ECLI:NL:TGDKG:2015:172 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 539.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:172
Datum uitspraak: 09-10-2015
Datum publicatie: 23-10-2015
Zaaknummer(s): 539.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond. Geen nieuwe feiten of omstandigheden gesteld.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beschikking van 9 oktober 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 2 juni 2015 met zaaknummer 912.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 539.2015 ingesteld door:

[ ],

wonende te Mierlo,

klager,

tegen:

[ ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te Tilburg,

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 9 juni 2015 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ingekomen per email op 24 juni 2015, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 augustus 2015, alwaar klager is verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 26 augustus 2015 laten weten dat hij niet ter zitting zou verschijnen en heeft schriftelijk gereageerd op het verzetschrift. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 9 oktober 2015.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

- Op 13 november 2014 is een vonnis ten laste van klager gewezen.

- Op 24 november 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis aan klager betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.

- Klager en de gerechtsdeurwaarder hebben nadien veelvuldig met elkaar gecorrespondeerd.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er in hoofdzaak over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte tot betekening van het vonnis is overgegaan.

3. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken.

4. De beschikking van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is, omdat de klacht een executiegeschil betreft waarover de gewone rechter dient te oordelen.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter.

8. Het verweer in verzet van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft het verzet bestreden.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter. Nieuwe klachtonderdelen mogen niet voor het eerst in verzet worden aangevoerd. De gerechtsdeurwaarder heeft daar in zijn nadere reactie terecht op gewezen.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. A.W.J. Ros en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 oktober 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.