Zoekresultaten 471-480 van de 846 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:165 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.359

    Klager is onder psychiatrische behandeling geweest bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, waar de aangeklaagde verpleegkundige werkzaam is en in opleiding tot sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De verpleegkundige heeft klager telefonisch gesproken omdat het niet goed met klager zou gaan. Naar aanleiding van dit telefoongesprek heeft de verpleegkundige aangifte gedaan van bedreiging. Klagers klacht houdt in dat de verpleegkundige heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die zij jegens klager behoorde te betrachten door : 1.valsheid in geschrifte te plegen; 2.zich schuldig te maken aan smaad/laster/aantasting van de goede naam; 3. haar beroepsgeheim te hebben geschonden door a) aan de politie te melden dat klager afhankelijk is van het medicijn Sedativa en b) dat zij een deel van het medisch dossier van klager aan de politie heeft verstrekt; 4. na te laten een melding aan IGZ te doen en daarmee in strijd te handelen met de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Het RTG heeft de klacht in al haar onderdelen als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege komt tot een andere grond waarop klachtonderdeel 3a moet worden afgewezen. Voor het overige wordt aangesloten bij het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:160 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.441

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige kort gezegd dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld doordat zij niet onderbouwde en verstrekkende conclusies heeft getrokken met betrekking tot de situatie van klagers dochter en haar naasten en door geen openheid te betrachten door buiten de ouders om een AMK-melding te doen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, omdat de verpleegkundige heeft gehandeld in de hoedanigheid van kindertherapeute en in die hoedanigheid niet onderworpen is aan het tuchtrecht. Hoger beroep klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:161 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.455

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige kort gezegd dat zij de belangen van zijn minderjarige dochter en haar naasten niet voldoende heeft behartigd doordat zij tijdens een zorgoverleg heeft toegelaten dat een AMK-melding werd gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Hoger beroep klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 066/2014

    Klacht tegen sociaalpsychiatrisch verpleegkundige. Klacht dat verweerster klager niet heeft geïnformeerd over de aanwezigheid van een patiëntenvertrouwenspersoon, dat zij is tekortgeschoten in de nazorg, dat zij onterecht heeft vastgehouden aan de diagnose Manisch Bipolaire Stoornis en dat hij daardoor in de WAO is beland, dat zij heeft verzuimd hem te verwijzen naar een psycholoog en dat zij in esprekken haar eigen privéleven heeft besproken en dat zij klager niet serieus nam. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 263/2013

    Klacht tegen verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg over schending geheimhoudingsplicht in verband met sturen ontslagbrief naar huisarts, het niet doorverwijzen naar een psycholoog, het doen van kwetsende uitspraken en het ontbreken/niet-nakomen van behandelplan en afspraken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-176

    Klaagster, een werkgeefster, verwijt de verpleegkundige dat hij in een ontbindingsprocedure een geneeskundige verklaring heeft afgegeven, waardoor klaagster is benadeeld. Klaagster is geen rechtstreeks belanghebbende, te weten de belangen van de werkgeefster zijn in de kern genomen terug te voeren op het belang dat zijn heeft bij de uitkomst van de ontbindingsprocedure. Dit belang is geen rechtstreeks bij een handeling op het gebied van de individuele gezondheidszorg betrokken belang, maar een afgeleid financieel belang. Niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 304/2013

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager is na een ernstig motorongeluk in het ziekenhuis behandeld. Hij heeft tegen vier traumachirurgen en twee verpleegkundigen klachten ingediend. De klacht betreft het (niet) reageren op bellen van klager, uitlatingen over klager bij de overdracht van de ene naar de andere afdeling en naar een ander ziekenhuis en het feit dat klager geen arts te spreken heeft gekregen. Het college heeft de verweten gedragingen deels niet feitelijk kunnen vaststellen en daar waar dat wel zo is, niet verwijtbaar geacht en wijst de klacht af.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 344/2013

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager is na een ernstig motorongeluk in het ziekenhuis behandeld. Hij heeft tegen vier traumachirurgen en twee verpleegkundigen klachten ingediend. De klacht betreft het (niet) reageren op bellen van klager, onvoldoende wondverzorging en onvoldoende controle op knieletsel, de mededeling dat klager naar zaal moest en het feit dat klager geen arts te spreken heeft gekregen. Het college heeft de verweten gedragingen deels niet feitelijk kunnen vaststellen en daar waar dat wel zo is, niet verwijtbaar geacht en wijst de klacht af.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 080/2014

    Het door verweerder aan de IND uitgebrachte medisch advies m.b.t. klager voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen nu de door klager geuite klachten en de reden waarom die niet aan het oordeel 'geen beperkingen' in de weg staan, in het advies zijn genoemd. De klacht gegrond, waarschuwing.”

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.085 tm c2014.090

    Kopje: C2014.085-089 De klacht betreft de wijze waarop binnen het ziekenhuis is omgegaan met het functioneren van een aldaar sedert 1978 werkzame neuroloog. De aangeklaagde verpleegkundige was eerst lid en later voorzitter van de Raad van Bestuur (RvB) van dit ziekenhuis. Klagers verwijten de verpleegkundige dat hij: a. geen instrumenten heeft ingezet om het disfunctioneren van de neuroloog actief op te sporen c.q. vroegtijdig zichtbaar te maken; b. onvoldoende oog had voor de onvoldoende dossiervorming, de misdiagnostiek, de foutieve behandelingen en andere onregelmatigheden van de neuroloog en de schade die hierdoor is toegebracht aan klagers; c. de verslaving van de neuroloog niet bij IGZ heeft gemeld; d. ten onrechte en in strijd met de waarheid aan de IGZ heeft gemeld dat er geen sprake was geweest van onverantwoorde zorg. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de klagers ontvankelijk zijn in hun klachten, de klachtonderdelen a t/m c ongegrond zijn, klachtonderdeel d gegrond en legt de verpleegkundige de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege geeft nadere uitleg over de tweede tuchtnorm, oordeelt de klagers eveneens ontvankelijk, verklaart de klachtonderdelen a en b alsnog gegrond, verwerpt het beroep voor het overige en gelast de publicatie. Kopje: C2014.090 De IGZ maakt gebruik van de o.g.v. art. 73 lid 1 c wet BIG bestaande bevoegdheid om beroep in te stellen tegen de uitspraak van het RTG in de zaken C2014.085-089. De IGZ stelt dat het Regionaal Tuchtcollege klagers ten onrechte ontvankelijk heeft verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van IGZ en gelast de publicatie.