Zoekresultaten 20251-20260 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:253 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160300

    Voorzittersbeslissing: aangezien de beslissing van de raad op 24 oktober 2016 is toegezonden aan verweerder, kon hij, verweerder, op uiterlijk 23 november 2016 hoger beroep instellen. Nu de appelmemorie van verweerder door de griffie van het hof is ontvangen na afloop van de in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet neergelegde termijn, is het beroep reeds daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 124/2016

      Klacht tegen verpleegkundige. Verweerster zou zich ten onrechte hebben voorgedaan als (verzekerings)arts en zou lichamelijk onderzoek hebben verricht. Klacht kennelijk ongegrond. De fout in de uitnodigingsbrief kan verweerster niet worden aangerekend. Voorts heeft zij tijdens het gesprek haar verontschuldigingen hiervoor aangeboden. Klager kan niet worden gevolgd in zijn stelling dat de keuring door verweerster is gedaan, nu in het verslag is vermeld dat dit door een arts is gedaan en de arts het verslag mede heeft ondertekend.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:145 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 443.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:379 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.239

      Klacht tegen een tandarts werkzaam bij een academisch (opleidings)centrum voor tandheelkunde. Klaagster wordt sinds 2006 behandeld in genoemd opleidingscentrum. De tandarts is vanaf november 2014 bij de behandeling van klaagster betrokken als docent van een student die klaagster op dat moment behandelde. Op enig moment heeft de tandarts de behandelingsovereenkomst met klaagster beëindigd vanwege diverse conflicten. De klacht houdt in dat de tandarts heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die zij jegens klaagster behoorde te betrachten doordat zij onprofessioneel en ondeskundig heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in eerste aanleg afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep voor zover de klacht geheel is afgewezen en oordeelt dat de tandarts de behandelingsovereenkomst niet op zorgvuldige wijze heeft beëindigd door geen concrete hulp aan te bieden bij het zoeken naar een alternatieve tandarts dan wel voor klaagster in beeld te blijven voor noodsituaties. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht in zoverre gegrond, legt de tandarts de maatregel van waarschuwing op en bekrachtigt de bestreden beslissing voor het overige.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:139 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 487.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het op drie onderdelen van de klacht niet met de beslissing van de voorzitter eens en vernietigt de beslissing in zoverre. De gerechtsdeurwaarders hebben geld ontvangen op een moment dat het beslag al was opgeheven. Gelet op het standpunt van klager dat de gerechtsdeurwaarders bekend was hadden de gerechtsdeurwaarders het ontvangen bedrag niet zomaar hadden mogen verdelen over de beslagleggers. De gerechtsdeurwaarders hadden of het bedrag moeten terugstorten aan het UWV of zij hadden bij de doorbetaling rekening moeten houden met de uitspraak van de Hoge Raad ten aanzien van beslag op het vakantiegeld. Dat hebben de gerechtsdeurwaarders niet gedaan. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. De kamer acht het ook laakbaar om als een klager vraagtekens zet bij de doorbetaling van een na het opheffen van een beslag ontvangen bedrag, te dreigen met hervatting van de executie. De klacht dat door de gerechtsdeurwaarders aan klager niet duidelijk is gemaakt hoe de ontvangen bedragen door hen zijn verdeeld, acht de kamer eveneens gegrond. Maatregel: geldboete van € 500,00. Ten aanzien van het overige dat door klager in verzet is aangevoerd wordt het verzet ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:254 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160151

    De raad heeft geoordeeld dat verweerder ten opzichte van klager ernstig tekort is geschoten in zijn zorgplicht, hetgeen onder meer tot gevolg heeft gehad dat klager, die leeft van een bijstandsuitkering, zich nu geconfronteerd ziet met een flinke proceskostenveroordeling. Dit valt volgens de raad verweerder zwaar aan te rekenen, op grond waarvan de raad het opleggen van de maatregel van berisping passend en geboden heeft geacht. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de raad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:373 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.099

      Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij 1) laakbaar, onzorgvuldig en onrechtmatig heeft gehandeld 2) de goede naam en eer van klaagster heeft aangetast en daardoor schade bij klaagster heeft veroorzaakt 3) schade heeft veroorzaakt omdat er vele geldverslindende onderzoeken hebben moesten plaatsvinden om de valse betichtingen van de verpleegkundige te weerleggen 4) zich schuldig heeft gemaakt aan machtsmisbruik 5) haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Klaagster vordert € 1.500,- schadevergoeding. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. H et Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het beroep, nu het beroepschrift niet voldoet aan de in de wet gestelde eisen. Ten overvloede wordt toegevoegd dat als het Centraal Tuchtcollege het beroep inhoudelijk had beoordeeld, het beroep zou zijn verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:223 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-540/DH/RO

    Het is vaste jurisprudentie dat een advocaat die een zaak van een andere advocaat wenst over te nemen zorgvuldig dient te handelen en (dus) vooraf contact dient op te nemen met de behandelend advocaat. Dat er op de betreffende dag een telefoonstoring bij de piketcentrale was, ontsloeg verweerder niet van deze verplichting. Klacht gegrond. Gezien de specifieke omstandigheden van het geval en met name gelet op het feit dat verweerder diezelfde avond nog contact heeft gezocht met klaagster en geen verdere handelingen heeft verricht, ziet de raad aanleiding af te zien van het opleggen van een maatregel. Aangezien de klacht gegrond is verklaard, moet verweerder het door klaagster betaalde griffierecht aan haar vergoeden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:374 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.130

      Klacht tegen een kinderarts. Klaagster verwijt de kinderarts dat zij 1) laakbaar en onzorgvuldig heeft gehandeld 2) de goede naam en eer van klaagster heeft aangetast en daardoor schade bij klaagster heeft veroorzaakt 3) schade heeft veroorzaakt omdat er vele geldverslindende onderzoeken hebben moesten plaatsvinden om de valse betichtingen van de kinderarts te weerleggen 4) zich schuldig heeft gemaakt aan machtsmisbruik 5) haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. H et Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het beroep, nu het beroepschrift niet voldoet aan de in de wet gestelde eisen. Ten overvloede wordt toegevoegd dat als het Centraal Tuchtcollege het beroep inhoudelijk had beoordeeld, het beroep zou zijn verworpen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:236 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-277

    Voorzittersbeslissing: de voorzitter oordeelt dat verweerster namens meerderjarige, die onder bewind stond en een mentor had zonder toestemming van zijn moeder, tevens bewindvoerder en mentor, verzoekschrift tot ontslag als bewindvoerder en mentor bij kantonrechter kon indienen. Ruime vrijheid advocaat wederpartij bij optreden in rechte. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk (geen eigen belang bij klachtonderdeel) deels kennelijk ongegrond.