Zoekresultaten 321-330 van de 44633 resultaten
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:21 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/760445 / DW RK 24/415 MK/WdJ
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 12-03-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:21
Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft gelet op zijn ministerieplicht niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door het ten laste van klager uitgevaardigde dwangbevel te betekenen en ten uitvoer te leggen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:44 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2552
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:44
Klacht tegen een gz-psycholoog die in het kader van de afwikkeling van letselschade een onderzoek heeft gedaan naar eventuele cognitieve stoornissen bij klager en daarover een rapport heeft opgesteld. Klager verwijt de gz-psycholoog onder meer dat zij ten onrechte geen informatie heeft opgevraagd bij een revalidatiecentrum en wezenlijke punten uit zijn verzoek om correctie en aanvulling van het rapport niet heeft willen opnemen in haar rapport. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:22 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744664 / DW RK 24/17 MK/WdJ
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 12-03-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:22
Klaagster beklaagt zich er over dat zij de brief van de gerechtsdeurwaarder niet aangekondigd heeft gezien in haar PostNL app en zij niet kon weten dat de gerechtsdeurwaarder aan de deur is geweest. Verder stelt klaagster dat de gerechtsdeurwaarder tijdens kantooruren telefonisch niet bereikbaar is en niet tijdig op e-mailberichten reageert. Ook beklaagt klaagster zich erover dat zij de gestelde vordering heeft betaald onder dwang en de gerechtsdeurwaarder het bedrag ten onrechte aan de opdrachtgever heeft doorgestort. Klacht voor wat betreft het niet tijdig reageren op e-mailberichten gegrond, klacht voor het overige ongegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:3 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/23
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:3
De notaris heeft, in zijn hoedanigheid van executeur, een vrij overzichtelijke nalatenschap bijna tien jaar op zijn beloop gelaten. Hij heeft de twee goede doelen, die erflater tot zijn enige erfgenamen had benoemd, nooit geïnformeerd over het openvallen van de nalatenschap en in al die jaren nauwelijks iets gedaan om uitvoering te geven aan de laatste wil van erflater. Zo heeft de notaris diens inboedel, auto en woning laten verloederen en zelfs geen actie ondernomen toen hij er jaren geleden mee bekend werd dat de woning was gekraakt. De kamer heeft de notaris voorgehouden dat de indruk bestaat dat hij in deze zaak telkens als een struisvogel de kop in het zand heeft gestoken om zijn nalaten niet onder ogen te hoeven zien. Door zijn jarenlange nalaten en door ook niet (tijdig) te reageren op brieven van het ministerie, van de gemeente, van het BFT en van de kamer heeft de notaris er telkens blijk van gegeven voor zijn verantwoordelijkheid weg te lopen. Een eerder aan de notaris opgelegde tuchtmaatregel heeft niet geleid tot de daarmee beoogde gedragsverandering. Bij de kamer ontbreekt ieder vertrouwen dat de notaris in de toekomst niet op vergelijkbare wijze zal “weglopen” voor zijn verantwoordelijkheid. De kamer komt tot de slotsom dat het ter bescherming van het maatschappelijke vertrouwen in de zorgvuldige vervulling van het notarisambt noodzakelijk is om aan de notaris de tuchtmaatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:45 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2082
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:45
De klacht tegen een gz-psycholoog is verjaard. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege een door hem als ‘pro‑forma klaagschrift’ geduid stuk ingediend. Hieruit blijkt niet de inhoud van de klacht en evenmin de feiten en omstandigheden waarop deze klacht is gebaseerd. Vier maanden later heeft hij een aanvulling op dit stuk ingediend. In dit stuk is beschreven welke verwijten klager de gz‑psycholoog maakt en op welke feiten en omstandigheden hij deze verwijten baseert. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de klacht is ingediend na de verjaringstermijn en verklaart klager niet‑ontvankelijk in de klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing. De Wet BIG biedt niet de mogelijkheid om door middel van een als ‘pro forma klaagschrift’ aangeduid stuk als hier aan de orde de verjaringstermijn op te rekken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:39 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2311 en C2024/2325
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:39
Klacht tegen een ambulanceverpleegkundige. De ambulanceverpleegkundige heeft de moeder van klager (patiënte) na een 112-melding onderzocht. Na het onderzoek heeft de ambulanceverpleegkundige besloten patiënte niet mee te nemen naar het ziekenhuis en haar doorverwezen naar de huisartsenpost. Klager verwijt de ambulanceverpleegkundige – samengevat – dat hij patiënte onvoldoende heeft onderzocht, niet serieus heeft genomen en ten onrechte niet heeft meegenomen naar het ziekenhuis. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond en legt aan de ambulanceverpleegkundige de maatregel van berisping op. Klager en de ambulanceverpleegkundige zijn allebei in beroep gekomen tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verklaart alle klachtonderdelen ongegrond, waarmee de maatregel van berisping komt te vervallen en gelast publicatie.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:35 Hof van Discipline 's Gravenhage 240094
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 14-03-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:35
Bekrachtiging beslissing raad. Belangen wederpartij niet onevenredig geschaad door het overleggen van een stuk waarin (ook) privacygevoelige informatie staat.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:46 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2081
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:46
De klacht tegen een vertrouwensarts is verjaard. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege een door hem als ‘pro‑forma klaagschrift’ geduid stuk ingediend. Hieruit blijkt niet de inhoud van de klacht en evenmin de feiten en omstandigheden waarop deze klacht is gebaseerd. Twee maanden later heeft hij een aanvulling op dit stuk ingediend. In dit stuk is beschreven welke verwijten klager de vertrouwensarts maakt en op welke feiten en omstandigheden hij deze verwijten baseert. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de klacht is ingediend na de verjaringstermijn en verklaart klager niet‑ontvankelijk in de klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing. De Wet BIG biedt niet de mogelijkheid om door middel van een als ‘pro forma klaagschrift’ aangeduid stuk als hier aan de orde de verjaringstermijn op te rekken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:40 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2083
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:40
De klacht tegen een gz-psycholoog is verjaard. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege een door hem als ‘pro‑forma klaagschrift’ geduid stuk ingediend. Hieruit blijkt niet de inhoud van de klacht en evenmin de feiten en omstandigheden waarop deze klacht is gebaseerd. Drie maanden later heeft hij een aanvulling op dit stuk ingediend. In dit stuk is beschreven welke verwijten klager de gz‑psycholoog maakt en op welke feiten en omstandigheden hij deze verwijten baseert. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de klacht is ingediend na de verjaringstermijn en verklaart klager niet-ontvankelijk in de klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing. De Wet BIG biedt niet de mogelijkheid om door middel van een als ‘pro forma klaagschrift’ aangeduid stuk als hier aan de orde de verjaringstermijn op te rekken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:41 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2336
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:41
Klacht tegen een psychotherapeut (tevens gz-psycholoog, zie C2024/2337). De klacht is ingediend door de (bestuurder) van de zorginstelling waar de psychotherapeut werkzaam was en waarvan zij ook medebestuurder was. Klaagster verwijt de psychotherapeut onder meer dat zij een affectieve relatie met een cliënt is aangegaan, het onderzoek van de onderzoekscommissie heeft gefrustreerd en de privacy van andere cliënten heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en schorst de bevoegdheid van de psychotherapeut om de aan de inschrijving in het BIG-register verbonden bevoegdheden uit te oefenen voor de duur van drie maanden. Het Centraal Tuchtcollege acht het niet aanvaardbaar dat de psychotherapeut de medebestuurder van klaagster onder druk heeft gezet om de meldingen bij IGJ in te trekken en verklaart dit klachtonderdeel alsnog gegrond. De maatregel van schorsing voor de duur van drie maanden blijft gehandhaafd.