Zoekresultaten 26151-26200 van de 45118 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:277 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7418

    Verzet tegen voorzittersbeslissing dat klaagster kennelijk niet-ontvankelijk is in hoger beroep wegens overschrijding van de termijn van artikel 56 lid 1 Advocatenwet. Verzet ongegrond, want zowel de aankondiging tot instellen van hoger beroep als de memorie waarin de gronden zijn opgenomen, zijn door de griffie van het Hof na voormelde termijn ontvangen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2015:31 Kamer voor het notariaat Den Haag 15-14

    Klager verwijt de klerk dat hij heeft gehandeld als mediator. Het gewijzigde echtscheidingsconvenant was door beide partijen ondertekend. Op basis daarvan kon de notaris de akte van verdeling opstellen. Vervolgens is de klerk meegegaan in de vragen die de vrouw stelde. Een notaris is volgens klager iemand die stukken opmaakt en niet gaat tornen aan gemaakte afspraken. Klager vraagt zich af wat een handtekening waard is als je er daarna weer op terug kan komen. Klager heeft de indruk dat er niet zorgvuldig naar zijn dossier is gekeken en het convenant daardoor niet juist is nageleefd, omdat er door alle onduidelijkheden meer ruimte is gecreëerd. Door deze onduidelijkheden is klager met zijn rug tegen de muur gezet om toch akkoord te gaan met een afspraak tegen het gewijzigde concept echtscheidingsconvenant in, omdat anders zijn hypotheekakte niet gepasseerd kon worden en hij een nieuwe hypotheekofferte had moeten opvragen. Klager had geen andere keus.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:278 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7487

    Klachten over advocaat van de wederpartij. Het is een advocaat niet toegestaan zich in verbinding te stellen met een partij betreffende een aangelegenheid, waarin deze naar hij weet door een advocaat wordt bijgestaan, anders dan door tussenkomst van die advocaat. Advocaat heeft in de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door niet-gemanteerde advocaat van wederpartij te benaderen. Niet is komen vast te staan dat verweerder de geloofsovertuiging van klager heeft beledigd. Bewijsaanbod wordt gepasseerd. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2015:32 Kamer voor het notariaat Den Haag 14-78

    Klager verwijt de notaris onzorgvuldig handelen tijdens en na beide veilingen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:118 Accountantskamer Zwolle 15/1079 Wtra AK

    Tal van klachten over verleende diensten (ook op fiscaal gebied) wel ontvankelijk maar ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1508

    Verzekeringsarts wordt – kort weergegeven – verweten dat haar rapportage en het daaraan ten grondslag liggende door haar verrichte onderzoek onjuist en onzorgvuldig is. Rapportage en onderzoek voldoen aan de criteria van het CTG. Hoewel het voor de verzekeringsarts niet duidelijk was wat de behandelend neurochirurg had gevonden bij lichamelijk onderzoek en of lichamelijk onderzoek door hem had plaatsgevonden, mocht zij contact met hem daarover achterwege laten. De verzekeringsarts kon ook zonder antwoord op deze vraag tot een verantwoord oordeel komen over klaagsters belastbaarheid, aangezien de verzekeringsarts wel beschikte over de gegevens van het door de primaire arts verrichte lichamelijk onderzoek. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:209 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-350a DH/RO

    Klacht kennelijk ongegrond. Van klachtwaardig optreden van verweerster zou slechts sprake kunnen zijn indien zij volstrekt tegen beter weten in bepaalde standpunten huldigt, met welke standpunten zij niet gebaat is en die (dus) zijn ingenomen met het uitsluitende doel om klagers te belasten en/of te beschadigen. Uit de ter beschikking staande stukken kan dit niet worden afgeleid.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:279 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4685/14.269

    Klacht betreffende bijstand door verweerster aan klager in familierechtelijke kwesties. Verweerster zou een of meer toevoegingen te vroeg hebben aangevraagd, waardoor klager meent een te hoge eigen bijdrage opgelegd te hebben gekregen. Verder klachten over de wijze waarop verweerster bijstand heeft verleend. De voorzitter wijst de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond af. De raad corrigeert voor een deel de door de voorzitter beoordeelde feiten en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:170 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 537.2015

    Verzet ongegrond. Geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 068/2015

    Klacht van IGZ tegen verpleegkundige. Seksueel grensoverschrijdend gedrag tegenover een patiënte, vermenging van de behandelrelatie met zakelijke belangen bij een ander en privécontacten met meerdere patiëntes. Maatregel: doorhaling dan wel ontzegging recht op herinschrijving wegens ernst gedragingen. Uitleg waarom wegens de persoon van verweerder een schorsing als maatregel niet aan de orde is en een schorsing als voorlopige voorziening geboden. Publicatie.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:260 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4728/15.38

    Klager heeft geen rechtvaardigingsgrond aangevoerd voor het feit dat hij zijn verzet te laat heeft ingesteld, zodat de raad het verzet niet-ontvankelijk verklaart.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:241 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4755/15.65

    Dekenklacht. Niet althans niet voldoende reageren op brieven van de deken maakt het de deken onmogelijk zijn toezichthoudende en bemiddelende taak naar behoren te vervullen. Onwelwillende opstelling ten opzichte van opvolgend advocaat kan aanleiding geven tot een verstoorde verhouding. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:222 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4655/14.204

    Klager klaagt over de advocaat van de wederpartij. Vaste rechtspraak is dat een advocaat geen tegenstrijdige belangen mag behartigen. Vaste rechtspraak is ook dat alleen de partij betrokken bij het (mogelijke) belangenconflict kan klagen. Een tegenpartij kan alleen klagen als hij zelf rechtstreeks betrokken is bij dat belangenconflict. Ten aanzien van het verlenen van rechtsbijstand aan één van de partijen overweegt de raad dat klaagster ontvankelijk is aangezien zich de uitzonderingssituatie voordoet. Ook de klacht wordt gegrond verklaard overwegende dat verweerster het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad omdat verweerster zich belast heeft met het zich belasten met de behartiging van de belangen van twee partijen die strijdig (kunnen) zijn. Volgt een enkele waarschuwing als maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:273 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4809/15.119

    De voorzitter is van oordeel dat – voor zover de klacht ziet op de stelling dat verweerder onterecht een procedure tegen mr. S. is begonnen – de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is. Klagers hebben echter aangegeven dat de klacht met name ziet op het feit dat verweerder tijdens deze procedures heeft verklaard dit in het belang van de cliënten van mr. S. te doen. Klagers menen dat het hem niet was toegestaan een dergelijke mededeling te doen zonder hierover een mandaat te hebben, dan wel in ieder geval niet zonder voorafgaand overleg hierover met de cliënten vanmr. S. Klagers hebben, uitsluitend ten aanzien van dit punt, wel een rechtstreeks belang, zodat zij ten aanzien van dit onderdeel van de klacht ontvankelijk zijn. Verweerder heeft gemotiveerd gesteld dat hij in de betreffende klachtprocedure tegen mr. S enkel het belang van de cliënten in algemene zin heeft bedoeld. Indien de deken van oordeel is dat een advocaat zich niet of onvoldoende aan de voor hem of haar geldende regelgeving houdt, staat het de deken vrij hierover een klacht of een verzoek ex artikel 60b Advocatenwet in de te dienen bij de Raad van Discipline, waarbij het hem overigens ook vrij staat aan te geven dat een bepaalde handelwijze van een advocaat niet in het (algemene) belang van zijn cliënten is. Hierover hoeft hij geen overleg te hebben met de individuele cliënten van de betreffende advocaat, noch hoeft hij hiervoor een mandaat van de (betreffende) cliënten te hebben. Klacht deels kennelijk niet ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:254 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4667/14.251

    De raad is met klaagster van oordeel dat verweerder de zaak onvoldoende voortvarend heeft aangepakt en zijn handelwijze ook niet naar behoren met klaagster heeft gecommuniceerd, althans dit laatste volgt niet uit de stukken. Overige klachtonderdelen zijn niet komen vast te staan.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:235 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4548/14.133

    Verzet. De raad onderschrijft de beoordeling van de klachtonderdelen door de voorzitter. Wat klager in het verzet heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:216 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4722/15.32

    Verzet. Klacht tegen advocaat wederpartij. De raad verenigt zich met de beoordeling van de klacht door de voorzitter. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:267 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4744/15.54

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Gedragsregel 19. Hoewel de in het exploot gestelde termijn van twee dagen om aan de inhoud van het tussenvonnis te voldoen kort is, kan in het onderhavige geval niet worden geoordeeld dat de termijn te kort was. De raad neemt hier mede in overweging de onbetwiste stelling van verweerder dat klager nimmer onvoorwaardelijk de administratie heeft willen afgeven. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:248 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4818/15.128

    Klager heeft dit klachtonderdeel in een eerdere procedure bij de Raad reeds ingebracht bij wijze van aanvulling. De betreffende zaak is bij voorzittersbeslissing afgedaan. Klager heeft geen verzet tegen deze beslissing ingesteld, zodat op grond van artikel 47b lid 1 van de Advocatenwet dit klachtonderdeel thans niet opnieuw aan de orde kan komen. Door dit na te laten is de eerdere klachtprocedure onherroepelijk afgedaan en kan klager die niet –deels – opnieuw gaan voeren. Klachtonderdeel is kennelijk niet-ontvankelijk. Dat verweerster in strijd met de waarheid tijdens de comparitie verklaard zou hebben dat zij tot de zomer van 2012 niet van klager had vernomen dat hij zijn vaste bron van inkomsten had verloren kan noch uit dat proces-verbaal noch uit andere overgelegde stukken worden afgeleid. Dit klachtonderdeel is derhalve kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:229 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4705/15.15

    Verzet. De klacht betreft het handelen van verweerder in zijn hoedanigheid van deken. Klager heeft zijn verzet schriftelijk noch mondeling van enige motivering voorzien. Er is in verzet niet gebleken van relevante feiten of omstandigheden die de voorzitter bij het geven van de voorzittersbeslissing niet bekend waren. De raad onderschrijft de beoordeling van de voorzitter. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:171 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 538.2015

    Verzet ongegrond. Geen nieuwe feiten of omstandigheden gesteld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:210 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-349 DH/RO

    Klacht van een client jegens de advocaat. Uit de stukken kan worden opgemaakt dat partijen uitgebreid hebben onderhandeld over de verschillende punten in het convenant en dat verweerster klaagster hierover heeft geadviseerd. Klaagster heeft het convenant ook ondertekend. Dat klaagster zich op het moment van de ondertekening bij de notaris onder druk gezet voelde, kan verweerster niet tuchtrechtelijk verweten worden. Verweerster was daar bij niet aanwezig. Klaagster had er op dat moment voor moeten kiezen om het convenant niet te tekenen en kan dat niet nu achteraf met succes aan verweerster verwijten. De beoordeling van de inhoud van het convenant is niet aan de tuchtrechter. Het betreft een overeenkomst tussen partijen die daarover uitgebreid hebben onderhandeld en zijn geadviseerd. Dat nadien desgevraagd een advies van een accountant is gegeven, waaruit kan worden opgemaakt dat een aantal punten in het convenant nadelig zouden zijn voor klaagster, maakt dat niet anders. Het convenant is immers de uitkomst van de onderhandelingen die tussen partijen hebben plaatsgevonden en waar beide partijen mee hebben ingestemd. Klaagster is daarin niet alleen bijgestaan door een advocaat maar ook door een financieel adviseur. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:280 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4603/14.188

    Klacht over mededelingen van verweerster, die is benoemd tot bijzonder curator van klagers dochter, in een procedure bij de rechtbank strekkende tot vernietiging van een eerdere erkenning en het verkrijgen van vervangende toestemming voor erkenning door klager van zijn dochter. De voorzitter wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het verzet wordt door de raad ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:261 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4674/14.258

    Verzet leidt niet tot ander oordeel dan voorzitter heeft gegeven. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:242 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4658/14.243

    Klacht voorgaand advocaat over niet uitbetalen opvolgingsvergoeding en beschuldiging van afpersing. Verweerster heeft op de overeengekomen vergoeding van 2 punten (de opvolgingsvergoeding) de eigen bijdrage in mindering gebracht nu zij van mening is dat het op de weg van klager ligt die te innen. De raad volgt verweerster daar in, nu het klager is die de factuur voor de eigen bijdrage heeft verzonden en verweerster niet heeft verzocht de incasso daarvan over te nemen. Klacht in zoverre ongegrond. Een beschuldiging van afpersing heeft naar het oordeel van de raad te gelden als een uitlaten die naar algemeen spraakgebruik als grievend of kwetsend moet worden aangemerkt. Verweerster had zich daar dan ook van moeten weerhouden. Temeer nu de beschuldiging onder de gegeven omstandigheden misplaatst was. Klacht in zoverre gegrond. De raad ziet af van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:223 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4622/14.207

    Naar aanleiding van gevoerd verweer, te weten dat gedragsregel 1 niet geldt tussen advocaten overweegt de raad dat het handelen of nalaten van een advocaat getoetst wordt aan artikel 46 Advocatenwet. Dit artikel bevat drie toetsingsnormen, waaronder dat er sprake is van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. De gedragsregels kunnen gezien worden als een uitwerking van dit criterium. Een deel van de gedragsregels is bedoeld voor het in stand houden van een onderlinge verhouding van welwillendheid en vertrouwen bij advocaten. Verweerder heeft door in een dag later zonder nadere toelichting een nieuwe nadere voorwaarde te stellen ten opzichte van het telefonisch gedane voorstel, de noodzakelijke onderlinge verhouding van welwillendheid en vertrouwen beschaamd. De confraternele verhoudingen zijn onder druk gezet door de houding van verweerder. Het klachtonderdeel is gegrond. Het klachtonderdeel dat ziet op een mededeling van verweerder in de tuchtrechtelijke procedure is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Volgt enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:274 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4806/15.116

    Klagers hebben hun klacht ingediend na verloop van veertien jaren na de dag waarop klagers kennisgenomen hebben of redelijkerwijs kennis hadden kunnen nemen van het handelen of nalaten van verweerster. Dit klachtonderdeel is niet-ontvankelijk. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:255 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4791/15.101

    Verzet leidt niet tot ander oordeel dan voorzitter heeft gegeven. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:236 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-354/DH/DH-c

    Klacht over de inhoud van een door verweerder en kantoorgenoten ingediend en tegen klagers gericht verzoekschrift tot verkrijging van verlof voor bewijsbeslag. Verwijt dat verweerder in dat verzoekschrift onjuiste mededelingen aan de rechter heeft gedaan. De voorzitter oordeelt dat niet is gebleken dat verweerder enige onjuiste mededeling in het verzoekschrift heeft vermeld. Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:217 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4618/14.203

    Verzet. Klager verwijt verweerder hem onvoldoende te hebben voorgelicht als gevolg waarvan hij met minder genoegen heeft genomen dan waar hij recht op had. De raad verenigt zich met de beoordeling van de klacht door de voorzitter. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:268 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4749/15.59

    Klacht client jegens advocaat. Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting stelt de raad vast dat klaagster herhaaldelijk aan verweerster heeft verzocht haar te informeren ten aanzien van de assurantieportefeuille. Bij gebreke van een opdrachtbevestiging in het dossier is niet duidelijk welke afspraken verweerster ter zake met klaagster heeft gemaakt. Nu daarbij ook is komen vast te staan dat verweerster op de verschillende verzoeken van klaagster om informatie niet heeft gereageerd, stelt de raad vast dat verweerster niet naar behoren met klaagster heeft gecommuniceerd. Het gegeven dat er zich geen opdrachtbevestiging bij de stukken bevindt komt zoals gezegd voor rekening en risico van verweerster. Het moet ervoor gehouden worden dat verweerster ook op dit punt een informatieverplichting jegens klaagster had. Hieraan heeft zij niet voldaan, integendeel, zelfs van haar standpunt dat zij niet tot het geven van verdere informatie aan klaagster gehouden was, heeft zij klaagster niet, althans onvoldoende, op de hoogte gesteld, ondanks haar herhaalde verzoeken. Klacht deels ongegrond, deels niet-ontvankelijk en deels gegrond. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:249 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4816/15.126

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager meent dat verweerder een onderzoek had moeten instellen naar de wijze waarop zijn cliënte, voor zover de bescheiden door zijn cliënte aan hem waren verstrekt, in het bezit van die bescheiden is gekomen. Verweerder heeft geweigerd de vragen met betrekking tot de wijze waarop zijn cliënte aan een medisch document van haar moeder was gekomen, te beantwoorden. Verweerder heeft gesteld dat zijn cliënte in deze kwestie geen openheid van zaken wenste geven en heeft zich vervolgens beroepen op zijn geheimhoudingsverplichting jegens zijn cliënte. De voorzitter is van oordeel dat verweerder zich in deze mocht beroepen op zijn geheimhoudingsverplichting. Zijn cliënte mocht erop vertrouwen dat hij de door haar verstrekte informatie niet aan klager zou doorgeven. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:172 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 539.2015

    Verzet ongegrond. Geen nieuwe feiten of omstandigheden gesteld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:230 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4704/15.14

    Verzet. De raad heeft in het verzet de juistheid van de stellingen van klager niet kunnen vaststellen. De raad onderschrijft de beoordeling van de klachtonderdelen door de voorzitter. Wat klager in het verzet heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:211 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-342 DH/RO

    Klacht voormalig client. Uit de stukken blijkt dat mr. Z op 3 juli 2014 heeft verzocht het proces-verbaal van het getuigenverhoor toe te zenden, hetgeen diezelfde dag door verweerder is gedaan. Uit de toegezonden stukken blijkt verder niet van enig (schriftelijk) verzoek van klager of mr. Z om het gehele (proces)dossier toe te zenden, althans niet van een dergelijk verzoek vóór indiening van de klacht. Nu hiervan niet is gebleken, oordeelt de voorzitter dat de klacht feitelijke grondslag mist en derhalve kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:281 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4657/14.242

    Klacht betreffende gedragingen van verweerster als griffier van de Raad van Discipline. Naar aanleiding van meerdere wrakingsverzoeken van klager heeft verweerster klager na ruggespraak met en met instemming van de voorzitter van de raad bij brieven bericht, dat klagers wrakingsverzoeken buiten behandeling werden gesteld. De klacht betreft handelen in strijd met klagers grondrechten, in strijd met de Advocatenwet of het wrakingsprotocol van de Rechtbank Amsterdam door wrakingsverzoeken buiten behandeling te stellen en een wrakingsnotitie van klager niet aan te nemen. Daarnaast klachten over de inhoud van het proces-verbaal van een zitting waar verweerster niet als griffier niet bij aanwezig was. De raad beoordeelt de klacht volgens het criterium dat gedragingen van verweerster in haar hoedanigheid worden getoetst aan de beperkte maatstaf of het vertrouwen in de advocatuur door de gestelde gedragingen wordt geschaad. De raad verwerpt een beroep van klager op onbevoegdheid om over zijn klacht te oordelen. De raad overweegt dat het wettelijk uitgangspunt is dat op een wrakingsverzoek wordt beslist door een meervoudige wrakingskamer, die onder omstandigheden een wrakingsverzoek zonder behandeling ter zitting buiten behandeling kan stellen. Verweerster heeft haar brieven aan klager afgestemd met de voorzitter van de raad. In de omstandigheden van het geval is het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Ook de overige klachtonderdelen zijn ongegrond. De raad verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:262 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4814/15.124

    De raad stelt vast dat de beklaagde advocaat geen, althans onvoldoende, gehoor heeft gegeven aan het verzoek van de deken om medewerking te verlenen aan het tuchtrechtelijk onderzoek en dat verweerder derhalve in strijd met gedragsregel 37 heeft gehandeld. Klacht gegrond, maatregel voorwaardelijke schorsing van twee weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:243 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-229/DH/DM

    De door klager verweten gedragingen vallen alle onder de vrijheid die verweerder als advocaat van de wederpartij heeft. De door verweerder betrokken stellingen zijn door hem voorzien van een onderbouwing en geplaatst in een context. Er kan dan ook niet geconcludeerd worden dat verweerder de stellingen als nodeloos of irrelevant achterwege had moeten laten. Ook is niet gebleken dat verweerder buiten de grenzen van het betamelijke is getreden. Het lag in de betreffende procedure op de weg van (de advocaat van) klager om de stellingen van de cliënt van verweerder gemotiveerd te weerspreken. Hiervoor leent zich ook de civiele procedure en niet de tuchtrechtprocedure. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:224 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4549/14.134

    Verzet. Hetgeen in het verzet is aangevoerd is een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht. Dit leidt niet tot een ander oordeel dan de voorzitter heeft

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:275 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4801/15.111

    Verweerster is als advocaat van de wederpartij niet gehouden telkenmale gehoor te geven aan de eisen die klager stelt, noch is zij gehouden te reageren op iedere brief of e-mail die klager verweerster stuurt. Indien verweerster meent dat het niet in het belang van haar cliënt is, staat het verweerster vrij om op bepaalde brieven of e-mails van klager niet te reageren. Ook overigens kan verweerster niet met succes tuchtrechtelijk worden verweten dat zij heeft gewacht met reageren tot een nieuwe advocaat namens klager zich bij haar zou melden. Klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:256 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4763/15.73

    Verzet leidt niet tot ander oordeel dan voorzitter heeft gegeven. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:237 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-354/DH/DH-b

    Klacht over de inhoud van een door verweerder en kantoorgenoten ingediend en tegen klagers gericht verzoekschrift tot verkrijging van verlof voor bewijsbeslag. Verwijt dat verweerster in dat verzoekschrift onjuiste mededelingen aan de rechter heeft gedaan. Tevens verwijt dat verweerster in een persbericht onjuiste mededelingen heeft gedaan. De voorzitter oordeelt dat niet is gebleken dat verweerster enige onjuiste mededeling in het verzoekschrift heeft vermeld. Ten aanzien van het persbericht is niet komen vast te staan dat het van verweerster afkomstig is. Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:218 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4712/15.22

    Klager verwijt verweerder een beroepsfout te hebben gemaakt door te kiezen voor de civielrechtelijke weg in plaats van de bestuursrechtelijke. Verweerder stelt dat de bestuursrechtelijke weg niet open stond omdat er geen sprake was van een besluit in de zin van de Awb. De raad deelt die visie niet. Door ten onrechte de civiele rechter te adiëren heeft verweerder een beroepsfout gemaakt. Deze beroepsfout levert onder de gegeven omstandigheden ook een gegrond tuchtrechtelijk verwijt op. Daarbij heeft de raad mede in aanmerking genomen het feit dat zelfs ter zitting nog verweerder er geen blijk van heeft gegeven zijn fout in te zien. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:269 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-188/DH/RO

    Klacht van client jegens advocaat. Klager verwijt dat verweerder te laat zijn advies heeft gegeven is terecht. Verweerder heeft uiteengezet wat de reden daarvan was. Dit neemt niet weg dat verweerder tijdig had dienen uit te zoeken waar hij de stukken van het betreffende dossier moest opvragen. Verweerder heeft hiermee gewacht tot de termijn al bijna was verlopen. Voor klager was dit te laat, nu verweerder een negatief advies had gegeven en klager de zaak aan een andere advocaat wilde voorleggen. Verweerder heeft echter wel binnen de termijn zijn cassatie advies gegeven. Hoewel de opvolgend advocaat in zijn mail heeft verwoord dat hij geen cassatieadvies aan klager heeft gegeven, heeft hij klager wel medegedeeld dat “ingeval de dagvaardingen/oproepingen op juiste wijze zijn betekend”, hij de visie van verweerder deelt. Gelet hierop en op hetgeen overigens uit het dossier omtrent de zaak kan worden afgeleid kan worden vastgesteld dat klager niet in zijn belangen is geschaad. Hoewel de klacht in beginsel terecht is, is deze van onvoldoende gewicht om daaraan ook een tuchtrechtelijk vervolg te geven. Verweerder heeft ook zijn excuses aangeboden voor zijn laat uitgebrachte advies.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:173 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 542.2015

    Verzet gegrond. Het valt de gerechtsdeurwaarder onder de omstandigheden te verwijten dat hij tot beslaglegging op de auto is overgegaan. Deze beslaglegging veroorzaakte nodeloos kosten en versnelde de afdoening van de vordering geenszins.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:250 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4813/15.123

    Niet kan worden geconstateerd dat verweerder de belangen van klaagsters ouders onnodig of onevenredig heeft geschaad zonder dat daarmee een redelijk doel werd gediend en evenmin dat verweerder frauduleus heeft gehandeld of valsheid in geschrifte heeft gepleegd. Deze ernstige verwijten hebben klaagsters niet onderbouwd met bewijzen, zodat deze klachtonderdelen feitelijke grondslag missen. Klaagsters benoemen ten slotte diverse bezwaren tegen het kantoor van verweerder, zoals inbreuk op privacy, het toebrengen van stress en lichamelijk letsel en belangenverstrengeling. Klachten gericht tegen een kantoor kunnen in beginsel niet worden behandeld. Het gaat in het advocatentuchtrecht om klachten gericht tegen individuele advocaten. Ook klachten tegen notarissen worden niet door de Raad van Discipline behandeld. Deze klachtonderdelen van klaagsters zijn overigens evenmin onderbouwd en missen derhalve feitelijke grondslag. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:231 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4469/14.253

    Verzet. De raad onderschrijft de beoordeling van de klachtonderdelen door de voorzitter. Wat klager in het verzet heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:212 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-320 DH/RO

    Kwaliteit dienstverlening. Het ware zorgvuldiger geweest als verweerder klager, naar aanleiding van zijn opmerkingen over mogelijke acties tegen de heer B, een uitgebreidere uitleg had gegeven waarom verweerder van mening was dat dat niet opportuun was, zodat klager beter had kunnen afwegen of hij hiermee kon instemmen, dan wel of klager genoeg vertrouwen in verweerder had om hem de zaak verder te laten behandelen. Tegelijkertijd is van belang dat slechts eenmaal uit de stukken blijkt dat klager verweerder hierom verzocht heeft. Tevens blijkt uit de stukken dat klager de dagvaarding op voorhand heeft ontvangen en ook uitdrukkelijk met de inhoud daarvan heeft ingestemd. De voorzitter is van oordeel dat verweerder in deze kwestie niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:263 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4665/14.250

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:244 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-226/DH/DH

    Klacht niet-ontvankelijk wegens het overschrijden van de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 46g Advocatenwet .