Zoekresultaten 511-520 van de 846 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2014/21

    Verpleegkundige wordt verweten onvoldoende postoperatieve nazorg te hebben geleverd aan patiënte en informatie voor haar achter te hebben gehouden. Niet gebleken is dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2014/10

    Klaagster klaagt verpleegkundige verbonden aan het consultatiebureau aan wegens het aannemen van anonieme melding over klaagster en het informeren van haar huisarts over de melding achter haar rug om. Het College verklaart de klacht gegrond en legt verweerster de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/153VP

    De IGZ verwijt de verpleegkundige dat deze receptfraude heeft gepleegd door op naam van een opgenomen patiënt, als gefingeerde arts, antibiotica voor te schrijven en deze voor zichzelf te gebruiken. Gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:3 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.282

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de echtgenote van patiënt. Verweerster is in het ziekenhuis werkzaam als transferverpleegkundige. Na de medische behandeling van patiënt door diverse specialisten kreeg verweerster het verzoek de overplaatsing van patiënt naar het verpleeghuis in gang te zetten. Na bezwaar van klaagster tegen overplaatsing van patiënt naar het verpleeghuis waar hij vandaan kwam, is uiteindelijk op verzoek van klaagster door de verpleegkundige een ander verpleeghuis geregeld. Patiënt is kort daarna weer in het ziekenhuis opgenomen waar patiënt op 26 oktober is overleden. Klaagster verwijt verweerster dat zij voor haar echtgenoot ten onrechte een transfer naar het verpleeghuis heeft geregeld. RTG Den Haag: Kennelijk ongegrond. Klacht afgewezen. Het CTG stelt voorop dat de klacht betrekking heeft op de overdracht van patiënt op zich, alsmede op de wijze waarop de overdracht heeft plaatsgevonden. Het CTG verklaart het tweede klachtonderdeel alsnog gegrond en legt de verpleegkundige de maatregel van waarschuwing op. Het CTG verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:394 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.227

    Klacht tegen een ambulanceverpleegkundige. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is, gelet op de gedingstukken en het verhandelde ter terechtzitting, tot het oordeel gekomen dat het onderzoek, waar het gaat om het handelen van de verpleegkundige, niet volledig is geweest en acht het geraden een deskundige op ambulanceverpleegkundig gebied te benoemen. In verband hiermede wordt de zaak heropend en iedere verdere beslissing aangehouden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:383 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.078

    De klacht is gericht tegen een penitentiair verpleegkundige en betreft de verstrekking van flesjes nutridrink. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. Hoger beroep klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:384 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.140

    De klacht is gericht tegen een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De verpleegkundige wordt o.a. verweten dat hij geen diagnose heeft gesteld, klager niet adequaat heeft behandeld, afspraken heeft afgezegd terwijl hij 's avonds wel agressietraining kon geven en klager gedurende een jaar ondanks een verzoek om hulp geen begeleiding heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Hoger beroep klager slaagt en de klacht wordt alsnog deels gegrond verklaard. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege is de verpleegkundige op een aantal punten tekortgeschoten in de uitvoering van zijn taak als hoofdbehandelaar.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:387 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.456 en C2013.457

    Klacht van IGZ tegen een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De klacht luidt dat hij ten opzichte van de aan zijn zorgen toevertrouwde patiënte de grenzen van de professionele relatie heeft geschonden door een persoonlijke relatie aan te gaan met patiënte en dit niet te bespreken in het behandelteam en met de leidinggevende of collega’s. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart IGZ ontvankelijk in de klacht, verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en legt de verpleegkundige voor het gegrond verklaarde gedeelte de maatregel van waarschuwing op. IGZ en de verpleegkundige komen over en weer in beroep. IGZ komt op tegen de afwijzing van klachtonderdeel 1a en tegen de lichte maatregel en de verpleegkundige bepleit opnieuw de niet-ontvankelijkheid van IGZ met behoud van de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege verklaart IGZ opnieuw ontvankelijk in de klacht met verwerping van prealabele verweren, verklaart de klacht alsnog geheel gegrond en legt met eenparigheid van stemmen aan de verpleegkundige een voorwaardelijke schorsing op.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2014:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2014/07

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:369 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.412

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige kort gezegd dat hij heeft nagelaten actief stelling te nemen tegen haar psychiater ten aanzien van haar medicijngebruik en dat hij haar heeft blootgesteld aan een afschuwelijke ECT-ervaring, waardoor haar herstel is geblokkeerd. Het Regionaal tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Hoger beroep klaagster verworpen.