Zoekresultaten 9081-9100 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2021:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven E2021/2463

    Klaagster, als wettelijk vertegenwoordiger van patiënte, verwijt verweerster, arts verstandelijk gehandicapten, onder meer dat zij klaagster onvoldoende geïnformeerd heeft door geen contact met haar op te nemen over de bloeduitslagen van patiënte, zonder toestemming van en overleg met klaagster een belastend onderzoek heeft laten verrichten bij patiënte, zelfs nadat klaagster dat onderzoek had geannuleerd en verweerster daarover had geïnformeerd en zich baseert op afspraken en regelgeving binnen de instelling waarvan het bestaan dubieus is en die niet bij klaagster bekend zijn.Het college heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:216 Raad van Discipline Amsterdam 21-793/A/DH/W

  • ECLI:NL:TDIVTC:2021:34 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2020/114

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:213 Raad van Discipline Amsterdam 21-720/A/NH

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:214 Raad van Discipline Amsterdam 21-738/A/NH

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:215 Raad van Discipline Amsterdam 21-691/DH/RO

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:66 Accountantskamer Zwolle 21/736 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft de accountant eerder in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen de maatregel van (onder andere) geldboete opgelegd. De accountant heeft deze geldboete niet betaald. Op grond van artikel 5 lid 4 Wtra is de accountant de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd. Het is de accountant zwaar aangerekend dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:67 Accountantskamer Zwolle 21/737 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft de accountant eerder in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen de maatregel van (onder andere) geldboete opgelegd. De accountant heeft deze geldboete niet betaald. Op grond van artikel 5 lid 4 Wtra is de accountant de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd. Het is de accountant zwaar aangerekend dat zij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:68 Accountantskamer Zwolle 21/740 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft de accountant eerder in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen de maatregel van (onder andere) geldboete opgelegd. De accountant heeft deze geldboete niet betaald. Op grond van artikel 5 lid 4 Wtra is de accountant de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd. Het is de accountant zwaar aangerekend dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:69 Accountantskamer Zwolle 21/741 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft de accountant eerder in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen de maatregel van (onder andere) geldboete opgelegd. De accountant heeft deze geldboete niet betaald. Op grond van artikel 5 lid 4 Wtra is de accountant de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd. Het is de accountant zwaar aangerekend dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:70 Accountantskamer Zwolle 21/742 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft de accountant eerder in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen de maatregel van (onder andere) geldboete opgelegd. De accountant heeft deze geldboete niet betaald. Op grond van artikel 5 lid 4 Wtra is de accountant de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd. Het is de accountant zwaar aangerekend dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:166 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-669/DB/ZZWB

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij. De klacht is deels van kennelijk onvoldoende gewicht: Verweerder heeft erkend dat hij de reeds eerder bij memorie van grieven geponeerde stelling over het aantal panden niet in de daarna ingediende conclusie had mogen herhalen, omdat klaagster intussen een uittreksel uit het register van het Kadaster had overgelegd waaruit de onjuistheid van die stelling bleek. De voorzitter overweegt dat niet iedere fout tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen oplevert. In dit geval heeft verweerder, zo blijkt uit de overgelegde stukken, namens zijn cliënte het standpunt willen onderbouwen dat klaagster een professionele vastgoedbelegger is die vele objecten in eigendom heeft. Nu tevens uit de stukken blijkt dat klaagster in rechte heeft erkend dat zij bedrijfsmatig vastgoed exploiteert, in welk verband zij meerdere panden in eigendom heeft, is het debat over het exacte aantal panden naar het oordeel van de voorzitter van een dermate ondergeschikt belang dat het feit dat verweerder een onjuist aantal panden heeft genoemd van kennelijk onvoldoende gewicht is om hem een tuchtrechtelijk verwijt te maken. De klacht is voor het overige kennelijk ongegrond. Het stond verweerder vrij om namens zijn cliënte standpunten in te nemen, ook al was klaagster het niet met die standpunten eens. Dat verweerder de rechter feiten heeft voorgehouden, waarvan hij de onwaarheid kende of kon kennen, is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:71 Accountantskamer Zwolle 21/743 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft de accountant eerder in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen de maatregel van (onder andere) geldboete opgelegd. De accountant heeft deze geldboete niet betaald. Op grond van artikel 5 lid 4 Wtra is de accountant de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd. Het is de accountant zwaar aangerekend dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:65 Accountantskamer Zwolle 21/735 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft de accountant eerder in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen de maatregel van (onder andere) geldboete opgelegd. De accountant heeft deze geldboete niet betaald. Op grond van artikel 5 lid 4 Wtra is de accountant de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd. Het is de accountant zwaar aangerekend dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:72 Accountantskamer Zwolle 21/744 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft de accountant eerder in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen de maatregel van (onder andere) geldboete opgelegd. De accountant heeft deze geldboete niet betaald. Op grond van artikel 5 lid 4 Wtra is de accountant de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd. Het is de accountant zwaar aangerekend dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:165 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.219 en C2020.220

    Klacht tegen psychiater/psychotherapeut. Klager is jarenlang psychoanalytisch behandeld. Na het plotselinge overlijden van de behandelaar is klager in behandeling gekomen bij de aangeklaagde psychiater/psychotherapeut. Deze behandeling heeft vijf jaar geduurd. Klager verwijt de psychiater/psychotherapeut in de kern dat hij de problematiek waarmee hij - klager - kampte vanaf het begin verkeerd heeft beoordeeld en verkeerd heeft aangepakt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de psychiater/psychotherapeut de behandeling ten onrechte niet periodiek heeft geëvalueerd en zo nodig heeft bijgestuurd en acht de klacht daarom gegrond. Dit college vernietigt de bestreden beslissing, verklaart de klacht alsnog gegrond en legt aan de psychiater/psychotherapeut de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:61 Accountantskamer Zwolle 21/493 Wtra AK

    Gedeeltelijk gegronde klacht, waarschuwing. Een accountant had de opdracht om de jaarrekening van een maatschap samen te stellen. Hij heeft zonder overleg met de maten de (concept)jaarrekening 2019 van de maatschap aangepast en deze als definitief gepresenteerd. Dit is in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Ook heeft de accountant het bepaalde in artikel 21 VGBA niet nageleefd, omdat hij ten onrechte niet heeft onderkend dat zijn objectiviteit werd bedreigd door (onder andere) het geschil dat tussen de maten was ontstaan. Daardoor heeft hij gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit. De klacht is voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:166 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.255

    Klacht tegen arts. Verweerder heeft voor een zorgverzekeraar beoordeeld of klaagster in aanmerking kwam voor vergoeding van interdisciplinaire medisch specialistische revalidatiezorg en negatief geadviseerd. Klaagster verwijt verweerder dat het advies onzorgvuldig en onvoldoende onderbouwd is en dat verweerder met het advies de grenzen van zijn deskundigheid heeft overschreden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard en het Centraal Tuchtcollege bekrachtigt deze beslissing onder aanvulling van gronden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:160 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.103

    Klacht tegen een arts, destijds werkzaam bij het UWV. De arts heeft klager in mei 2016 beoordeeld in het kader van een aanvraag voor een WIA-uitkering en hiervan een rapportage opgesteld. Klager verwijt de arts dat hij a. ten aanzien van de rapportage niet zorgvuldig heeft gehandeld, b. ongemotiveerd en onzorgvuldig stukken van behandelend specialisten en medisch informatie heeft genegeerd en c. ten tijde van het handelen geen verzekeringsarts was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep, omdat het beroepschrift niet de gronden bevat waarop het beroep berust.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:161 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.128

    Klacht tegen psychiater/psychotherapeut in haar hoedanigheid van voorzitter van de klachtencommissie van een beroepsvereniging. Er was geen sprake van een behandelrelatie. De klacht bij het Regionaal Tuchtcollege gaat over de wijze waarop de klachtenprocedure bij de klachtencommissie is gevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht niet-ontvankelijk, omdat de klacht niet valt onder de reikwijdte van het tuchtrecht. De eerste en tweede tuchtnorm zijn niet van toepassing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.