Zoekresultaten 3741-3760 van de 4155 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:172 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1813 (wraking)

    Wrakingsverzoek gericht tegen de twee leden-beroepsgenoten van het zittingscollege. Een van deze leden heeft berust in de wraking. Het wrakingsverzoek tegen het andere lid-beroepsgenoot is toegewezen. De beklaagde arts (in de hoofdzaak) en het gewraakte lid-beroepsgenoot maken beiden deel uit van de werkgroep tuchtrecht van hun vakgebied. Het enkele lidmaatschap van deze werkgroep leidt niet tot de conclusie dat er sprake is van onvoldoende distantie maar kan wel de schijn wekken dat hiervan sprake is.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2023:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 730165/NT 23-8

    Geen voortvarende afhandeling van een dossier. Klacht gegrond, maar niet ernstig genoeg voor het opleggen van een maatregel. Notaris heeft excuses aangeboden voor zijn gedrag.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:173 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1814 (wraking)

    Wrakingsverzoek gericht tegen de twee leden-beroepsgenoten van het zittingscollege. Een van deze leden heeft berust in de wraking. Het wrakingsverzoek tegen het andere lid-beroepsgenoot is afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:249 Raad van Discipline Amsterdam 23-520/A/NH

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Er zijn een viertal klachten tegen verweerder. Drie klachten zijn ongegrond gelet op de beleidsvrijheid die een advocaat toekomt bij het optreden voor zijn client. Het vierde klachtonderdeel, dat ziet op diverse uitingen door verweerder over klaagster, is wel gegrond. Verweerder heeft daarbij de norm overschreden die een goed advocaat in familiezaken (hier de afwikkeling van een nalatenschap) betaamt. De maatregel van een waarschuwing wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:4 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-431/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:250 Raad van Discipline Amsterdam 23-478/A/NH

    Klacht tegen eigen advocaat dat deze de zaak niet voortvarend genoeg heeft behandeld door vier maanden te wachten met het schrijven van een brief aan de wederpartij. Tevens wordt gesteld dat verweerde in de zaak niet deskundig heeft geadviseerd. Het klachtonderdeel over voortvarendheid is gegrond. De maatregel van een berisping wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:244 Raad van Discipline Amsterdam 23-389/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:251 Raad van Discipline Amsterdam 23-537/A/A/D

    Dekenbezwaar. De deken verwijt verweerder dat hij in strijd met artikel 6.27 Voda heeft gehandeld door zonder overleg met de deken een groter bedrag dan € 5.000,- aan contante betalingen van zijn client te aanvaarden. Het bezwaar is gegrond. De maatregel van een waarschuwing wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:245 Raad van Discipline Amsterdam 23-368/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:25 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/20

    De vader van klager is overleden en klager is één van zijn erfgenamen. Klager verwijt de notaris in de kern dat zij hem bij brief van 23 juli 2008 een uittreksel van vaders testament heeft verstrekt in plaats van een afschrift. Anders dan de notaris stelt, was ten tijde van het versturen van het uittreksel aan klager nog niet bekend of de in het uittreksel weggelaten gedeelten van vaders testament effect zouden sorteren. De notaris had de betreffende gedeelten van vaders testament hierom in het uittreksel moeten weergeven. Door dat niet te doen en klager dus onvolledig te informeren, heeft de notaris onzorgvuldig gehandeld. De klacht wordt in zoverre gegrond verklaard en aan de notaris wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:246 Raad van Discipline Amsterdam 23-493/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht tegen advocaat van de wederpartij deels gegrond. Door een essentieel punt niet te vermelden in zijn verweerschrift, is verweerder naar het oordeel van de raad onvolledig geweest. Verweerder heeft zich hiermee suggestief en onnodig polariserend opgesteld en dit valt hem tuchtrechtelijk te verwijten. Klachtonderdeel e) is in zoverre dan ook gegrond. Aan verweerder wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd. Overige klachtonderdelen ongegrond. Verweerder heeft zich voldoende genuanceerd uitgedrukt en klager heeft de overige klachtonderdelen niet van een nadere onderbouwing voorzien.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:1 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-730/AL/NN

    Gedeeltelijke tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde schorsing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:1 Accountantskamer Zwolle 23/645 Wtra AK

    Klacht over wettelijke controle jaarrekening. De accountant heeft een goedkeurende controleverklaring met een continuïteitsparagraaf afgegeven bij de jaarrekening van een B.V. over boekjaar 2018. De AFM heeft een onderzoek uitgevoerd naar deze controle en geconcludeerd dat de accountant geen voldoende en geen geschikte controle-informatie heeft verkregen om het (verhoogde) controlerisico tot een aanvaardbaar laag niveau terug te brengen. Het controledossier was nagenoeg leeg. De accountant was daardoor niet in staat om redelijke conclusies te trekken, waarop hij zijn oordeel kon baseren.De klacht is gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van doorhaling voor de duur van twee jaren op. De accountant heeft onvoldoende inzicht verkregen in wat er met de investeringen in financiële vaste activa van €1,3 miljard is gebeurd en of de jaarrekening hieromtrent een getrouw beeld geeft. Van de accountant mag een professioneel-kritische instelling worden verwacht, maar daaraan ontbrak het volkomen.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:26 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/24

    De klacht gaat over de totstandkoming van de koopovereenkomst en de concept-akte van levering ten aanzien van een woning. Deze woning behoorde toe aan moeder en de erfgenamen van vader. De kamer is van oordeel dat de notaris met zijn handelwijze zijn kerntaken als notaris heeft veronachtzaamd. De notaris is uitsluitend afgegaan op de informatie van de kopers en heeft zich te zeer laten leiden door hun belangen. Voor de belangen van moeder heeft hij volstrekt onvoldoende oog gehad. Voordat moeder de door de notaris opgestelde koopovereenkomst buiten aanwezigheid van de notaris ondertekende, heeft de notaris geen enkel contact met haar gehad. Hij heeft haar niet geïnformeerd over de koopovereenkomst en de daaraan verbonden rechtsgevolgen. Hoewel de informatie waarover de notaris beschikte vragen opriep over de redelijkheid van de koopprijs, heeft hij nagelaten te onderzoeken of de koopprijs redelijk was en of moeder bewust deze koopprijs aanvaardde. Evenmin heeft de notaris onderzocht of moeder bevoegd was vaders erfgenamen te vertegenwoordigen bij het aangaan van de koopovereenkomst. Daarmee heeft hij de belangen van de dochter als erfgename miskend. Als gevolg van zijn handelen en nalaten heeft de notaris het vertrouwen geschaad dat rechtzoekenden in het notariaat moeten kunnen stellen. De kamer rekent dit alles de notaris ernstig aan.De klacht wordt grotendeels gegrond verklaard en aan de notaris wordt de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van twee weken opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:247 Raad van Discipline Amsterdam 23-555/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:2 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-326/DH/RO

    Verzet niet-ontvankelijk. Te laat.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:1 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-998/DB/OB

    Verzetbeslissing. Klager heeft verzet ingesteld tegen een beslissing van de raad. In de onderwerpregel van klagers brief is vermeld: “Verzet in zaak 22-998/DB/OB volgens artikel 46h lid 1”. In dit bericht deelt klager mede verzet in te stellen tegen de beslissing van de raad, voor zover (althans zo begrijpt de raad klagers brief) de raad de klachtonderdelen 1 en 2 niet-ontvankelijk heeft verklaard. In artikel 46h Advocatenwet is bepaald dat tegen een beslissing van de voorzitter op grond van artikel 46g Advocatenwet verzet kan worden ingesteld. De beslissing d.d. 26 juni 2023 is echter geen beslissing van de voorzitter, maar een beslissing van de raad, waarin de raad met toepassing van artikel 46g Advocatenwet de klachtonderdelen 1 en 2 niet-ontvankelijk heeft verklaard. In artikel 56 Advocatenwet is bepaald dat tegen beslissingen van de raad hoger beroep kan worden ingesteld bij het Hof van Discipline. Tegen beslissingen van de raad kan geen verzet worden ingesteld. Tegen de beslissing van de raad van 26 juni 2023 staat het rechtsmiddel van verzet niet open. Verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:248 Raad van Discipline Amsterdam 23-411/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij gegrond. De raad is van oordeel dat verweerster zich met haar handelswijze te star heeft opgesteld en dat zij met name haar eigen opvatting (en niet noodzakelijkerwijs die van haar cliënte) lijkt te hebben gevolgd en daarmee de belangen van de wederpartij, klager, onnodig heeft geschaad zonder redelijk doel. Daarbij had verweerster, mede gelet op haar rol als familierechtadvocate, meer inspanningen kunnen en ook moeten verrichten om uit de ontstane impasse te geraken. Door verdere stappen afhankelijk te maken van inwilliging van haar verzoek aan klager tot het in de arm van nemen van een advocaat, terwijl duidelijk was dat klager hiertoe niet zou overgaan, heeft verweerster de zaak onnodig gejuridiseerd en mogelijk ook vertraagd. Aan verweerster wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:3 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-361/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:2 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-279/DB/LI

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.