ECLI:NL:TGZCTG:2014:394 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.227
ECLI: | ECLI:NL:TGZCTG:2014:394 |
---|---|
Datum uitspraak: | 16-12-2014 |
Datum publicatie: | 22-12-2014 |
Zaaknummer(s): | c2014.227 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen een ambulanceverpleegkundige. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is, gelet op de gedingstukken en het verhandelde ter terechtzitting, tot het oordeel gekomen dat het onderzoek, waar het gaat om het handelen van de verpleegkundige, niet volledig is geweest en acht het geraden een deskundige op ambulanceverpleegkundig gebied te benoemen. In verband hiermede wordt de zaak heropend en iedere verdere beslissing aangehouden. |
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
voor de Gezondheidszorg
Tussenbeslissing in de zaak onder nummer C2014.227 van:
A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,
gemachtigde: mr. G. Veen, advocaat te Goes,
tegen
C., verpleegkundige, wonende te D. (E.), verweerder in beide instanties, gemachtigde: mr. L.J. van Dijk, bedrijfsjurist bij CC.
1. Verloop van de procedure
A. - hierna klager - heeft op 6 juni 2013 bij het Regionaal Tuchtcollege te
‘s-Gravenhage tegen de heer C. - hierna de verpleegkundige - een klacht ingediend. Bij beslissing van 6 mei 2014, onder nummer 2013-133 heeft dat College de klacht afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen.
De verpleegkundige heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.
De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 18 november 2014, waar zijn verschenen klager, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. Veen en een tolk Arabisch Engels, J.L. Matti, en de verpleegkundige, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. Van Dijk. De zaak is over en weer bepleit. De gemachtigde van klager heeft dat gedaan aan de hand van een pleitnota, die aan het Centraal Tuchtcollege is overgelegd.
2. Overwegingen naar aanleiding van de behandeling van het hoger beroep
Het Centraal Tuchtcollege is, gelet op de gedingstukken en het verhandelde ter terechtzitting van 18 november 2014, tot het oordeel gekomen dat het onderzoek, waar het gaat om het handelen van de verpleegkundige, niet volledig is geweest en acht het geraden een deskundige op het gebied van de ambulanceverpleegkunde te benoemen. In verband hiermede wordt de zaak heropend.
Derhalve wordt beslist als volgt.
3. Beslissing
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
heropent het onderzoek;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beslissing is gegeven door: mr. T.L. de Vries, voorzitter, mr. P.J. Wurzer en
mr. M.W. Zandbergen, leden-juristen en P. Nieuwenhuizen-Berkovits en W.J.B. Hauwert, leden-beroepsgenoten en mr. R. Blokker, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting
van 16 december 2014.
Voorzitter W.G. Secretaris W.G.