Zoekresultaten 21101-21120 van de 44971 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-285

    Deels gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft bij een intercollegiale toetsing, een aantal diagnoses - tot het stellen waarvan hij niet bevoegd is – zeer stellig geformuleerd en daarmee onzorgvuldig gehandeld. Hij kende klaagster niet en heeft noch haar noch haar medische dossier gezien en is afgegaan summiere informatie. Het sturen van een (geanonimiseerd) bericht over een patiënt in het kader van intercollegiale toetsing naar een collega beroepsbeoefenaar niet verwijtbaar. De verpleegkundige diende er met het verzenden van de e-mail rekening mee te houden dat de aan klaagster geboden zorg in het zorgteam onder druk zou komen te staan. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/038AP

    Klaagster dient klacht in namens haar moeder. Klaagster verwijt de apotheker onzorgvuldig handelen. De moeder van klaagster heeft van de apotheek verkeerde medicijnen gekregen. Op 30 januari 2016 is de moeder van klaagster overleden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-292

    Gegronde klacht van de IGZ tegen een anesthesioloog. De anesthesioloog heeft ten onrechte nagelaten een check en dubbelcheck uit te voeren waardoor bij patiënt een verkeerd geneesmiddel is ingespoten. De anesthesioloog heeft, nadat hij zijn fout had ontdenkt, adequaat gehandeld om de schade voor de patiënt zoveel mogelijk te beperken. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16193

    Bedrijfsarts wordt onder meer verweten dat zij in terugkoppeling van spreekuur tot onjuiste conclusie en advies is gekomen op basis van onzorgvuldige handelwijze en dat zij klager aan zijn lot heeft overgelaten door de begeleiding eenzijdig te beëindigen. In casu niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat bedrijfsarts geen contact heeft opgenomen met klagers psycholoog of huisarts. Eenzijdige beëindiging verzuimbegeleiding in strijd met zorgplicht. Klager is op ontijdig moment aan zijn lot overgelaten. Bedrijfsarts heeft onvoldoende oog gehad voor het risico dat klager door de aanwezigheid van dit conflict alsnog arbeidsongeschikt zou raken met alle gevolgen van dien. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:93 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-033/DH/RO

    Eindbeslissing naar aanleiding van dekenbezwaar. De raad heeft in zijn tussenbeslissing van 8 mei 2017 overwogen dat aan verweerder een voorwaardelijke schorsing dient te worden opgelegd met als bijzondere voorwaarde begeleiding door een coach. De raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de invulling van de maatregel. Verweerder heeft de raad verzocht om mr. Y als coach te benoemen. De raad stemt daarmee in, nu een vertrouwensband tussen een coach en de gecoachte essentieel is. Aan verweerder wordt een voorwaardelijke schorsing voor de duur van 3 maanden opgelegd. Mr. Y dient verweerder gedurende de proeftijd van 2 jaar te adviseren en te voorzien van aanwijzingen met betrekking tot het gedrag van verweerder, alsmede tezamen met verweerder te onderzoeken op welke wijze veranderingen in het gedrag van verweerder het beste kunnen worden bewerkstelligd. Mr. Y en verweerder dienen ieder half jaar (tussentijds) verslag uit te brengen aan de behandelend voorzitter omtrent de stand van zaken in de uitvoering van de hiervoor genoemde opdrachten.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-306

    Gegronde klacht van de IGZ tegen een anesthesioloog. De anesthesioloog heeft ten onrechte nagelaten een check en dubbelcheck uit te voeren waardoor bij patiënte een verkeerd geneesmiddel is ingespoten. De anesthesioloog heeft, nadat zij haar fout had ontdenkt, adequaat gehandeld om de schade voor de patiënte zoveel mogelijk te beperken. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/487

    Klager dient klacht in als nabestaande van zijn overleden moeder (patiënte). Klager verwijt verweerder dat hij een verkeerd beeld heeft geschetst van de communicatieve vaardigheden en het begrip van patiënte en bewust een niet waarheidsgetrouw verslag heeft opgesteld over de wilsbekwaamheid van patiënte. Verweerder heeft volgens klager op deze wijze meegewerkt aan de vroegtijdige dood van patiënte. (LH) Deels gegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:94 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1068/DH/DH

    Verweerster heeft niet voldaan aan het vereiste van schriftelijke vastlegging (gedragsregel 8). Het bewijsrisico van een niet vastgelegde afspraak berust bij de advocaat. Klacht voor het overige ongegrond. De raad legt geen maatregel op omdat slechts één van de vijf klachtonderdelen gegrond is verklaard en verweerster in haar lange loopbaan nog niet eerder met een geslaagde tuchtklacht is geconfronteerd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-266

    Ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Niet kan worden vastgesteld dat de gynaecoloog heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij jegens klaagster in acht behoorde te nemen, nu de lezingen van partijen uiteenlopen over de uitleg voorafgaand aan het onderzoek en de wijze van het onderzoek. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:95 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-872/DH/RO

    Beslissing op verzet. Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de klacht onvoldoende is onderbouwd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-009a

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft vanaf het moment dat zij bij de behandeling betrokken werd adequaat gehandeld door klager direct te laten opnemen voor een dotterbehandeling op korte termijn en heeft adequaat gereageerd op pijnklachten van klager. Dat in een ander ziekenhuis is besloten een tweede dotterbehandeling van het rechteronderbeen uit te voeren, die succesvol is verlopen en dat daarna twee tenen zijn afgezet (en niet het onderbeen), betekent niet dat het handelen van verweerster niet binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is gebleven. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:96 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-744/DH/RO b

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klacht deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-009b

    Deels gegronde klacht tegen een chirurg. Niet is komen vast te staan dat de chirurg voldoende onderzoek heeft verricht alvorens de conclusie te trekken dat geen sprake is van een vasculaire bedreiging van voet en/of tenen. Onvoldoende is gebleken dat verweerder heeft getracht na een voldoende uitgebreide anamnese en zorgvuldig lichamelijk onderzoek mogelijke doorbloedingsstoornissen uit te sluiten en middels differentiaaldiagnostisch denken tot een diagnose te komen. Het behoort niet tot de taken van het College om vast te stellen of er een causaal verband bestaat tussen het handelen van verweerder en de amputatie. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:97 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-744/DH/RO a

    Klacht tegen advocatenkantoor niet-ontvankelijk. Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Discipline geldt dat klachten tegen een vennootschap, dan wel haar bestuurder(s), slechts in bepaalde gevallen ontvankelijk zijn, namelijk wanneer de klacht te maken heeft met de organisatie van het advocatenkantoor als zodanig. Klaagsters hebben in dat verband geen feiten aannemelijk gemaakt op grond waarvan de tuchtrechter tot het oordeel zou kunnen komen dat verweerster zich op een wijze heeft gedragen die als klachtwaardig zou kunnen worden aangemerkt.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:15 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/61

    Nalatenschap. Klachten over valsheid in geschrifte en verduisteren/achterhouden van door klager ondertekende verklaringen van zuivere aanvaarding ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 228/2016

    Klacht tegen huisarts. Onnavolgbaar beleid bij verdenking cholecystitis en onzorgvuldig beleid bij behandeling chronisch eczeem. Berisping.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:11 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/52 2016/53 2016/63

    Dierenartsen wordt verweten, samengevat, dat zij tekort zijn geschoten in de behandeling van een hond die epileptische clusteraanvallen had, doordat te hoge doseringen Propofol zouden zijn toegepast en tegen de gemaakte afspraken in is nagelaten de hond te reanimeren. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:134 Raad van Discipline Amsterdam 17-130/A/A

    Klacht over een collega-advocaat. Verweerder heeft met zijn e-mail aan klaagster de grenzen van het betamelijke in de onderlinge verhouding tussen advocaten overschreden. Gegrond. Waarschuwing en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:286 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-718/DH/DH

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager verwijt verweerster dat zij de rechter heeft misleid door in een conclusie van antwoord te verzoeken om vergoeding van de volledige proceskosten van haar cliënt, terwijl deze kosten worden betaald door de (voormalige) werkgever van die cliënt. De raad overweegt dat er geen enkele belemmering bestaat voor een advocaat om in een situatie als de onderhavige uit naam van zijn of haar cliënt een proceskostenveroordeling te verzoeken, terwijl de betreffende kosten (zoals advocaatkosten) in de praktijk door een ander worden betaald. Het betreft immers steeds nog wel degelijk kosten die aan de zijde van de cliënt van de advocaat zijn gevallen. Dat verweerster de rechtbank heeft misleid, althans pogingen daartoe heeft gedaan, is op geen enkele wijze gebleken. Ook overigens is niet gebleken dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:18 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/62

    Beklaagde wordt verweten, dat zij ten aanzien van de kat van klager onvoldoende onderzoek heeft verricht, dat zij de kat een overdosis Rapidexon heeft toegediend en dat zij euthanasie zou hebben ‘opgedrongen’. Ongegrond