Zoekresultaten 13701-13710 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:31 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-503/DH/DH/D

    Herstelbeslissing die behoort bij de beslissing van de raad van 28 januari 2019.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:12 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-736/DH/DH

    Tussen partijen is gedurende de klachtbehandeling een geschil ontstaan over de vraag of tussen hen een overeenkomst tot stand is gekomen, waar intrekking van de klacht onderdeel van vormt. De raad heeft bij (mondelinge) tussenbeslissing van 24 september 2018 aan de deken opgedragen onderzoek te doen naar de totstandkoming van een overeenkomst. De raad komt op basis van het onderzoek van de deken tot de vaststelling dat de partijen intrekking van de klacht zijn overeengekomen en dat geen grond bestaat voor ambtshalve voortzetting van de klachtzaak, omdat ook onderdeel van de overeenkomst is dat verweerder klagers financieel compenseert voor zijn tekortkoming jegens hen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:25 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-430/DH/DH

    Verzetschrift ontvankelijk. Termijnoverschrijding verschoonbaar vanwege omissie aan de zijde van de griffie(r) van de raad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:38 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-640/DH/RO

    Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:19 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1118/DH/DH

    Verzoeker heeft 2 verzoeken tot herziening ingediend. Voorzitter overweegt dat dit  bijzondere rechtsmiddel niet is bedoeld om een hernieuwde discussie te voeren of om een discussie over de betreffende uitspraak te openen. Gelet op de summiere (feitelijke) onderbouwing die door verzoeker aan beide herzieningsverzoeken ten grondslag is gelegd en de omstandigheid dat beide verzoeken (tegen dezelfde verweerder) kort na elkaar zijn ingediend, heeft het er alle schijn van dat dit wel diens bedoeling is. Voor zover verzoeker de beperkingen die met betrekking tot de mogelijkheid tot het vragen van herziening hebben te gelden tot dusverre niet helder had, is met deze uitspraak en die in de zaak met klachtnummer 17-1034 ook voor hem duidelijk dat deze weg niet openstaat. Eventuele nieuwe verzoeken van verzoeker tot herziening van een onherroepelijke tuchtuitspraak zullen worden geduid als misbruik van (tucht)procesrecht, en dan ook niet in behandeling worden genomen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 18/001CMT

        College van Medisch Toezicht. Voordracht van de IGJ. De voordracht betreft een voormalige revalidatie-arts en is gebaseerd op de gewoonte van drankmisbruik. Het college haalt op basis van een op initiatief van de IGJ uitgevoerd psychiatrisch onderzoek de inschrijving van de arts door en schorst zijn inschrijving met onmiddellijke ingang bij wijze van voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:48 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-850 18-851

    Essentie: klacht van een advocaat met gekoppeld dekenbezwaar. De raad is van oordeel dat verweerster in strijd met Gedragsregels 7 en 24 (2018) zich onnodig grievend over en jegens klager heeft uitgelaten door hem een “ongeleid projectiel” te noemen en hem in correspondentie met gerechten neer te zetten als leugenaar. Daarnaast  heeft verweerster in haar eigen belang en ten nadele van klager aan het gerechtshof feitelijke onjuiste informatie verstrekt en daarmee in strijd met Gedragsregel 8 (2018) gehandeld. De raad stelt voorts vast dat verweerster in strijd met Gedragsregel 21 lid 3 (2018) heeft gehandeld door zich zonder voorafgaande toestemming van klager tot de rechter te wenden nadat uitspraak was bepaald, en zich daarbij niet louter te beperken tot haar opvattingen over het proces-verbaal, maar daarin ook (zaaks)inhoudelijke opmerkingen te maken zonder dat was gesteld dat zij daarbij op dat moment een evident belang had. Berisping en proceskostenveroordeling. In het dekenbezwaar is de raad van oordeel dat verweerster, gezien de  toonzetting van de diverse correspondentie met de rechterlijke instanties, heeft gehandeld zonder de voor een advocaat vereiste eerbied voor de gerechtelijke autoriteiten. Daarbij heeft zij ook onvoldoende professionele distantie getoond in haar eigen procedure, hetgeen is gebleken uit haar emotionele uitlatingen c.q. onaanvaardbare woordkeuze in haar correspondentie, waarbij zij bovendien op oneigenlijke gronden heeft gedreigd met wraking indien zij haar zin niet zou krijgen. Dat is naar het oordeel dusdanig onbetamelijk gedrag van verweerster geweest, dat zij het aanzien in de advocatuur heeft geschaad. Voorwaardelijke schorsing van 12 weken en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:32 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-360/DH/DH

    Verweerder heeft verzuimd de termijn voor instellen van rechtsmiddelen te bewaken en tijdig de noodzakelijke processtukken in te dienen. Mede gelet op tuchtrechtelijk verleden verweerder, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:13 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-989/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij onvoldoende feitelijk onderbouwd en aldus kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1894

    Klager verwijt psychotherapeut dat hij intiem is geweest tijdens behandelsessies, dat hij het beroepsgeheim geschonden heeft, geen behandelplan heeft opgesteld en een adequate behandeling (EMDR) heeft geweigerd, dat hij klager aan zou zetten tot agressief gedrag en dat verweerder behandeling heeft afgedwongen op oneigenlijke gronden. Het college verklaart de klacht met betrekking tot de schending van beroepsgeheim gegrond en wijst de klacht voor het overige af. Verweerder had volgens het college toestemming moeten vragen aan klager om informatie te delen met de reclassering. Het feit dat deze informatie niet nieuw was en dat verweerder zich onder druk gezet voelde door de reclassering doet aan het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen niet af. Gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.