Zoekresultaten 4441-4460 van de 4546 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:135 Hof van Discipline 's Gravenhage 230148
- Datum publicatie: 29-08-2023
- Datum uitspraak: 11-08-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:135
Art 13-beklag ongegrond verklaard. Klager heeft geen belang meer bij zijn beklag nu hij inmiddels wordt bijgestaan door een advocaat.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:133 Hof van Discipline 's Gravenhage 230107
- Datum publicatie: 29-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:133
Beklag tegen weigering om verzoek tot beëdiging als advocaat in behandeling te nemen ongegrond. Gegronde vrees dat klaagster als advocaat (opnieuw) inbreuk zal maken op de voor advocaten bestaande regelgeving of zich anderszins zal schuldig maken aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:106 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-257/DB/OB
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 28-08-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:106
Klacht over de advocaat van de wederpartij. Discussie over rechtsgeldigheid van opdrachtverlening voorbehouden aan de civiele rechter. Op voorhand niet evident dat verweerder onbevoegd optreedt namens zijn cliënten. Niet gebleken dat verweerder gedragsregel 15 heeft overtreden. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/5045
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 22-08-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:49
Klacht tegen psychiater – geneesheer-directeur van TBS-kliniek - dat deze hem ibuprofen voorschreef tegen rugklachten, waardoor klager nierschade heeft opgelopen. Volgens de klager had de psychiater hem een matrastopper moeten voorschrijven. Het college oordeelt dat van de in lage dosering voorgeschreven ibuprofen geen nierschade te verwachten was. Advies om huisarts te raadplegen over een matrastopper is ook niet onzorgvuldig, nu dergelijke adviezen niet tot de normale deskundigheid van de psychiater behoren. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:107 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-870/DB/LI
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 28-08-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:107
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening. Tweede tussenbeslissing. Zaak is reeds bij tussenbeslissing d.d. 6 maart 2023 aan de deken terugverwezen. De raad is van oordeel dat de (ontvankelijkheid van) de klacht nog steeds niet kan worden beoordeeld. In de brief van 4 mei 2023 maakt de deken melding van een in 2018 door klager bij de deken ingediende klacht, bij de deken bekend onder het nummer K18-135. De raad heeft de in die klachtzaak gewisselde stukken echter niet in het door de deken op 2 november 2022 aan de raad doorgezonden klachtdossier, noch in de bij de brief van de deken d.d. 4 mei 2023 gevoegde bijlagen aangetroffen. De deken heeft voorts geen gehoor gegeven aan de oproep van de raad om ter zitting van 3 juli 2023 te verschijnen voor het geven van een nadere toelichting. De zaak wordt wederom terugverwezen naar de deken en iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4962
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 22-08-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:153
Klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. De klacht gaat over een knie operatie, waarna er complicaties zijn opgetreden. Hierdoor moest klager nogmaals meerdere operaties ondergaan en heeft klager onder andere chronisch pijn. Klager stelt dat hij onvoldoende is voorgelicht over de risico’s van de operatie op de opgetreden complicaties, waardoor hij van tevoren niet een weloverwogen beslissing heeft kunnen nemen om de operatie te ondergaan. Het college oordeelt dat de orthopedisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:177 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-092/DH/RO
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 28-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:177
Verzet ongegrond. Geen aanknopingspunten dat de voorzitter bepaalde onderdelen niet bij zijn beoordeling heeft betrokken. De voorzitter heeft terecht de door klager ingediende klacht als uitgangspunt genomen voor zijn beoordeling.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5168
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:154
Klacht tegen verzekeringsarts. In het kader van de aanvraag van een WIA-uitkering heeft verweerder klaagster onderzocht en een verzekeringsgeneeskundige beoordeling verricht. Aan de hand van de beoordeling door verweerder heeft vervolgens een arbeidskundige beoordeling plaatsgevonden. Met inachtneming van de door verweerder vastgestelde beperkingen zijn voor klaagster diverse functies geduid en is de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op minder dan 35%. De WIA-aanvraag is vervolgens afgewezen. De klacht heeft betrekking op de beoordeling door verweerder en de gevolgen daarvan voor haar geestelijke gezondheid. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:104 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-132/DB/ZWB
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 21-08-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:104
Klacht van advocaten over de advocaat van de wederpartij van hun cliënte gegrond. Verweerster heeft gehandeld in strijd met gedragsregel 25 door de brief van 30 juni 2022 niet alleen toe te sturen aan klaagsters (beiden werkzaam als advocaat in dienstbetrekking bij NN G. N.V.), maar tevens rechtstreeks te adresseren aan de (CEO van de) NN G. N.V., terwijl die brief geen aanzegging met rechtsgevolg bevatte. Verweerster is reeds meerdere malen tuchtrechtelijk veroordeeld, onder andere wegens handelen in strijd met gedragsregel 25. Verweerster volhardt in haar onwelwillende houding ten opzichte van de advocaten van de wederpartij van haar cliënten. In de aard en ernst van het in de onderhavige klachtzaak gegrond bevonden tuchtrechtelijk verwijt en het tuchtrechtelijke verleden van verweerster ziet de raad aanleiding om een voorwaardelijke schorsing van een week aan verweerster op te leggen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5350
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:155
Klacht tegen orthopedisch chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd aan een hallux valgus. Na de operatie heeft ze veel pijn. Ze verwijt de chirurg dat de nazorg niet goed is geweest en dat hij de operatie niet goed zou hebben uitgevoerd. Het college is van oordeel dat beide verwijten onjuist zijn en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:105 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-171/DB/OB/D
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 28-08-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:105
Dekenbezwaar. Handelen in strijd met diverse bepalingen uit de Voda en de gedragsregels. De raad rekent het verweerder zwaar aan dat hij ermee heeft ingestemd dat door medewerkers van A. op zijn naam en met gebruikmaking van zijn hoedanigheid van advocaat schuldbemiddelingsdossiers betreffende een consumentenkrediet werden behandeld en dat in zijn naam en met gebruikmaking van zijn briefpapier en e-mailadres brieven werden gestuurd terwijl hij met de inhoud van die dossiers en correspondentie niet bekend was. De wijze waarop verweerder heeft gemeend de uitvoering van werkzaamheden te kunnen delegeren is in strijd met de gedragsregels. Ook heeft verweerder in strijd met gedragsregel 14 lid 3 gehandeld doordat hij onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van het afhandelen en overdragen van lopende dossiers met het oog op de uitschrijving van het tableau per 31 december 2022. Hoewel verweerder zichzelf reeds van het tableau heeft laten uitschrijven, is de raad van oordeel dat gelet op de aard en de ernst van de gedragingen van verweerder en zijn tuchtrechtelijk verleden, een langdurige schorsing in de uitoefening van de praktijk de enige passende maatregel is. Onder deze omstandigheden acht de raad de maatregel van schorsing voor de duur van twaalf weken passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:211 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-349/AL/MN
- Datum publicatie: 25-08-2023
- Datum uitspraak: 07-08-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:211
Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat over advocaat. Klacht is voor een deel niet ontvankelijk, omdat de klacht te laat, na afloop van de vervaltermijn van drie jaar, bij de deken is ingediend. De klacht is voor het andere deel kennelijk ongegrond, omdat de juistheid van het verwijt op grond van het klachtdossier niet kan worden vastgesteld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:210 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5395
- Datum publicatie: 25-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:210
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager maakt de huisarts verschillende verwijten, waaronder het niet toevoegen van alle verklaringen van klager en zijn partner aan het medisch dossier. Het college overweegt dat de KNMG in haar richtlijnen heeft bepaald dat de arts slechts die gegevens omtrent de gezondheid en de behandeling van de patiënt moet opnemen, die voor een ‘goede hulpverlening’ in de toekomst noodzakelijk zijn. De arts beoordeelt per situatie welke gegevens hij daartoe in het dossier opneemt. Er bestaat voor de huisarts geen verplichting alle correspondentie betreffende klager in diens dossier op te nemen, ook niet indien dat wordt verzocht. Verder heeft de huisarts terecht geweigerd om de partner van klager het medisch dossier van klager toe te zenden, aangezien klager zijn partner daartoe geen uitdrukkelijke toestemming had gegeven. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:176 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-561/DH/DH
- Datum publicatie: 25-08-2023
- Datum uitspraak: 23-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:176
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:209 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-342/AL/NN
- Datum publicatie: 25-08-2023
- Datum uitspraak: 07-08-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:209
Voorzittersbeslissing. Klacht over kwaliteit dienstverlening van voormalig eigen advocaat. Op grond van het klachtdossier kan niet worden vastgesteld dat verweerster haar financiële belang boven het belang van klager heeft gesteld. Integendeel, uit de overgelegde e-mails blijkt dat verweerster in het belang van klager heeft gehandeld door hem diverse keren uitdrukkelijk te wijzen op de volgens haar geringe kans op succes in het hoger beroep en op de voor- en nadelen van het al dan niet treffen van een schikking met bedrijf X. Ook kan niet worden vastgesteld dat verweerster klager onder zodanige druk heeft gezet om de schikking te accepteren dat zij daarmee de grenzen van het tuchtrechtelijk toelaatbare heeft overschreden. Als klager toch niet akkoord was met de schikking en liever het oordeel van het gerechtshof had willen afwachten, zoals klager heeft gesteld, dan had klager dit kenbaar moeten maken en de VSO ondanks het advies van verweerster niet moeten tekenen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:208 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5553
- Datum publicatie: 25-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:208
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat deze zonder goede reden een verwijzing heeft geweigerd en zich neerbuigend tegenover klager heeft uitgelaten. Doordat de huisarts als waarnemer werkte en klager nog niet eerder op consult had gehad, kon hij voor zijn medisch oordeel alleen afgaan op wat klager naar voren bracht, zijn bevindingen tijdens het consult en het medisch dossier. Klager was niet psychotisch, niet hallucinatoir en een spoedactie was daarom niet noodzakelijk. Een consult bij een vaste huisarts van de praktijk om de klachten goed in beeld te krijgen en psychische ondersteuning door de POH GGZ, zoals de huisarts na het consult heeft geregeld, ziet het college als op dat moment proportionele zorg. De huisarts was niet verplicht klager een verwijzing te geven. Verder is het college van oordeel dat de huisarts op het consult voldoende aandacht heeft besteed aan de problematiek die klager naar voren bracht en daar ook ruim de tijd voor heeft genomen. Er zijn geen aanwijzingen dat de huisarts zich neerbuigend tegenover klager heeft uitgelaten. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:209 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4886
- Datum publicatie: 25-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:209
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is als supervisor tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de handelwijze van de co-assistent in kwestie. Deze supervisie voldeed inhoudelijk niet aan hetgeen in de gegeven situatie van een redelijk handelend beroepsgenoot verlangd mocht worden. Zo ontbreekt in de verslaglegging door de co-assistent het gegeven hoe groot de knobbel was die hij heeft gevoeld in de borst van klaagster. Een redelijk handelend huisarts had het gebleken gemis aan ervaring en/of inzicht van de co-assistent gecompenseerd door alsnog zelf te interveniëren en meteen te zorgen voor de noodzakelijke vervolgstappen, te weten een doorverwijzing naar een mammapoli of in ieder geval voor het maken van een mammografie. De huisarts erkent dat zij naar aanleiding van de intervisie geen enkele verdere actie heeft genomen ter correctie van de handelwijze van de co-assistent. Deze omissie van de huisarts is haar tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klacht deels gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:210 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-344/AL/GLD
- Datum publicatie: 25-08-2023
- Datum uitspraak: 07-08-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:210
Voorzittersbeslissing. Klager heeft zijn klachten, dat verweerder onvoldoende voor hem heeft gedaan, onbereikbaar was en teveel in rekening heeft gebracht, na betwisting daarvan, onvoldoende concreet onderbouwd. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:199 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-734/AL/MN
- Datum publicatie: 24-08-2023
- Datum uitspraak: 07-08-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:199
Klacht tegen advocaat wederpartij door de voorzitter kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:148 Raad van Discipline Amsterdam 23-206/A/A 23-207/A/A 23-208/A/A
- Datum publicatie: 24-08-2023
- Datum uitspraak: 21-08-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:148
Raadsbeslissing; klachten in drie samenhangende zaken. De klacht over verweerders 1 en 2, die luidt dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld door A als meerderheidsaandeelhouder van Simetra en Simetra als vennootschap bijstand te verlenen in een juridisch geschil tegen Nortra, die minderheidsaandeelhouder is van Simetra, is niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang bij Nortra. In gedragsregel 15 is - kort gezegd - bepaald dat een advocaat in het algemeen niet mag optreden tegen een (voormalig) cliënt van hem of van een kantoorgenoot, omdat dit kan leiden tot belangenverstrengeling. Dit betekent dat een mogelijke belangenverstrengeling uitsluitend relevant kan zijn in de verhouding tussen de cliënten van verweerders 1 en 2 onderling. Nortra is geen (voormalig) cliënte van verweerders 1 en 2, zodat haar belangen niet worden beschermd door gedragsregel 15. Hoewel het hof in zijn beslissing van 31 januari 2022 (ECLI:NL:TAHVD:2022:16) heeft geoordeeld dat een advocaat zich ook rekenschap moet geven van de belangen van andere betrokkenen, ook als die niet een (voormalig) cliënt zijn, geldt dit naar het oordeel van de raad niet voor de minderheidsaandeelhouder in een vennootschapsrechtelijk geschil als het onderhavige. Wanneer de minderheidsaandeelhouder het niet eens is met de koers of besluitvorming van de vennootschap staan hiervoor andere wegen open om hiertegen te ageren. De minderheidsaandeelhouder kan via het vennootschapsrecht maatregelen treffen, hetgeen Nortra in het onderhavige geval ook heeft gedaan. De raad beslist hiermee in lijn met de beslissing van de raad van 9 januari 2023 (ECLI:NL:TADRAMS:2023:3). De klacht van verweerders 1 en 2 - hierna klagers - over de gemachtigde van Nortra, hierna verweerder 3, is in alle onderdelen gegrond. De raad rekent het verweerder 3 ernstig aan dat hij zich tot tweemaal toe, en ondanks dat hij is verzocht dit niet te doen, in strijd met gedragsregel 25 lid 1 rechtstreeks tot de wederpartij heeft gewend, terwijl hij wist dat deze door advocaten (klagers) werden bijgestaan. Daarnaast heeft verweerder 3 klagers zonder dat daarmee een rechtens te respecteren belang gediend was persoonlijk aansprakelijk gesteld, hen onderdeel gemaakt van het conflict van hun cliënten en hiermee het conflict onnodig verder gepolariseerd. Daarmee heeft verweerder 3 in strijd gehandeld met de gedragsregels 24 en 5. Dit heeft de raad gebracht tot de conclusie dat verweerder 3 de grenzen van de vrijheid van de advocaat-wederpartij ernstig heeft overschreden en hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Gelet op de ernst en de aard van dit tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen en zijn gebrek aan ter zitting getoond inzicht in de onjuistheid van zijn handelen, acht de raad, ondanks het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder 3, de maatregel van een berisping met kostenveroordeling passend en geboden.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 222
- Pagina: 223
- Pagina: 224
- ...
- Pagina: 228
- Volgende pagina zoekresultaten