Zoekresultaten 13741-13760 van de 44810 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:209 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190134W
- Datum publicatie: 13-12-2019
- Datum uitspraak: 02-12-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:209
Wrakingsverzoek na afloop van zitting tegen voorzitter en leden. Van een professionele rechtsbijstandverlener mag worden verwacht dat hij het wrakingsmiddel terstond inzet wanneer de redengevende feiten of omstandigheden om te wraken zich voordoen. Aan die tijdspanne kan weliswaar nog een korte periode voor reflectie worden toegevoegd, maar vijf dagen zijn daarvoor te lang. Aan een inhoudelijke beoordeling van de wrakingsgrond komt de wrakingskamer derhalve niet toe. Met verweerder is de wrakingskamer voorts van oordeel dat uit de e-mail van de griffie niet de conclusie kan worden getrokken die verzoeker daaraan verbindt. Deze e-mail is bovendien niet te relateren aan enig handelen van één van de leden van de behandelend kamer in de klachtzaak. Afwijzing wrakingsverzoek.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:265 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-1035
- Datum publicatie: 13-12-2019
- Datum uitspraak: 02-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:265
Raadsbeslissing. Klacht over collega-advocaat. Geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:266 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-088
- Datum publicatie: 13-12-2019
- Datum uitspraak: 02-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:266
Verzetbeslissing. Termijn voor indienen verzet overschreden. Omstandigheden geen aanleiding voor oordeel dat termijnoverschrijding verschoonbaar is. Verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:187 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-798/DB/LI
- Datum publicatie: 13-12-2019
- Datum uitspraak: 12-12-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:187
Advocaat zonder beroepsaanprakelijkheidsverzekering met onmiddellijke ingang geschorst.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:267 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-974
- Datum publicatie: 13-12-2019
- Datum uitspraak: 02-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:267
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster heeft zich zonder toestemming van de advocaat van klaagster tot het gerechtshof gewend terwijl de zaak al voor uitspraak stond. Tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klacht gegrond. Geen maatregel gelet op ter zitting toegelichte omstandigheden en afwezigheid van eerdere opgelegde maatregelen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:268 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-1006 18-1007
- Datum publicatie: 13-12-2019
- Datum uitspraak: 02-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:268
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege gebrek aan zelfstandig belang. Niet gebleken dat verweerster de grenzen van de haar toekomende vrijheid als advocaat van haar cliënt heeft overschreden. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:262 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-721
- Datum publicatie: 13-12-2019
- Datum uitspraak: 02-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:262
Verzetbeslissing. De voorzitter in zijn beslissing bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Verzet levert geen nieuwe gezichtspunten op. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:296 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.499
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 12-12-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:296
Klagers dienen een klacht in tegen een psychiater als nabestaanden van hun door suïcide overleden zoon/broer. D e klacht houdt in dat: 1. de psychiater heeft nagelaten maatregelen te nemen teneinde de zoon/broer van klagers in het licht van zijn suïcidale gedrag tegen zichzelf te beschermen; 2. indien en voor zover nader onderzoek nodig was, de psychiater dit onderzoek spoediger had moeten laten plaatsvinden; 3. het medisch dossier niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond en wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege wijst het beroep van klagers af.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:302 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.096
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 05-12-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:302
Verweerder werkt als arts bij het UWV. Klager heeft zich als gevolg van een auto-ongeluk ziek gemeld met lichamelijke en psychische klachten. Verweerder heeft klager in het kader van een WIA beoordeling onderzocht. Klager verwijt verweerder dat hij de grenzen van professioneel handelen heeft overschreden, door hem tijdens het spreekuur meerdere malen ongewenst aan te raken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2019:30 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/72
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TNORSHE:2019:30
Klager verwijt de notaris (kort gezegd) dat hij niet (schriftelijk) heeft gereageerd op de door klager bij aangetekende brieven geformuleerde vragen/klachten over de inhoud van het testament van zijn vader en de wijze waarop dit testament tot stand is gekomen. Ook nadat klager de notaris hiermee had geconfronteerd bij wederom een aangetekende brief, heeft de notaris niets van zich laten horen. De notaris heeft erkend dat hij niet heeft gereageerd op genoemde aangetekende brieven van klager. Weliswaar heeft de notaris ter zitting aangevoerd dat hij op de in genoemde brieven neergelegde vragen reeds had geantwoord bij eerdere e-mailberichten aan de toenmalige advocaat van klager, maar dat ontslaat hem naar het oordeel van de kamer niet van zijn verplichting om te reageren op klagers brieven van een latere datum. Voor zover de notaris de door klager gestelde vragen reeds mocht hebben beantwoord in eerdere e-mailberichten, dan had het op de weg van de notaris gelegen klager te wijzen op deze e-mailberichten en hem een kopie van deze e-mailberichten toe te sturen. Door in het geheel niet te reageren op alle door klager aangetekend verstuurde brieven is klager in het ongewisse gelaten en handelt de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht wordt daarom gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen sanctie weegt de kamer ten nadele van de notaris mee dat hij ook op de door klager bij de kamer ingediende klacht niet schriftelijk heeft gereageerd. Zelfs na herhaald verzoek heeft de kamer geen reactie van de notaris mogen ontvangen. Hetzelfde geldt ten aanzien van het door de KNB aan de notaris gedane verzoek om een reactie op het door klager in eerste instantie bij de KNB ingediende bemiddelingsverzoek. Op dit verzoek van de KNB en het daarop gevolgde herinneringsbericht heeft de notaris evenmin gereageerd. De kamer heeft in eerdere klachtzaken ook al geconstateerd dat de notaris ernstig tekortschiet in het beantwoorden van brieven van zijn cliënten, de KNB en/of de kamer. Dit patroon is ter zitting met de notaris besproken en baart de kamer zorgen. De non-communicatie getuigt van weinig respect jegens klager(s), de KNB en de kamer. Aan de notaris wordt daarom de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:297 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.019
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 12-12-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:297
Klacht van IGJ tegen arts. Bij patiënte is een liposuctie verricht. IGJ verwijt de arts dat hij te veel vet verwijderd heeft, dat hij stopmoment VII niet heeft uitgevoerd, dat de postoperatieve zorg onvoldoende was en tenslotte dat hij patiënte heeft ontslagen terwijl haar toestand dat nog niet toestond. Het Regionaal Tuchtcollege heeft voornoemde eerste drie onderdelen gegrond verklaard, aan de arts een berisping opgelegd en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts en handhaaft de berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:303 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.076
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 05-12-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:303
Klacht tegen longarts. Klaagster heeft een aanrijding gehad. Verweerder heeft in verband hiermee een medisch advies uitgebracht. De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder een onjuiste c.q. onzorgvuldige rapportage heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2019:31 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/9
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TNORSHE:2019:31
Klager verwijt de notaris (kort gezegd) dat hij niet heeft voldaan aan zijn zorgplicht, informatieplicht en belehrungsplicht door: 1. het volstrekt duidelijke testament van erflaatster uit te leggen; 2. genoemd testament foutief uit te leggen; 3. klager onvoldoende te informeren over hetgeen hij met erflaatsters erfgenamen overeenkwam in de akte boedelbeschrijving/afgifte vruchtgebruiklegaat/rekening en verantwoording/constatering verdeling ten aanzien van het vruchtgebruik van de woning en de gevolgen hiervan. De klachtonderdelen 1 en 2 worden ongegrond verklaard. Op grond van erflaatsters testament heeft klager het (in beginsel levenslange) testamentaire vruchtgebruik van de woning gekregen. De kamer is van oordeel dat de passage in het testament met betrekking tot het einde van het vruchtgebruik duidelijk is en niet voor meerdere uitleg vatbaar. Niet gebleken is dat de notaris de betreffende bepalingen desondanks (onjuist) heeft uitgelegd. Klachtonderdeel 3 wordt gegrond verklaard. De kamer is van oordeel dat de notaris rondom de totstandkoming van genoemde notariële akte zijn zorgplicht, informatieplicht en belehrungsplicht jegens klager heeft geschonden. In deze akte heeft de notaris nadere afspraken tussen klager en erflaatsters erfgenamen met betrekking tot het einde van het vruchtgebruik van de woning verwerkt. De notaris had vóór de dag van het passeren van de notariële akte bij klager moeten verifiëren of laatstgenoemde de gevolgen van de nadere afspraken voor zijn huisvesting overzag en of klager daarmee wilde afzien van de door erflaatster beoogde compensatie voor het door klager in de woning geïnvesteerde vermogen. Bovendien had de notaris klager tijdig in de gelegenheid moeten stellen om kennis te nemen van de inhoud van de definitieve akte met een toelichting over de voor klager (nadelige) juridische gevolgen van de in de notariële akte opgenomen aanvullende bepalingen ten aanzien van het einde van het vruchtgebruik, hetgeen de notaris heeft nagelaten. Door steeds af te gaan op informatie van (één van) de erfgenamen en deze informatie niet voldoende te verifiëren bij klager en met hem te bespreken, terwijl juist het hem toekomende recht van vruchtgebruik op het spel stond, heeft de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Aan de notaris wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:298 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.040
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 12-12-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:298
Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster heeft zich tot verweerder gewend met een wens tot borstverkleining en is door verweerder geopereerd. Zij heeft verweerder vervolgens een aantal verwijten gemaakt en het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat verweerder vooraf duidelijk aan klaagster heeft uitgelegd dat het door haar gewenste resultaat technisch niet haalbaar was, waardoor geen sprake was van informed consent. Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan verweerder een berisping opgelegd en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege heeft, gelet op hetgeen door verweerder ter terechtzitting is betoogd in samenhang met wat hij in het medisch dossier heeft genoteerd, geen reden te twijfelen dat verweerder klaagster voldoende duidelijk heeft uitgelegd dat het niet mogelijk was al het weefsel weg te halen en acht de stelling van verweerder dat klaagster heeft ingestemd met hetgeen wel mogelijk was geloofwaardig. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing en verklaart de klacht alsnog in zijn geheel ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2019:32 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/14
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TNORSHE:2019:32
Klaagster verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder bij het opmaken van de akte van levering, de schuldbekentenis en de akte van hypotheek. Naar het oordeel van de kamer kon en mocht de notaris concluderen dat moeder wilsbekwaam was om genoemde drie aktes te ondertekenen. Dit klachtonderdeel wordt daarom ongegrond verklaard. Verder verwijt klaagster de notaris dat hij met het passeren/opstellen van eerder genoemde aktes heeft aangezet tot en/of bewust heeft meegewerkt aan paulianeus handelen, een onverplichte rechtshandeling waarbij klaagster als schuldeiser aantoonbaar benadeeld werd. De kamer overweegt dat op een notaris in beginsel een ministerieplicht rust, die is omschreven in artikel 21 lid 1 Wna. Bij gerede twijfel aan de goede bedoelingen van zijn cliënt dient een notaris echter zijn dienst te weigeren of zich door nader onderzoek te overtuigen van het geoorloofde karakter ervan. De functie van de notaris in het rechtsverkeer verplicht hem onder bijzondere omstandigheden ook tot een zekere zorg voor de belangen van derden welke mogelijkerwijs zijn betrokken bij de door zijn cliënten van hem verlangde ambtsverrichtingen. Deze zorgplicht kan ertoe leiden dat een notaris gegronde redenen heeft als bedoeld in artikel 21 lid 2 Wna om de van hem gevraagde dienstverlening te weigeren of op te schorten. Indien duidelijk sprake is van paulianeus handelen, is een notaris verplicht zijn dienst te weigeren op grond van laatstgenoemde bepaling. Anders dan klaagster, is de kamer van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de constructie van de drie aktes (de akte van levering, de schuldbekentenis en de akte van hypotheek) deel uitmaakte van een plan gericht op benadeling van klaagster, laat staan dat de notaris had moeten weten dat sprake was van paulianeus handelen. Bij dit oordeel spelen de in de beslissing vermelde omstandigheden een rol. Aangezien de kamer tot de conclusie komt dat de notaris niet bewust heeft aangezet tot en/of bewust heeft meegewerkt aan paulianeus handelen, wordt ook dit klachtonderdeel ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:299 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.082
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 12-12-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:299
Klacht tegen psychiater, tevens directeur behandelzaken van een forensisch psychiatrische instelling. Klager werkte als sociotherapeut in deze kliniek. Hij is door een aldaar behandelde patiënt met een houten voorwerp geslagen met als gevolg een ernstige verwonding. Klager heeft de kliniek aansprakelijk gesteld. De kliniek heeft aansprakelijkheid erkend. De klacht luidt dat de psychiater: 1. zijn beroepsgeheim heeft geschonden door zonder toestemming van klager persoonlijke en medische informatie over hem te geven aan daartoe niet bevoegde personen. 2. door een systematische negatieve houding het psychisch herstel van klager op een negatieve wijze heeft beïnvloed. 3. risicovolle situaties systematisch heeft genegeerd en medewerkers – onder wie klager – daaraan heeft blootgesteld. Deze situaties hebben geleid tot een ernstige calamiteit. 4. deze calamiteit niet transparant heeft afgehandeld jegens klager en derden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen en de publicatie gelast.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1909
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 12-12-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:79
Arts wordt onder meer verweten dat hij klaagster heeft herbeoordeeld in het kader van de WIA, terwijl hij door haar aangereikte nieuwe stukken niet heeft bekeken en haar niet medisch heeft onderzocht. College: arts diende zelfstandig kennis te nemen van de nieuwe stukken – eventueel door kopieën te maken die hij later zou lezen –, maar heeft deze ongefundeerd terzijde geschoven zonder uit te leggen waarom. De arts heeft ook onvoldoende blijk gegeven van een geschikte methode van psychisch onderzoek en onvoldoende gemotiveerd waarom lichamelijk onderzoek van klaagster achterwege kon blijven. Niet op voldoende inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden hij concludeerde dat bij klaagster geen sprake was van een wijziging in de beperkingen. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2019:33 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/36
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TNORSHE:2019:33
Klaagster verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld. Volgens klaagster heeft hij nagelaten alle betrokken partijen bij de wijziging van de splitsing eenduidig en tijdig te informeren. De door de notaris opgemaakte concept-akte wijziging splitsing lijkt bovendien niet overeen te stemmen met het door de ledenvergadering van de VVE genomen besluit op 20 maart 2017, maar de notaris laat, ondanks verzoeken daartoe, na om tekst en uitleg te geven. In het licht van de in de beslissing genoemde omstandigheden vindt de kamer dat klaagster met het indienen van de klacht te voorbarig was. Het had op haar weg gelegen om de notaris een redelijke termijn te geven voor het beantwoorden van haar vraag/vragen, alvorens een klacht in te dienen. In plaats daarvan heeft klaagster het inhoudelijke antwoord van de notaris niet afgewacht en elf dagen na haar eerste e-mailbericht aan de notaris een klacht tegen hem ingediend. Toen de notaris een paar dagen later met een inhoudelijk - naar later op de zitting bleek voor klaagster onduidelijk - antwoord kwam, had klaagster zelf contact met de notaris kunnen en moeten leggen om meer duidelijkheid te vragen en/of te verzoeken om bij de eerstvolgende ledenvergadering aanwezig te zijn voor het geven van nadere tekst en uitleg. Door dit niet te doen, heeft klaagster de notaris niet de kans gegeven om zijn antwoord te verduidelijken. De klacht van klaagster speelt tegen de achtergrond van de discussie over de inhoud van de notulen van de ledenvergadering van de VVE van 20 maart 2017. Daarop heeft het tweede onderdeel van de klacht betrekking. Los van het feit dat het niet aan de kamer is om te beoordelen welke interpretatie van de notulen juist is, heeft de notaris aangegeven dat de concept-akte als “praat-discussiestuk” fungeert en dat als blijkt dat hij de notulen onjuist heeft geïnterpreteerd de concept-akte moet worden aangepast. De kamer is van oordeel dat de discussie daarover in de eerste plaats tussen klaagster en de (bestuurder van de) VVE had behoren plaats te vinden. Het lijkt er op dat klaagster deze stap heeft overgeslagen en de discussie vrijwel meteen met alleen de notaris is aangegaan, terwijl zij de (bestuurder van de) VVE daar ook bij had moeten betrekken. Ter zitting heeft klaagster geen duidelijkheid kunnen geven over de vraag of de ledenvergadering inmiddels een besluit heeft genomen over de concept-akte wijziging splitsing. Wel staat vast dat de notaris de akte wijziging splitsing nog niet heeft gepasseerd. De kamer is van oordeel dat de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Integendeel: de notaris heeft gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt en de belangen van klaagster niet veronachtzaamd. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:300 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.135
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 12-12-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:300
Klacht tegen cardioloog. Klager verwijt de cardioloog dat zij weigert bepaalde correcties in het medisch dossier van klager aan te brengen. Voorts verwijt hij haar dat zij in deze procedure het volledige medische dossier aan het Regionaal Tuchtcollege heeft overgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19104
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 12-12-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:80
Klaagster verwijt de arts, neuroloog niet praktiserend, dat hij zich in het kader van een medische expertise onterecht, zonder (voldoende) medische grondslag, lasterlijk althans smadelijk, over haar heeft uitgelaten door haar van ‘malingering’ te betichten en dat zijn rapportage niet voldoet aan de eisen van de Richtlijn Medisch Specialistische Rapportage in Bestuurs- en Civielrechtelijk verband. De brief van de arts waarin klaagster “malingering” wordt verweten, voldoet ten aanzien van verschillende aspecten niet aan de richtlijn en de toetsingscriteria van het Centraal Tuchtcollege. Waarschuwing.