Zoekresultaten 20241-20250 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:149 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 698.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.    

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:258 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160168

    Klagers sub 1 en 3 hebben als indirect aandeelhouders en klager bovendien als (oud)bestuurder van V toereikend rechtstreeks belang bij de zakelijke resultaten van V en bij de afwikkeling van het faillissement.   Onder de onderhavige omstandigheden kan, anders dan klagers menen, niet worden aangenomen dat het verweerder niet is toegestaan het standpunt van D (en A N.V. waarvan D stelt bestuurder en meerderheidsaandeelhouder te zijn) in rechte te verwoorden en te verdedigen. Klagers hebben met hun stelling - dat verweerder overleg met de deken had moeten voeren alvorens hij mr. H toeliet gebruik te maken van de steunvordering - het oog op Gedragsregel 27 lid 7. Deze klacht mist feitelijke grondslag omdat deze gedragsregel alleen betrekking heeft op de vordering van een advocaat op zijn cliënt en daarvan is hier geen sprake. Naar het oordeel van het hof heeft verweerder met recht kunnen menen dat een geslaagde faillissementsaanvraag een aanmerkelijk voordeel voor zijn cliënten betekende, al was het alleen al omdat de aanvraag als prikkel dient om alsnog te betalen. De belangen van klaagster sub 2 zijn niet onnodig of onevenredig geschaad. Zij heeft zich in rechte kunnen verdedigen. De omstandigheid dat, naar het oordeel achteraf van de rechtbank en het gerechtshof, de cliënten van mr. H misbruik van procesrecht hebben gemaakt, kan aan verweerder niet worden tegengeworpen. Verweerder diende de belangen van zijn cliënten en hoefde daartoe niet te onderzoeken of en in hoeverre de faillissementsaanvraag van de cliënten van mr. H haalbaar was.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:143 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 1161.2015

      Niet verschijnen op aangekondigd beslag roerende zaken. Vaste rechtspraak is dat een dergelijk handelen/nalaten een goed gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Dat het beslag door een omissie niet in de route was opgenomen, maakt dit niet anders. Bij de inzet van een ingrijpend middel als het leggen van beslag mag uiterste zorgvuldigheid worden gevergd. Klacht deels gegrond, maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:137 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 455.2016

      Beslissing op verzet. Het verzet is ingesteld buiten de daarvoor geldende termijn en wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:252 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160213

    Art. 13-zaak: De deken heeft op 22 juni 2016 het verzoek van klager om aanwijzing van een advocaat afgewezen, omdat, kort samengevat, het verzoek van klager niet voldoet aan de voorwaarden als neergelegd in artikel 13 Aw. Het is volgens de deken onduidelijk voor welke rechtsproblemen klager rechtsbijstand verzoekt en of de zaken van klager zouden moeten dienen in het arrondissement Zeeland-West-Brabant. Ten slotte is volgens de deken niet vast te stellen of er sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging en of klager heeft getracht een advocaat te vinden voor de geschillen waarvoor hij thans rechtsbijstand verzoekt. De stukken zoals ter kennis gebracht aan het hof leiden niet tot andere gevolgtrekkingen dan die in de bestreden beslissing van de deken zijn weergegeven.    

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 140/2016

      Klacht tegen verpleegkundige kennelijk niet-ontvankelijk. Geen reden voor afwijking van hoofdregel dat meerderjarige patiënt wilsbekwaam is zelf een klacht in te dienen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:259 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160178

    Klager heeft als indirect aandeelhouder en bestuurder van V toereikend rechtstreeks belang bij de zakelijke resultaten van V en bij de afwikkeling van het faillissement. Ingevolge Gedragsregel 27 lid 7 mag een advocaat ter zake van nog niet in rechte vastgestelde vorderingen het faillissement van zijn cliënt niet aanvragen dan na overleg met de deken. Vast staat dat verweerder de deken niet heeft geraadpleegd. In de klachtzaak van klager tegen mr. B heeft het hof bij uitspraak van heden (onder zaaknummer 160167) geoordeeld dat zijn declaratievordering jegens V als onbetwist heeft te gelden en dat het hem vrijstond, om ter incasso van die vordering, het faillissementsverzoek door verweerder ingediend namens zijn cliënten, te ondersteunen. Het hof is van oordeel dat verweerder, net zomin als mr. B, door gebruik te maken van diens declaratievordering als steunvordering, niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt. Daaraan doet niet af dat verweerder niet bij mr. B heeft geïnformeerd of hij de deken had geraadpleegd.    

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:150 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 584.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met een onderdeel van de beslissing van de voorzitter niet eens. De beslissing wordt op dat onderdeel vernietigd. Met betrekking tot het verzoek om een specificatie van de kosten had van de gerechtsdeurwaarder een concreet antwoord mogen worden verwacht. Voor wat betreft de kosten had de gerechtsdeurwaarder naar uitgebrachte exploten kunnen verwijzen dan wel een specificatie van de kosten naar klager kunnen sturen, zoals door hem is gedaan in het inleidende verweerschrift. Niet betwist is dat klager daar ook telefonisch om heeft verzocht. De klacht met betrekking tot de kosten is terecht voorgesteld. Heen maatregel opgelegd. Het verzet wordt voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:144 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 319.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:138 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 488.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het op een klachtonderdeel niet met de beslissing van de voorzitter eens en vernietigt de beslissing voor dat onderdeel. Met klaagster is niet gecommuniceerd over haar betalingsvoorstel hetgeen wel had gemoeten. In plaats daarvan is de gerechtsdeurwaarder direct tot het leggen van het beslag is overgegaan. Op dit onderdeel acht de kamer de klacht gegrond.  Maatregel van berisping opgelegd. Ten aanzien van het overige dat door klaagster in verzet is aangevoerd wordt het verzet ongegrond verklaard.