Zoekresultaten 1-10 van de 172 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6903

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts in opleiding. Klager verwijt de huisarts in opleiding dat zij hem op het spreekuur in november 2022 niet heeft onderzocht en hm ondanks zijn verzoek daartoe niet naar een oogarts heeft verwezen. Door dit na te laten is het gezichtsvermogen van klager minder geworden en is hij niet meer in staat om te werken. Tijdens een spreekuurcontact in januari 2023 heeft een andere huisarts klager met spoed naar een oogarts verwezen vanwege netvlieslating. Klager is aan zijn oog geopereerd.  Het college is van oordeel dat de huisarts in opleiding niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit het medisch dossier blijkt dat verweerster in november de anamnese heeft afgenomen en wel oogheelkundig onderzoek heeft verricht. Verweerster heeft geen alarmsignalen waargenomen, de symptomen wezen op ‘mouches valantes’. Dit is in de regel een onschuldige aandoening waarvoor geen behandeling nodig is. Volgens de NHG-Standaard Visusklachten is in die situatie geen indicatie voor een verwijzing naar de oogarts. Ook heeft verweerster klager instructies gegeven wanneer hij zich opnieuw diende te melden Latere alarmerende klachten ontstonden eind december 2022, deze waren niet aanwezig tijdens het consult bij verweerster. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6062

    Klacht tegen een verloskundige. Klagers verwijten de verloskundige onder meer onvoldoende zorg, het niet overdragen van de behandeling aan de tweede lijn en handelen in strijd met de dossierplicht. Oordeel college: het onderzoek naar de mate van bloedverlies is niet voldoende uitvoerig geweest. De verloskundige kon thuis niet reeds een loslating van de placenta uitsluiten. Omdat klaagster het bloedverlies ter sprake bleef brengen, had de verloskundige de tweede lijn moeten consulteren. Uit het dossier is niet op te maken dat de verloskundige op een later moment wijzigingen heeft aangebracht. Daarmee is het dossier als geheel niet meer volledig en formeel juist. De verloskundige heeft een navolgbare verklaring gegeven voor de wijzigingen. Zij heeft het partusverslag niet in strijd met de waarheid aangevuld, aangezien de controles daarin automatisch werden vermeld door het digitale systeem dat de verloskundigenpraktijk gebruikt. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing. De verloskundige wordt veroordeeld in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:103 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-185/DH/DH 24-207/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de deken deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:68 Raad van Discipline Amsterdam 24-168/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Niet gebleken is dat verweerder bij die belangenbehartiging klagers belangen onevenredig heeft geschaad dan wel anderszins klachtwaardig heeft gehandeld jegens klager. Ook is niet gebleken dat verweerder (bewust) onwaarheden heeft verkondigd om voor elkaar te krijgen dat zijn cliënte in de woning mocht blijven wonen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5934

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verloskundige. Klaagster is tijdens haar zwangerschap begeleid door de verloskundigenpraktijk waar de verloskundige werkzaam was. De verloskundige is aan het eind van de zwangerschap van klaagster bij haar op huisbezoek geweest, omdat klaagster dacht vruchtwater te hebben verloren. Klaagster is niet tevreden over het bij dat huisbezoek door de verloskundige uitgevoerde onderzoek en haar besluit af te wachten. Ook verwijt klaagster de verloskundige dat zij na de bevalling bij klaagster in het ziekenhuis op bezoek is geweest, tegen de wens van klaagster in. Het college is van oordeel dat de onderzoeken die de verloskundige heeft uitgevoerd conform de ‘Factsheet Gebroken vliezen zonder weeën in de à terme periode (PROM)’ van de KNOV zijn. Uit het verloskundig dossier blijkt dat de beide uitgevoerde testen een negatief resultaat lieten zien. De verloskundige mocht dan ook de conclusie trekken dat er geen sprake was van gebroken vliezen bij klaagster. Verder stelt het college vast dat uit het verloskundig dossier niet kan worden vastgesteld dat klaagster kenbaar had gemaakt dat zij geen contact meer met de verloskundige wilde, vóórdat de verloskundige bij haar langskwam in het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat de verloskundige nazorg heeft verleend op een manier die van haar verwacht mocht worden, en dat ze zelfs nog meer gedaan heeft dan dat door klaagster in het ziekenhuis te bezoeken. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:85 Hof van Discipline 's Gravenhage 230047

    Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Bekrachtiging van schrapping. De raad was eerder van oordeel dat verweerder in strijd heeft gehandeld met de kernwaarden onafhankelijkheid, deskundigheid en integriteit. Verweerder heeft met onvoldoende professionele distantie voor zijn cliënt opgetreden. Niet alleen heeft hij op verschillende momenten als ongefilterd doorgeefluik voor zijn cliënt gefungeerd, ook heeft hij met de door hem gebruikte grievende bewoordingen en toonzetting in zijn correspondentie zowel klaagster als de bij de procedures betrokken instanties op weinig respectvolle wijze bejegend en onder druk gezet. Mede gelet op het omvangrijke tuchtrechtelijk verleden van verweerder , ziet ook het hof bij verweerder een patroon van gedragingen die het hof ervan overtuigen dat hij als advocaat niet in staat is voldoende onafhankelijk te opereren ten opzichte van zijn cliënt. Verweerder vereenzelvigt zich met zijn cliënt en overtreedt daarbij de kernwaarden in ernstige mate. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de raad tot schrapping van verweerder van het tableau.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:60 Hof van Discipline 's Gravenhage 230136

    Dekenbezwaar. Bekrachtiging van schrapping, nadat verweerder in 2021 voor onbepaalde tijd geschorst was. De raad was eerder van oordeel dat verweerder structureel en langdurig in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid, integriteit en deskundigheid heeft gehandeld. Uit zijn handelen bleek, aldus de raad dat hij geen vertrouwen in de rechtspraak, in individuele rechters en (de vertegenwoordigers van) de orde van advocaten had. Hoewel verweerder in hoger beroep stelt dat hij respect heeft voor de rechterlijke macht, de dekens en andere advocaten, blijkt het tegenovergestelde uit zijn handelen. Het beroep op schending artikel 6 EVRM slaagt niet. Met nieuwe, niet onderbouwde beschuldigingen die verband houden met [land] en mensen uit [land], ontkracht verweerder niet de overweging van de raad dat zaken die verweerder behandelt met zijn verleden in verband worden gebracht, terwijl in redelijkheid niet te verdedigen is dat daarmee ook werkelijk een verband bestaat. Veeleer lijkt zijn betoog die overweging te bevestigen. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de raad tot schrapping van verweerder van het tableau.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:32 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-856/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Voortzetting om redenen van algemeen belang. Verweerder heeft gedurende de behandeling van de zaak van klaagster en in het geschil over de declaratie in strijd gehandeld met de kernwaarden deskundigheid en integriteit. Verweerder heeft zich, zonder enige noodzaak om dat te doen, grievend uitgelaten over zijn cliënte richting de wederpartij. Vervolgens heeft hij klaagster ook willen laten betalen voor de tijd die hij bezig was met het uittypen van die uitlatingen. Verweerder heeft ook nagelaten belangrijke informatie en afspraken vast te leggen. Nadat de belangenbehartiging door verweerder is opgehouden en de woning is verkocht, heeft verweerder zijn honorarium gedeclareerd, voordat de verleende toevoeging was ingetrokken. Daarmee heeft verweerder te vroeg gehandeld, heeft hij te vroeg conservatoir beslag gelegd en heeft hij dat ook op een onjuiste wijze gedaan. De gemaakte fout heeft hij niet hersteld, maar dit is blijven voortduren tot aan de zitting bij de kantonrechter. De kantonrechter was door verweerder bovendien verkeerd voorgelicht. De raad acht dit alles ernstig. Verweerder heeft zich niet financieel integer gedragen en heeft ook daaromheen aanzienlijke fouten gemaakt. Schorsing van 4 weken, waarvan 2 weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:1 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/32

    Klager (advocaat) behartigt de belangen van enkele deelgenoten in een nalatenschap. De notaris is vereffenaar van die nalatenschap en hij ontvangt een e-mail van klager met het verzoek contact met hem op te nemen. Onder die e-mail hangt een e-mail van een kantoorgenoot van klager, waarbij deze zich uitlaat over een voorstel dat klager namens zijn cliënten met de notaris zou willen gaan bespreken. Klager verkeerde in de veronderstelling dat zijn e-mail aan zijn kantoorgenoot was gestuurd. Hij stelt dat de notaris direct had kunnen zien dat de e-mail van zijn kantoorgenoot vertrouwelijke informatie bevatte die niet voor hem bestemd was en hij verwijt de notaris dat hij geen gebruik had mogen maken van die informatie. Nu de notaris handelde in zijn hoedanigheid van vereffenaar oordeelt de kamer dat geen sprake is van schending van de (afgeleide) notariële geheimhoudingsplicht. In de gegeven omstandigheden acht de kamer het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris en/of zijn medewerker informatie uit de e-mail van de kantoorgenoot van klager heeft gedeeld met de overige deelgenoten in de nalatenschap. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:174 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1893

    Klacht tegen een huisarts. De huisarts was vanaf 2016 tot 2022 eigenaar van de huisartsenpraktijk. Daarna heeft zij de praktijk overgenomen en is zij als waarnemend huisarts aan de praktijk verbonden gebleven. Klager staat sinds juni 2017 in de praktijk ingeschreven. Er hebben veel consulten van klager bij de huisarts plaatsgevonden vanwege uiteenlopende lichamelijke en psychische (angst)klachten. Klager verwijt de huisarts (onder meer) dat zij a) heeft geweigerd onderzoek te verrichten naar blijvende schade als gevolg van een vitamine B12-tekort, b) klager vaak heeft geweigerd en telefonische afspraken niet nakwam, c) klagers oogklachten in februari 2021 niet serieus heeft genomen, zodat klager uiteindelijk zelf de oogarts moest bellen en met spoed geopereerd moest worden aan een netvliesloslating, d) heeft achtergehouden dat de aorta van klager te groot is, e) klager probeerde te dwingen om naar de GGZ te gaan en f) klager niet heeft geholpen bij het vinden van een andere huisarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.