een andere vrouw. Klaagster stelt dat betrokkene haar gedurende hun relatie heeft gebruikt en misleid, en dat hij gebruik heeft gemaakt van haar kwetsbaarheid. Bovendien was hij als accountant betrokken bij de afwikkeling van het testament van klaagsters overleden echtgenoot, bij zakelijke transacties van haar besloten vennootschap en bij het opstellen van haar testament, wat volgens klaagster tot belangenverstrengeling had kunnen leiden. Ook zou betrokkene grote sommen geld in contanten en douceurtjes van klaagster hebben aangenomen en zonder klaagsters toestemming gebruik hebben gemaakt van haar pinpas. De klacht is deels gegrond. Aan betrokkene wordt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft als accountant niet de vereiste professionele distantie tot een cliënte bewaard en hij heeft rollen vermengd en overschreden door een jarenlange affectieve relatie met klaagster aan te gaan terwijl hij ook haar zakelijke belangen behartigde. Ook heeft betrokkene onprofessioneel gehandeld door druk uit te oefenen op klaagster om haar ertoe aan te zetten om niet de waarheid te vertellen over het bestaan van hun affectieve relatie. Betrokkene heeft hierbij zijn eigen belang vooropgesteld en hij heeft er geen rekening mee gehouden dat klaagster in een kwetsbare positie verkeerde.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:65 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-583/AL/OV

    Naar het oordeel van de raad is sprake van een patroon van nalatigheid, waarbij verweerder de belangen van klaagster in haar bijstandsgeschil vanaf het begin tot zijn onttrekking volstrekt niet met voldoende zorg en deskundigheid heeft behartigd in de zin van artikel 46 Aw. Daarnaast heeft verweerder belangrijke afspraken en informatie niet schriftelijk aan klaagster bevestigd en dat is in strijd met regel 16. Verweerder heeft tevens de kernwaarden deskundigheid en integriteit geschonden. Vooral de omstandigheid dat verweerder niet duidelijk aan klaagster heeft gemeld dat hij de beroepstermijn had laten verlopen maar de suggestie heeft gewekt met een herzieningsprocedure hetzelfde resultaat te kunnen bereiken, neemt de raad hem zeer kwalijk. Dit alles in combinatie met zijn recente tuchtrechtelijk verleden, waarbij dezelfde kernwaarden ook aan de orde waren in gelijksoortige gevallen, legt de raad aan verweerder een onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken op.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:39 Hof van Discipline 's Gravenhage 220051

    Verweerster, optredend voor de ex-vrouw van klager, benaderde klager tijdens een nog lopend mediationtraject van partijen.De van een advocaat te verwachten terughoudendheid in familierechtelijke kwesties geldt ook als partijen samen proberen tot een oplossing te komen door tussenkomst van een mediator, omdat het opnemen van rechtstreeks contact door de advocaat van de ene partij met de andere partij het slagen van de mediation onnodig in gevaar kan brengen. In deze zaak is van onvoldoende terughoudendheid en tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerster geen sprake, omdat het opnemen van contact met klager juist gericht was op de voortzetting van het mediationtraject terwijl haar cliënte overwoog dat traject te beëindigen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:40 Hof van Discipline 's Gravenhage 220093

    Klacht over advocaat wederpartij. Klager verwijt verweerder dat hij hem telefonisch heeft bedreigd en heeft hiertoe getuigenverklaringen overlegd. Het hof verklaart de klacht evenals de raad ongegrond. De verklaringen van de ene getuige zijn wisselend en daarmee niet geloofwaardig. De verklaringen van de andere getuige zijn 'van horen zeggen'-verklaringen; de vaststelling van verweerders identiteit door deze getuige was gebaseerd op informatie van klager. Klacht ongegrond. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:41 Hof van Discipline 's Gravenhage 220094

    Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van de eigen advocaat is onvoldoende onderbouwd. In hoger beroep heeft klager een groot aantal stukken overgelegd zonder duidelijk te maken welk stuk ter onderbouwing dient voor welke stelling. Het onderzoek door het hof van discipline strekt niet zover dat het hof ambtshalve uitzoekt welke bewijsstukken ten grondslag liggen aan welke verwijten en waarom daar verwijtbaar handelen van verweerder uit zou volgen. De klacht is dus ook  in hoger beroep onvoldoende gericht en concreet onderbouwd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:56 Raad van Discipline Amsterdam 22-814/A/NH

    Ongegrond verzet. De stelling van klager dat hij wel een rechtstreeks belang zou hebben is ook met de nadere argumenten die hij heeft gegeven niet komen vast te staan.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:36 Hof van Discipline 's Gravenhage 210359

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft ter onderbouwing van een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor gebruikgemaakt van correspondentie waarin door wordt gesteld dat sprake zou zijn van een valse overeenkomst en dat de advocaat van de wederpartij (klager) daarbij een rol zou spelen. Verweerder heeft bij het gebruikmaken van deze correspondentie ondubbelzinnig laten blijken dat hij zelf geen beschuldigingen jegens klager uitte. Het overleggen van deze correspondentie diende, vanuit het perspectief van de bijstand aan zijn cliënt, een redelijk doel en was dus niet onnodig. Verweerder heeft de aan hem toekomende ruime uitingsvrijheid niet overschreden. Verweerder heeft zich niet onnodig grievend uitgelaten jegens de advocaat van de wederpartij. Vernietiging beslissing raad. Klachtonderdeel ongegrond.