Zoekresultaten 13021-13030 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:82 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-244

    (Van tableau geschrapte) Verweerder had bekend moeten zijn met de wettelijke weigeringsgronden bij een toevoegingsaanvraag en had het risico van afwijzing op voorhand met klaagster moeten bespreken, alsmede de daarbij behorende financiële gevolgen. Door dat niet te doen, althans dat niet met stukken te kunnen onderbouwen, heeft verweerder aan klaagster de mogelijkheid onthouden om bij aanvang van de zaak de daaraan verbonden financiële risico’s goed in te schatten. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met Gedragsregels 8 en 23 (1992). Verweerder heeft excessief gedeclareerd. Voorts heeft hij gehandeld zoals een behoorlijk niet betaamt gezien de toonzetting van zijn correspondentie met klaagster. Tot slot heeft verweerder niet de vereiste behoedzaamheid in acht genomen ex Gedragsregel 27 lid 4 door het dossier niet af te willen geven. Schorsing 4 weken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:144 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-743

    De voorzitter oordeelt klager niet-ontvankelijk in zijn klacht op grond van artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet wegens overschrijding van de driejaarstermijn, zonder dat is gebleken van een verschoonbare termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:106 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-063

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-488

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:76 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-573

    De raad oordeelt dat de juistheid van het verwijt van klager over de weigering van verweerder tot  afgifte van zijn dossier en van bepaalde andere stukken feitelijk niet is komen vast te staan. Met toestemming van klager mocht een door de deken aangewezen onderzoeker, een advocaat, contact hebben met verweerder. Niet gebleken dat verweerder heeft geweigerd aan dat onderzoek mee te werken of heeft getracht om die onderzoeker te beïnvloeden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-350

    De klacht betreft het handelen van verweerster als kantoorgenote van de curator in het faillissement van de broer van klager en de positie van de curator ten opzichte van de nalatenschap van de overleden ouders van de gefailleerde broer, die één van de erfgenamen was. Het handelen van verweerster wordt getoetst aan hetzelfde criterium als het handelen van de formele curator. Niet gebleken is dat verweerster onduidelijkheid heeft laten bestaan over de hoedanigheid waarin zij optrad en haar bevoegdheden als kantoorgenote van de curator. Het stond verweerster vrij om namens de curator op te treden in de procedure waarin de curator aan de rechtbank benoeming van een vereffenaar had gevraagd.  Verder is niet gebleken van belangenverstrengeling doordat verweerster door de curator is ingeschakeld bij de afwikkeling van de nalatenschap. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:144 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-743

    De voorzitter oordeelt klager niet-ontvankelijk in zijn klacht op grond van artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet wegens overschrijding van de driejaarstermijn, zonder dat is gebleken van een verschoonbare termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:100 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-961

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:83 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-232

    De werkzaamheden van verweerster hebben naar het oordeel van de raad niet voldaan aan de daaraan te stellen kwaliteitseisen. Het – terecht – door verweerster opgestelde advies over de haalbaarheid van het verzoek van klaagster is naar het oordeel van de raad deels gebaseerd op onjuiste aannames waardoor zij aan klaagster een onjuist advies heeft gegeven, althans heeft zij daarover bij klaagster misverstand laten ontstaan. Zij heeft in haar advies immers verwezen naar bepaalde informatie terwijl niet is gebleken dat klaagster die informatie ten tijde van de ondertekening van de koopovereenkomst heeft ontvangen of dat die in de aannemingsovereenkomst van toepassing is verklaard. Door de inhoud van de e-mails van klaagster daarover had verweerster nader onderzoek moeten doen en meer moeten doorvragen over de inhoud van de opdracht. In zoverre is de klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:107 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-154

    Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat tegen andere advocaat kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder in een brief namens zijn cliënt jegens klager heeft gedreigd met het tuchtrecht. De brief van verweerder getuigt juist van een transparante communicatie.