Zoekresultaten 20291-20300 van de 42592 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:201 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-647/DB/LI

    De raad gaat bij zijn beoordeling af op de stukken die aan de raad zijn overgelegd. Klager veronderstelt ten onrechte dat het op de weg van de (voorzitter van de) raad ligt om een actieve rol te vervullen bij het aandragen van bewijs van de stellingen van klager door beeldmateriaal bij de rechtbank op te vragen en  te onderzoeken wat na afloop van een eerdere zitting bij de raad in het gerechtsgebouw tussen partijen is voorgevallen. Het ligt op de weg van klager zelf om bewijsmateriaal van zijn stellingen aan te dragen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 255/2015

      In tandartsengroepspraktijk is bij ontbreken van een schriftelijk behandelplan van verweerder de door hem gedeclareerde code C28  ‘uitgebreid onderzoek t.b.v. opstellen en vastleggen behandelplan’  passend.  Het terugverwijzen naar een collega voor bespreking van het verdere behandelplan, het in de tussentijd hebben van een intern overleg over dat behandelplan is zorgvuldig te noemen en het plan is vervolgens door de collega in een verwijsbrief neergelegd.  Het ware beter geweest als dat overleg in het dossier beschreven was geweest – nu de verrichting dus evengoed op naam van de collega gedeclareerd had kunnen worden – maar het college is van oordeel dat verweerder met  deze declaratie binnen de grenzen van de onder 5.1 genoemde norm is gebleven. Verweerder treft geen verwijt dat hij niet zelf de klacht beantwoordde. Vanuit de groepspraktijk is tijdig gereageerd en was wel zorg gedragen om binnen de organisatie van de groepspraktijk een correcte werkwijze voor het afhandeling van klachten te realiseren. Bij de concrete afhandeling niet gebleken van een onprofessionele houding of onheuse toon aan het adres van klaagster. Klacht afgewezen. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 442.2015

    De gerechtsdeurwaarder heeft voorafgaand aan de betekening van een sommatie-exploot het adres van de debiteur geverifieerd. De gerechtsdeurwaarder acht dit gerechtvaardigd, omdat de betekening van een dergelijk exploot een ambtshandeling betreft. Bovendien is de privacy en de rechtszekerheid daarmee gediend. De Kamer acht de klacht gegrond, omdat het uitbrengen van een sommatie-exploot (nog steeds) geen ambtshandeling is. Wel zijn er ontwikkelingen gaande bij de beroepsgroep die wijzen op steun voor het standpunt van de gerechtsdeurwaarder. Ten tijde van het verrichten van de verificatie (in juni 2014) bestond daarvoor nog geen aanleiding. Ook bij de recente wijziging van de Gdw is daarmee geen rekening gehouden. Mede omdat niet is gebleken dat de privacy van de debiteur is geschonden wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:202 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-654/DB/LI

    In het licht van de voorgeschiedenis en het feit dat de goederen na vijf maanden nog steeds niet waren opgehaald is het niet onbegrijpelijk dat de door de advocaat namens zijn cliënten gestelde termijnen steeds korter werden. Dreigen met vernietiging van goederen is in beginsel niet toegestaan, maar gelet op de feitelijke omstandigheden valt de advocaat van de gekozen aanpak in de zaak, om daarmee de impasse in de zaak ten aanzien van het overdragen van de goederen te doorbreken, tuchtrechtelijk geen verwijt te maken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:110 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 512.2015

    Klacht gegrond, berisping met aanzegging. De beslagvrije voet is niet onverwijld aangepast en er is niet op brieven van de bewindvoerder gereageerd. De indruk is gewekt dat de gerechtsdeurwaarder het belang van de juiste toepassing van de beslagvrije voet onvoldoende inziet.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 172/2015

      Klacht tegen huisarts over de zorg voor patiënt. De klacht betreft -samengevat- diagnostiek, behandeling en bejegening. Behandeling diabetes mellitus ernstig onder de maat. Voor behandeling van ulcus crurus met lokaal insuline bestaat geen enkele medische onderbouwing. Zorg voor patiënt in acute situatie niet adequaat. Verweerder is ernstig tekortgeschoten in de zorg voor patiënt en voor klaagster als naaste betrekking. Voorwaardelijke schorsing van zes maanden met een proeftijd van twee jaren.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 916.2015

    Executie in 2015 van een in 2003 gegeven beschikking waarbij de alimentatie was bepaald als voorlopige voorziening. Een half jaar later is een nieuwe beschikking gegeven waarbij de alimentatie is bepaald op nihil. Te meer omdat de opdrachtgever kennelijk niet in staat was om de tweede beschikking te overleggen had de gerechtsdeurwaarder zich meer moeite moeten getroosten om deze in zijn bezit te krijgen dan wel om daarvan kennis te nemen, alvorens hij tot de beslaglegging overging. Klacht gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:219 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-877/DH/DH

    Wrakingsbeslissing. Verzoek om wraking van de wrakingskamer. De wrakingskamer bepaalt dat het wrakingsverzoek niet in behandeling wordt genomen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:111 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 517.2015

    Klacht gedeeltelijke grond, berisping. Volgens de Kamer is de gerechtsdeurwaarder te laat serieus naar de klacht gaan kijken. De gerechtsdeurwaarder heeft zijn fout erkend. Als gevolg van die fout is ten laste van klager te veel geïncasseerd. Volgens de gerechtsdeurwaarder heeft klager daardoor voor een bedrag van      € 1.461,31 schade geleden. Deze schade is volgens de gerechtsdeurwaarder ontstaan door gebrekkige communicatie aan zijn zijde.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:105 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 999.2015

    Onduidelijkheid bij de niet-nakoming van een betalingsregeling is deels aan klager te wijten. Maar ook had de gerechtsdeurwaarder klager er in dit geval op moeten wijzen voor hij tot de beslaglegging overging, dat hij de storting ( van een bedrag ineens door een familielid van klager) als extra aflossing beschouwede en dus ook verwachtte dat alsnog maandelijks een bedrag zou worden overgemaakt. Klager gegrond maar geen maatregel.