Zoekresultaten 20701-20750 van de 45118 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:239 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.494

    Klacht tegen HAP arts. Klaagster is echtgenote van een inmiddels overleden hoog bejaarde patiënt met Alzheimer. Patient is op zijn rug gevallen. De arts heeft hem in de nacht op de HAP gezien en geconcludeerd dat sprake was van een kneuzing van de rug. Een dag later zijn in het ziekenhuis, na verwijzing door de huisarts, verschillende fracturen in de wervelkolom, waaronder een instabiele halswervelfractuur, gediagnostiseerd. Klaagster verwijt de arts onder meer dat zij het lichamelijk onderzoek onvoldoende adequaat, onvoldoende zorgvuldig en ondeskundig heeft uitgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht op dit punt gegrond en legt de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege komt tot de conclusie dat aannemelijk is dat het onderzoek van de arts te summier is geweest, in het bijzonder waar het gaat om de aantasting van het loopvermogen van patiënt. Dat geen sprake was van krachtverlies of andere door het trauma veroorzaakte motorische beperking, heeft de arts niet op basis van het verrichte onderzoek kunnen vaststellen. Het Centraal Tuchtcollege volstaat met een waarschuwing .

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:246 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.105

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat zij een niet volledig ingevulde en niet correcte probleemanalyse heeft ingevuld en dat de probleemanalyse niet tijdig is opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het tijdig (binnen zes weken na de eerste ziektedag) opstellen, ondertekenen en toesturen van de probleemanalyse een eigen verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts is. Het feit dat de arbodienst fouten heeft gemaakt of dat de gehanteerde werkwijze van de arbodienst tot gevolg heeft gehad dat er vier versies van de probleemanalyse in omloop zijn gekomen, doet aan deze eigen (tuchtrechtelijke) verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts niet af. Het Centraal Tuchtcollege constateert dat de bedrijfsarts haar verantwoordelijkheid met betrekking tot het tijdig opstellen en ondertekenen van de probleemanalyse in het geval van klaagster niet heeft genomen. O ok het juist en volledig invullen van een probleemanalyse is een eigen verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts. Het kan de bedrijfsarts dan ook worden aangerekend dat dit in het geval van klaagster niet is gebeurd. Het feit dat er foutieve antwoorden door het systeem zijn ingevuld die de bedrijfsarts niet kan wijzigen (wat daar verder ook van zij) doet daaraan niet af. Het voorgaande betekent dat het Centraal Tuchtcollege de klacht in al haar onderdelen gegrond acht. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, en opnieuw rechtdoende, verklaart de klacht alsnog gegrond en legt aan de bedrijfsarts de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:26 Kamer voor het notariaat Amsterdam 624694 / NT RK 17-18 OJ en 624697 / NT RK 17-19 OJ

    De vraag of de notarissen voorafgaand aan het passeren van de akte, kennis hadden moeten nemen van de Franse akte, kan onbeantwoord blijven. Op enig moment is immers in gezamenlijk overleg besloten over te gaan tot opheffing van de huwelijksvoorwaarden zoals aangegaan in de akte van 2001, alvorens het verdere erfrechtelijke traject ter hand werd genomen. De notarissen hebben onweersproken gesteld dat de notaris tijdens de bespreking van 24 februari 2014, die ruim een uur heeft geduurd, op de gevolgen heeft gewezen. Daarna is het concept voor de akte, waarin een, naar de notarissen ook hebben gesteld, ongebruikelijk uitvoerige considerans is opgenomen, waarin de gevolgen nog eens expliciet zijn beschreven, op 26 februari 2014 per e-mail aan klager toegezonden. In die mail is nog eens afzonderlijk vermeld dat na het passeren alle bezittingen, zowel in Nederland als daarbuiten, gezamenlijke eigendom zullen zijn. Daarna heeft klager, alvorens de volgende dag tot passeren werd overgegaan, er blijk van gegeven het voorgaande ontvangen en gelezen te hebben. Onder de gegeven omstandigheden moeten de notarissen geacht worden aan hun Belehrungspflicht te hebben voldaan en leidt de omstandigheid dat het pand (adres) in de bespreking van 24 februari 2014 mogelijk niet met zoveel woorden aan de orde is gekomen, niet tot een ander oordeel.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:234 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.346

    Klacht van vader zonder gezag tegen psychiater van zijn zoon. Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. Psychiater heeft vader voldoende geïnformeerd en was niet gehouden informatie die vader aan haar verschafte in haar rapportage op te nemen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:247 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.139

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:241 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.025

    klacht tegen een gz-psycholoog. Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij hem, als voormalig patiënt, in loondienst heeft genomen en op haar terrein heeft laten wonen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de gz-psycholoog een voorwaardelijke schorsing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de gz-psycholoog.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:235 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.315

    Klacht tegen plastisch chirurg. Klager leed aan lipodystrofie in het gezicht en heeft zich in juni 2006 tot verweerder, plastisch chirurg, gewend voor een behandeling waarbij zijn wangen zouden worden opgevuld. Drie maanden later heeft de ingreep plaatsgevonden. Bij klager is in beide wangen Bio-Alcamid ingespoten. Twee jaar later bleek de Bio-Alcamid nog steeds zichtbaar en heeft verweerder klager twee opties voorgehouden: gedeeltelijke verwijdering van de Bio-Alcamid of opvulling van de diepte boven de Bio-Alcamid. Klager verwijt verweerder dat hij: 1) heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij bij de uitoefening van zijn beroep in acht moet nemen, 2) misvormingen in het gelaat van klager heeft veroorzaakt, en 3) zonder informed consent het middel Bio-Alcamid heeft gebruikt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, omdat de arts niet zorgvuldig heeft gehandeld door klager pas op de dag van de ingreep te informeren over het te gebruiken opvulmiddel en er vanuit te gaan dat, toen klager niet protesteerde, er informed consent was. De arts is ter zake daarvan de maatregel van berisping opgelegd. Voor het overige is de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt zowel het beroep van de arts als het incidenteel beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:133 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-272

    Ongegronde klacht tegen een cardioloog . Verweerder heeft op basis van de klachten van patiënt, zijn bevindingen na lichamelijk onderzoek en het door hem verrichte aanvullende onderzoek – waarvan het medisch dossier uitvoerige en duidelijke verslaglegging bevat – op juiste gronden de diagnose stabiele angina pectoris heeft gesteld . Bij deze diagnose is een medicamenteuze behandeling zoals door verweerder ingezet een juiste keuze conform de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie. Het College kan niet vaststellen of patiënt tijdens het telefonisch contact daadwerkelijk heeft gemeld dat de medicatie niet aansloeg en hij nog steeds klachten had of dat hij enkel heeft gebeld voor het maken van een vervolgafspraak. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:141 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-554/DH/RO

    Beslissing naar aanleiding van een verzoek ex art. 60ab lid 2 Advocatenwet. Verweerder bevond zich ten tijde van de zitting van de raad in bewaring. Omdat de vordering gevangenhouding twee dagen later in raadkamer van de rechtbank zou worden behandeld, heeft de raad zijn beslissing op het schorsingsverzoek ex artikel 60ab lid 2 Advocatenwet aangehouden totdat de beslissing van de raadkamer zou zijn genomen. Bij wijze van voorlopige voorziening heeft de raad bepaald dat verweerder zich tot aan de beslissing van de raadkamer niet als advocaat mocht gedragen, met uitzondering van contacten tussen verweerder en zijn praktijkwaarnemer in het kader van de praktijkwaarneming.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:142 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-554/DH/RO

    Beslissing volgend op de beslissing van 1 augustus 2017 in de zaak 17-554/DH/RO. De raad wijst af het verzoek van de deken om verweerder ex artikel 60ab lid 2 Advocatenwet met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd te schorsen in de uitoefening van de praktijk. De vordering gevangenhouding is op 3 augustus 2017 behandeld in raadkamer van de rechtbank. Bij beschikkingen van die datum is de gevangenhouding bevolen en de voorlopige hechtenis geschorst met ingang van 4 augustus 2017. De situatie als bedoeld in artikel 60ab lid 2 Advocatenwet doet zich vanaf laatstgemelde datum dan ook niet meer voor.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/298

    Klaagster verwijt verweerder, haar huisarts, dat hij haar klachten niet serieus heeft genomen en geen lichamelijk onderzoek heeft verricht. Klaagster had zich meerdere malen tot de huisarts gewend in verband met klachten. Volgens klaagster heeft verweerder haar na het laatste bezoek doodziek naar huis laten gaan. Klaagster is een dag later op de IC opgenomen in verband met ernstige nierinsufficiëntie. Verweerder voert verweer. Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 095/2016

    Bedrijfsarts begeleidt klaagster volgens met werkgever afgesproken eigen regie model. Dit leidt tot een te passieve houding van de bedrijfsarts t.o.v. de verzuimbegeleiding van klaagster. Opeenstapeling van tekortkomingen: niet afgeven schriftelijke rapportages aan klaagster, schijn van verlies van onpartijdigheid, te laat onderkennen ontbreken vertrouwensband, onvolledig toepassen NVAB richtlijn psychische problemen en niet toepassen STECR Werkwijzer Arbeidsconflicten. Volgt oplegging van een berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:183 Raad van Discipline Amsterdam 17-473/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerster toezeggingen niet is nagekomen Evenmin valt haar terzake van het retourneren van het dossier aan klaagster enig tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:184 Raad van Discipline Amsterdam 17-476/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Geen sprake van onnodig grievende uitlatingen. Ook overigens geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:15 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/310413 KL RK 16/120

    Voor zover de notaris heeft aangevoerd dat de klacht niet ontvankelijk zou zijn omdat klager spreekt van smaad, volgt de kamer de notaris niet. Het feit dat, in zijn algemeenheid gesteld, een civiele procedure over smaad mogelijk is, neemt niet weg dat het hier aan de orde zijnde klachtrecht de mogelijkheid biedt om te klagen: "ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt".

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:117 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 605.2016

    Verzetzaak. In de klacht heeft klager aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder hem niet goed heeft geïnformeerd over de vordering en ten onrechte beslag heeft gelegd gelet op de omvang van de schuld. Ook is hij belemmerd in zijn recht om verzet tegen het vonnis in te stellen. In verzet heeft klager aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. Hij heeft daarvoor een aantal redenen gegeven. De Kamer acht het verzet ongegrond omdat de grond van het verzet geen nieuwe gezichtspunten opleveren.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:118 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 488.2017

    Volgens klager zijn nodeloos kosten veroorzaakt door de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft een regeling aangeboden die niet is geaccepteerd. Vervolgens is bij de beslaglegging geen rekening gehouden met de beslagvrije voet. In verzet heeft klager aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte geen rekening heeft gehouden met zijn adreswijziging. Het verzet is ongegrond. Nieuwe klachtonderdelen mogen niet voor het eerste in verzet worden aangevoerd. Ook in verzet heeft klager niet aannemelijk kunnen maken dat hij door toedoen van de gerechtsdeurwaarder stukken niet heeft ontvangen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:119 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 705.2016

    Op het moment dat de gerechtsdeurwaarder de ambtshandelingen verrichtte was reeds aan de titel voldaan. De klacht is daarom gegrond. Er wordt echter geen maatregel opgelegd, omdat de gerechtsdeurwaarder van een en ander geen verwijt te maken valt. Hij is door zijn opdrachtgever niet geïnformeerd dat er een schikking was getroffen die betrekking had op beide vorderingen. Nadat duidelijk was geworden hoe de vork in de steel zat, heeft de gerechtsdeurwaarder een en ander adequaat gecorrigeerd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:50 Accountantskamer Zwolle 17/421 Wtra AK

    In reactie op de mededeling van klaagster dat zij een klachtprocedure bij de Nba en de Accountantskamer zal indienen, schrijft de bedrijfsjurist van het kantoor van betrokkene, samengevat weergegeven, dat dit onder omstandigheden kan worden aangemerkt als misbruik van bevoegdheid en kan kwalificeren als een onrechtmatige daad jegens het kantoor en dat, indien daadwerkelijk hiervan sprake is, het kantoor genoodzaakt is de schade op klaagster te verhalen. Volgens klaagster heeft betrokkene hiermee getracht haar af te houden van het indienen van een klacht. Deze klacht is gegrond. Een accountant dient zich in het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep toetsbaar op te stellen en zich te onthouden van het uitoefenen van druk om geen tuchtklacht tegen hem in te dienen. De Accountantskamer is van oordeel dat druk is uitgeoefend. Weliswaar kan in de brief gelezen worden dat, indien de tuchtklacht uitsluitend als pressiemiddel wordt aangewend, (pas) onder omstandigheden sprake kan zijn van misbruik van bevoegdheid en een onrechtmatige daad, maar daaraan wordt, zonder die omstandigheden te expliciteren, in stellige bewoordingen toegevoegd dat, indien hiervan sprake blijkt te zijn, het kantoor van betrokkene genoodzaakt zal zijn om de geleden en nog te lijden schade op klaagster te verhalen. Aangenomen kan worden dat een dergelijke uitlating in het algemeen als drempel voor het indienen van een tuchtklacht wordt ervaren. Dat de gewraakte mededeling in dit geval mogelijk (ook) onderdeel van de onderhandelingen was, doet daaraan niet af.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:179 Raad van Discipline Amsterdam 17-205/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:180 Raad van Discipline Amsterdam 17-339/A/A

    Gegronde klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft onvoldoende onderzocht of klager voor een toevoeging in aanmerking kwam. Hierdoor heeft klager schade geleden. Waarschuwing + voorwaardelijke boete onder de voorwaarde van terugbetaling van declaratie

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:174 Raad van Discipline Amsterdam 17-376/A/A

    Ongegronde klacht advocaat tegen opvolgend advocaat. Het inroepen van bemiddeling van de deken bij perikelen rondom de overname van een zaak is niet prematuur. De deken kan te allen tijde om bemiddeling worden gevraagd. Verweerster heeft in het debat over de overdracht van de zaken in de correspondentie standpunten ingenomen. Dat betreffen geen mededelingen waarvan zij wist of behoorde te weten dat deze onjuist waren. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-159i

    Gegronde klacht tegen een arts. Het door de arts opgestelde BIMA-advies dient te worden aangemerkt als een deskundigenrapport. Het advies voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen zoals volgt uit de vaste jurisprudentie, nu wat de motivering betreft is volstaan met een verwijzing naar de bestudering van het medisch dossier en het overleg met de psychiatrisch adviseur. Voor het overige kon de arts in redelijkheid tot de getrokken conclusie komen. Gelet op de toelichting van de arts op de destijds gebruikelijke werkwijze binnen BIMA en de wijzigingen die zijn doorgevoerd in de periode na een eerdergenoemde beslissing, vindt het College het niet nodig een maatregel op te leggen. Gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:181 Raad van Discipline Amsterdam 17-378/A/A

    Ongegronde klacht over advocaat in hoedanigheid van curator. Hoewel verweerder stevige bewoordingen (over klager) heeft gebruikt, heeft hij daarmee niet het vertrouwen in de advocatuur geschaad

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:175 Raad van Discipline Amsterdam 16-1006/A/NH

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-159h

    Gegronde klacht tegen een arts. De door de arts opgestelde BIMA-adviezen dienen te worden aangemerkt als deskundigenrapporten. Eén van de adviezen voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen zoals volgt uit vaste jurisprudentie, nu de verwijzing naar het medisch dossier niet specifiek is en er een concrete verwijzing wordt gedaan naar een uiterst summier voorgaand advies die niet aan de te stellen eisen voldoet. Voor het overige kon de arts in redelijkheid tot de getrokken conclusie komen. Gelet op de toelichting van de arts op de destijds gebruikelijke werkwijze binnen BIMA en de wijzigingen die zijn doorgevoerd in de periode na een eerdergenoemde beslissing, vindt het College het niet nodig een maatregel op te leggen. Gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:182 Raad van Discipline Amsterdam 17-228/A/A 17-229/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:176 Raad van Discipline Amsterdam 17-485/A/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-159g

    Gegronde klacht tegen een arts. De door de arts opgestelde BIMA-adviezen dienen te worden aangemerkt als deskundigenrapporten. Eén van de adviezen voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen zoals volgt uit vaste jurisprudentie, nu wat de motivering betreft is volstaan met een verwijzing naar de bestudering van het medisch dossier en het overleg met de psychiatrisch adviseur. Voor het overige kon de arts in redelijkheid tot de getrokken conclusie komen. Gelet op de toelichting van de arts op de destijds gebruikelijke werkwijze binnen BIMA en de wijzigingen die zijn doorgevoerd in de periode na een eerdergenoemde beslissing, vindt het College het niet nodig een maatregel op te leggen. Gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:177 Raad van Discipline Amsterdam 17-125/A/A

    Ongegronde klacht tegen advocaat wederpartij. De relatie tussen verweerder en klager (de wederpartij van de cliënt van verweerder) had elementen van een advocaat-cliënt relatie. Het was klager echter steeds duidelijk dat verweerder voor zijn eigen cliënt optrad. Verweerder hoefde zich niet terug te trekken als advocaat van zijn eigen cliënt. Dat verweerder een eigen financieel belang heeft bij de zaak, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klager heeft geen belang bij de klacht dat verweerder zijn eigen cliënt niet goed bijstaat. Feitelijk onjuiste mededeling door verweerder hersteld nadat onjuistheid hem ter kennis kwam, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Geen onnodig grievende uitlatingen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-061

    Deels gegronde klacht tegen een (voormalig) arts. De arts heeft niet in strijd gehandeld met de KNMG Gedragsregel ‘De arts en niet-reguliere behandelwijzen’. Niet is vast komen te staan dat de arts de diagnose en behandeling van klager in twijfel heeft getrokken of nut en noodzaak daarvan heeft ontkend, evenmin heeft de arts een eigen diagnose gesteld. Wel heeft de arts door onware facturen alsmede door daarover vervolgens ten onrechte aan de verzekeraar te berichten dat dit op verzoek van klager was gedaan, gehandeld in strijd met de wet BIG. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:178 Raad van Discipline Amsterdam 17-260/A/A

    Ongegronde klacht advocaat tegen oud-kantoorgenoot. Verweerder heeft bij vertrek (toevoegings)zaken meegenomen en met betrekking tot andere zaken diende nog verrekening plaats te vinden. Verweerder heeft voldoende informatie verstrekt om te kunnen verrekenen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:34 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/317162 KL RK 17/29

    In de brieven van de notaris kan niet worden gelezen dat de notaris de hem gegeven opdracht niet heeft uitgevoerd en dat sprake is van partijdigheid. De notaris heeft aangegeven dat het dossier wordt gesloten en dat hier door hem geen verdere correspondentie over wordt gevoerd. Gesteld noch gebleken is dat daar destijds tegen is geprotesteerd. Met haar brief pakt klaagster de draad weer op alsof het dossier niet werd gesloten en de notaris daar geen bericht over had verzonden. De kamer acht het niet klachtwaardig dat de notaris niet meer heeft gereageerd.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/316494 KL RK 17/23

    Met betrekking tot het depot bij de notaris door de vereffenaar van de opgestelde rekening en verantwoording is de kamer met de notaris van oordeel dat niet kan worden ingezien dat de notaris daar niet aan had mogen meewerken. Klager verwijt de notaris dat hij in een eerdere klachtprocedure een brief van de vereffenaar heeft ingebracht waarin de vereffenaar zich uitlaat over de psychische gesteldheid van klager. Klager is van mening dat de notaris daarmee heeft meegewerkt aan het verspreiden van zeer kwalijke laster. Naar het oordeel van de kamer is daar geen sprake van.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:35 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/318133 KL RK 17/40

    De wijziging die in het proces-verbaal is opgenomen niet kan worden aangemerkt als een kennelijke misslag. Hetgeen is gewijzigd stond niet in de koopovereenkomst en kon alleen al om die reden niet met een proces-verbaal worden doorgevoerd op basis van een opdracht van één partij.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:29 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/316944 KL RK 17/26

    Van de notaris mocht een goede en efficiënte afwikkeling worden verwacht. Dat had zwaarder moeten wegen dan de keuze of de argumenten die [ B ] als mede-executeur hanteerde. Dat bracht in dit geval met zich dat van de notaris mocht worden verwacht dat hij zou aansturen op het oplossen van de discussie. De notaris heeft verwijtbaar gehandeld door daar geen of onvoldoende regie in te voeren.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:32 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/313550 KL RK 16/156

    Klaagster en [ A ] hebben elk een aandeel in het gemeenschappelijke goed. Over dit aandeel kunnen zij beschikken en dit aandeel kunnen zij bezwaren met een recht van hypotheek. Klaagster had alleen een twee/vierde onverdeeld aandeel in de woning in eigendom. De hypotheek is niet op dit aandeel gevestigd. Voor de notaris bestond er geen verplichting om klaagster toestemming te vragen of te informeren over de akte.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:30 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/72 2016/73 2016/74

    Klachten tegen drie dierenartsen die ten aanzien van een hond qua onderzoek en diagnosestelling tekort zouden zijn geschoten, waardoor het dier een onnodige operatie zou hebben ondergaan en is overleden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:24 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/23

    Dierenarts wordt verweten dat een operatie ter zake van een verlamming aan de achterhand van een hond onnodig lang is uitgesteld. Ook zouden klachten daarover door de kliniek niet in behandeling zijn genomen en werd geen terugkoppeling gegeven op vragen. Alleen op dit laatste klachtonderdeel (geen terugkoppeling op vragen) komt het college tot een gegrondverklaring. Volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:33 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/315929 KL RK 17/13

    De kamer is van oordeel dat de notaris het verwijt, dat er in de kern op neer komt dat de notaris niet tijdig en op eigen initiatief heeft gecommuniceerd, niet afdoende heeft weersproken.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:25 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/100

    Dierenarts wordt verweten dat hij met betrekking tot het klinisch onderzoek en de vaccinatie van een pup veterinair nalatig heeft gehandeld, met als gevolg dat het dier is komen te overlijden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:149 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-400/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:26 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2017/1

    Dierenarts wordt verweten dat hij de hond van klaagster na een verzoek om hulp niet naar zijn praktijk heeft laten komen, maar heeft verwezen naar een andere praktijk. Gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:27 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/82

    Paraveterinair overschrijdt bevoegdheden. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:25 Kamer voor het notariaat Amsterdam C/05/317495 KL RK 17-34

    Vast staat dat de notaris van de financieel tussenpersoon op 26 juni 2015 het bericht heeft ontvangen dat de verpande rendementsrekening moest worden verrekend. De notaris heeft terecht aangevoerd dat voornoemd bericht impliceerde dat de beleggingsportefeuille moest worden verkocht. De kamer is van oordeel dat de notaris erop mocht vertrouwen, dat de door klagers ingeschakelde tussenpersoon handelde conform de haar verstrekte opdracht. De klacht is dus feitelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:28 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/80

    Dierenarts wordt verweten dat zij ten aanzien van de hond van klager, die een ontstoken oor had, onvoldoende onderzoek heeft verricht en een verkeerde medicamenteuze behandeling heeft ingesteld, met als gevolg dat het dier is overleden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:30 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/311832 KL RK 16/134

    Het gaat om de vraag of de notaris is tekort geschoten voor wat betreft de dienstverlening in het kader van het als toezichthouder geven van een toelichting. Juist het vragen van informatie van medewerkers van [ X ] mocht van de notaris worden verwacht en kan bezwaarlijk worden opgevat als een zich verschuilen achter die medewerkers.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:49 Accountantskamer Zwolle 16/1304 Wtra AK

    Geklaagd wordt over het afgeven van de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening zonder over toereikende controle-informatie over de belangrijkste post in de jaarrekening te beschikken. De klacht is tijdig ingediend. Dat het vergaren van voldoende controle-informatie voorafgaande aan het afgeven van de verklaring had moeten plaatsvinden en dus (mogelijk) meer dan zes jaar vóór het indienen van de klacht, maakt dat niet anders, omdat pas tot het afgeven van een goedkeurende verklaring mocht worden overgegaan, zodra betrokkene kon beschikken over voldoende controle-informatie. De klacht is gegrond. Vast staat dat betrokkene na het afgeven van verklaringen inhoudende een oordeel met beperking bij aan verzekeraars gezonden nacalculaties in het kader van de controle van de betreffende post in de jaarrekening geen aanvullende werkzaamheden heeft verricht. Het bedrag van de betreffende post kwam overeen met de som van de bedragen die volgens de nacalculaties waren gedeclareerd. De verklaringen met beperking steunden op het ontbreken van voldoende en geschikte controle-informatie. Betrokkene heeft onvoldoende beargumenteerd waarom in het kader van de controle van juistheid en volledigheid van de post in de jaarrekening adequate en voldoende controle-informatie kon worden ontleend aan wat wordt aangeduid als bevestigingen bij de nacalculaties. Berisping.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:29 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/71

    Dierenarts wordt verweten dat hij met betrekking tot een bij de hond uitgevoerde sterilisatie en met betrekking tot de verleende nazorg tekort is geschoten, met name doordat postoperatief geen pijnstillende medicatie is verstrekt. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:31 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/312151 KL RK 16/139

    Uit de feiten en omstandigheden blijkt de betrokkenheid van de medeklagers bij deze klacht van klaagster. De medeklagers zijn een dochter en schoonzoon van klaagster en zij treden in deze procedure ook op als haar gemachtigden. Genoemde betrokkenheid brengt echter op zichzelf geen zelfstandig klachtrecht met zich. Enkele onderdelen van de klacht van klaagster zijn buiten de vervaltermijn ingediend.