Zoekresultaten 19861-19880 van de 44633 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:276 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.273
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 12-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:276
Klacht tegen gz-psycholoog. Klager is bij een auto-ongeval van achteren aangereden en heeft licht traumatisch hersenletsel opgelopen. In het kader van een wettelijke aansprakelijkheidsprocedure heeft de rechtbank een neuroloog ingeschakeld. Op verzoek van deze neuroloog heeft verweerster, gz-psycholoog, een neuropsychologisch onderzoek verricht met de bedoeling de bevindingen van dat onderzoek in het rapport van de neuroloog te integreren. Klager verwijt verweerster dat zij: 1. hem heeft onderzocht tijdens een niet in ruste zijnde hersenschudding; 2. in het rapport hem als leugenaar heeft weggezet door te zeggen dat hij onderpresteert; 3. de verzekering heeft bedrogen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft dit oordeel en voegt daaraan ten aanzien van het eerste klachtonderdeel toe dat de gz-psycholoog ter zitting in beroep heeft uitgelegd dat zij geen beperkingen bij klager heeft waargenomen die toe te schrijven zijn aan een eventuele hersenschudding, dat zij het ongeval in haar beoordeling heeft betrokken en dat zij geconcludeerd heeft dat er geen belemmering bestond om het onderzoek op dat moment uit te voeren. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege kon de gz-psycholoog in redelijkheid tot dat oordeel komen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:277 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.466
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 12-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:277
Klaagster heeft bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst bijzondere bijstand aangevraagd in het kader van de regeling medische meerkosten. Een adviesbureau is gevraagd een sociaal medisch advies uit te brengen met betrekking tot de noodzaak van deze meerkosten. Verweerster, arts maatschappij en gezondheid, is aan dit bureau verbonden en was met het genoemde onderzoek belast. Klaagster verwijt verweerster dat zij 1) geen onafhankelijk en objectief onderzoek heeft gedaan naar de daadwerkelijke noodzaak van de aangevraagde voorzieningen; 2) geen lichamelijk onderzoek heeft gedaan waardoor zij conclusies kan trekken; 3) geen kennis heeft van ziektebeelden waardoor zij correct kan en mag indiceren; 4) zich niet houdt aan de gedragsregels van medici door zich te laten beïnvloeden door een opdrachtgever welke regels stelt (volgens haar) waardoor ze niet onafhankelijk en objectief kan indiceren; 5) zich niet houdt aan afspraken dat indien zaken onduidelijk zijn zij in samenspraak met klaagster vervolgvragen opstelt noch afdoende vervolgvragen stelt; 6) zich bezig houdt met financiële aangelegenheden hetgeen niets met de medische aangelegenheden te maken heeft. Dat is haar taak als indicerend persoon niet; 7) mogelijk heeft gehandeld volgens de regels van het adviesbureau, maar niet volgens de in de Nederland geldende wetgeving en de voor haar geldende beroepsregels. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:278 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.467
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 12-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:278
Klager heeft bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst bijzondere bijstand aangevraagd in het kader van de regeling medische meerkosten. Een adviesbureau is gevraagd een sociaal medisch advies uit te brengen met betrekking tot de noodzaak van deze meerkosten. Verweerster, arts maatschappij en gezondheid, is aan dit bureau verbonden en was met het genoemde onderzoek belast. Klager verwijt verweerster dat zij 1) geen onafhankelijk en objectief onderzoek heeft gedaan naar de daadwerkelijke noodzaak van de aangevraagde voorzieningen; 2) geen lichamelijk onderzoek heeft gedaan waardoor zij conclusies kan trekken; 3) geen kennis heeft van ziektebeelden waardoor zij correct kan en mag indiceren; 4) zich niet houdt aan de gedragsregels van medici door zich te laten beïnvloeden door een opdrachtgever welke regels stelt (volgens haar) waardoor ze niet onafhankelijk en objectief kan indiceren; 5) zich niet houdt aan afspraken dat indien zaken onduidelijk zijn zij in samenspraak met klager vervolgvragen opstelt noch afdoende vervolgvragen stelt; 6) zich bezig houdt met financiële aangelegenheden hetgeen niets met de medische aangelegenheden te maken heeft. Dat is haar taak als indicerend persoon niet; 7) mogelijk heeft gehandeld volgens de regels van het adviesbureau, maar niet volgens de in de Nederland geldende wetgeving en de voor haar geldende beroepsregels. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:279 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.489
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 12-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:279
Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerster is opgeleid tot gz-psycholoog/klinisch psycholoog. Zij is werkzaam als directeur behandelzaken bij een hulpverleningsinstelling. Klager is in 2010 voor behandeling verwezen naar de hulpverleningsinstelling, waar verweerster zijn hoofdbehandelaar werd. In 2014 is de behandelrelatie beëindigd. Klager is van mening dat hij tijdens de periode waarin hij behandeld werd niet de zorg en de begeleiding heeft ontvangen die passend is bij iemand die getraumatiseerd en hoogbegaafd is. Klager heeft veel meegemaakt in zijn leven en heeft iedere dag last van de gevolgen daarvan. Desalniettemin heeft verweerster zonder enige vorm van overleg de behandelrelatie opgezegd. Volgens klager was toegezegd dat hij een andere behandelaar zou krijgen. Dit is nooit gebeurd. De keren dat klager nog contact met verweerster zocht, begon ze te schreeuwen en bedreigde ze hem. Klager is psychisch alleen maar achteruit gegaan tijdens de behandeling. Door het gebrek aan adequate zorgverlening is hij nu kapot en zwaar depressief. Hij voelt zich bedonderd en gebruikt. Verweerster is niet geschikt voor haar beroep, aldus klager. Het RTG Groningen heeft de klacht afgewezen. Ook het Centraal Tuchtcollege wijst de klacht af nu noch gebleken is van een onjuiste behandeling en beëindiging van de behandelrelatie noch van een onheuse bejegening.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:216 Raad van Discipline Amsterdam 17-564/A/A/D
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 21-09-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:216
Verzoek ex artikel 60b Advocatenwet. Verweerder langdurig afwezig en onbereikbaar zonder adequate waarnemingsregeling. Niet duidelijk in hoeverre en waar verweerder kantoor houdt. Deken gefrustreerd in toezichthoudende taak. Verweerder heeft kantoorruimte onbeheerd achtergelaten en sleutel overhandigd aan derden die deur kennelijk hebben geopend en vervolgens niet hebben afgesloten, zodat het voor onbevoegden mogelijk moet zijn geweest zich toegang tot kantoorruimte te verschaffen en dossiers in te zien. Verzoek om aanhouding afgewezen, verzoek tot schorsing met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd toegewezen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:182 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-140/DB/OB
- Datum publicatie: 11-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:182
Advocaat heeft in verweerschrift en beroepschrift uitvoerig het standpunt van klaagster naar voren gebracht. Door de rechtbank en het gerechtshof is hierop ingegaan, maar zijn voor klaagster negatieve beslissingen genomen. Dit valt de advocaat tuchtrechtelijk niet aan te rekenen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:177 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-187 DB/ZWB
- Datum publicatie: 11-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:177
Niet gebleken dat advocaat zich onvoldoende voor zijn cliënt heeft ingespannen. Advocaat heeft zijn cliënte herhaaldelijk voorgehouden dat de verleende toevoeging na verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap kon worden ingetrokken. Toezending van de declaratie bij afwikkeling van de zaak, maar nog voordat de toevoeging definitief is ingetrokken is niet wenselijk, maar onder vermelde omstandigheden niet dusdanig verwijtbaar dat dit de advocaat tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:178 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-065/DB/OB
- Datum publicatie: 11-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:178
Klacht betreffende de advocaat van de wederpartij. Het stond verweerster vrij om in opdracht van haar cliënte een kort geding jegens klager te voeren. Het lag op de weg van (de belangenbehartigers van) klager om tijdig en volledig aan de vorderingen van de cliënte van verweerster te voldoen, dan wel zich hiertegen in rechte te verweren. Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TNORAMS:2017:27 Kamer voor het notariaat Amsterdam 632883/NT 17-57
- Datum publicatie: 11-10-2017
- Datum uitspraak: 29-08-2017
- ECLI:NL:TNORAMS:2017:27
De vraag die de kamer dan ook dient te beantwoorden is of herziening kan worden gevraagd van de wrakingsbeslissing. De kamer is van oordeel dat een dergelijk verzoek niet kan worden ontvangen. Aan toepassing van het middel van herziening moeten zware eisen worden gesteld. Een herzieningsverzoek kan slechts leiden tot aantasting van een onherroepelijke einduitspraak op de grond dat op basis van nauwkeurig omschreven feiten of omstandigheden, die dateren van vóór de uitspraak maar daarvoor niet bekend waren of redelijkerwijs bekend konden zijn aan degene die herziening wenst en die het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat de tuchtrechter tot een andere eindbeslissing zou zijn gekomen indien zij vóór de uitspraak bij de tuchtrechter bekend zouden zijn geweest. Het herzieningsverzoek kan dan ook geen betrekking hebben op een incidentele beslissing zoals de wrakingsbeslissing. Immers, zelfs indien de vordering tot herziening van de wrakingsbeslissing zou slagen, tast dat de eindbeslissing, die inmiddels onherroepelijk is geworden, niet aan.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 273/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:156
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 270/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:150
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:274 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.116
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:274
Klacht tegen een neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog dat hij (in zijn rol van supervisor over de behandelend arts-assistent) de diagnose hersentumor heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:268 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.505
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:268
klacht tegen een neurochirurg. Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij de diagnose hersentumor heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep, onder verbetering van gronden.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 269/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:151
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:275 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.168
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:275
Klacht tegen huisarts. Klaagster was in 2008 ingeschreven in de praktijk van (onder meer) verweerster, huisarts. Klaagster is in 2011 onder curatele gesteld. Klaagster verwijt verweerster dat zij: 1. ten onrechte in de verwijsbrief van 9 december 2008 heeft geschreven dat klaagster jarenlang last heeft van psychische klachten en paranoïde beelden (de verwijsbrief ligt volgens klaagster ten grondslag aan haar onder curatele stelling); 2. klaagster ten onrechte heeft verwezen naar de psycholoog in plaats van naar een psychiater. Het RTG Amsterdam wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:269 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.106
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:269
De klacht is gericht tegen een arts. Klager stelt dat er door de medisch specialisten fouten zijn gemaakt bij het stellen van de diagnose epilepsie en hij verwijt de arts kort gezegd dat deze zonder verder onderzoek de gegevens van de medisch specialisten heeft overgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager zijn de behandelend neuroloog en medisch specialisten op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie. In aansluiting daarop heeft de arts in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat klager op basis van de geldende regelgeving niet in aanmerking komt voor een " groep 2 rijbewijs" .
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-130
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:135
Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft in het kader van palliatieve sedatie aan patiënte dormicum en morfine toegediend. De extra toediening van morfine acht het College, gezien het lijden van patiënte, acceptabel. De huisarts heeft wel in strijd gehandeld met de zorg die hij ten opzichte van patiënte en haar familie behoorde te betrachten door patiënte en familie niet voldoende hierover te informeren en door de morfine toe te dienen zonder deugdelijk overleg of informatie. De huisarts heeft volstaan met het in het algemeen uitspreken van zijn voornemen om een injectie met dormicum en morfine te geven en is bij geen reactie hierop ervan uitgegaan dat patiënte en haar familie daarmee voldoende geïnformeerd waren en dat toediening van deze injectie hun toestemming had. Hiermee is de huisarts te kort geschoten in zijn informatieplicht en het geven van aandacht, ondersteuning en begeleiding. Klacht gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 264/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:158
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 268/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:152
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-315b
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:136
Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft in redelijkheid een afwachtend beleid kunnen voeren omdat er aanwijzingen waren dat de klachten rond het oor te herleiden waren tot een ontsteking van de kies. Ook geldt dat het lichamelijk onderzoek geen bijzonderheden opleverde. Bij latere buik- en rugklachten is de huisarts niet betrokken geweest. Wel merkt het College ten overvloede op dat de organisatie van de praktijk (in beginsel geen vaste huisarts tenzij uitdrukkelijk verzoek hiertoe) het risico in zich bergt dat de continuïteit van de behandeling/begeleiding onvoldoende is gewaarborgd. Klacht afgewezen.