Zoekresultaten 39981-39990 van de 44778 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1203 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/170
- Datum publicatie: 05-07-2011
- Datum uitspraak: 05-07-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1203
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1210 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-006b
- Datum publicatie: 05-07-2011
- Datum uitspraak: 05-07-2011
- ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1210
Klager verwijt de chirurg dat deze - bekend met het gebruik van Inderal – onvoldoende heeft geanticipeerd op de mogelijke effecten van dit medicijn tijdens de operatie van patiënte. Voorts verwijt klager de arts dat deze de anesthesist onvoldoende heeft geïnformeerd over de effecten van Inderal tijdens de operatie en de anesthesist onvoldoende heeft gewezen op de noodzaak om tijdens de operatie continu te monitoren. Ook heeft klager gesteld dat hij van tevoren niet op de hoogte is gesteld van de mogelijke complicaties. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1767 Raad van Discipline Amsterdam 11-066A 11-067A
- Datum publicatie: 05-07-2011
- Datum uitspraak: 05-07-2011
- ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1767
Dekenbezwaar / klacht door derden Dekenbezwaar: Het niet, althans niet adequaat, reageren op verzoeken van de deken waarmee zijn onderzoek wordt gefrustreerd, is handelen zoals een advocaat niet betaamt. Het dekenbezwaar is gegrond. Klacht door derden: Het niet-nakomen van de afspraak tot doorbetaling van een aan de cliënt van de advocaat uitgekeerd schadebedrag, ontvangen op de derdenrekening van de advocaat, is klachtwaardig. Klacht gegrond met oplegging van een onvoorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor de duur van 2 maanden.
-
ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0133 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2711
- Datum publicatie: 05-07-2011
- Datum uitspraak: 07-06-2011
- ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0133
Betreft het niet beschikbaar hebben van het minimum vloeroppervlak per dier in de stallen. De verordening stelt minimumeisen aan de huisvesting van vleeskuikenouderdieren, opdat het welzijn van de dieren is gewaarborgd. Daarmee komt de sector tegemoet aan maatschappelijke en politieke opvattingen over de minimale standaard voor pluimvee in de reproductiesector. De minimumeisen met betrekking tot de huisvesting zijn opgesteld conform de normen die door de Dierenbescherming en de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (NOP) in hun gezamenlijke brief van 28 september 2000 aan de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij zijn geadviseerd. Artikel 4 aanhef en onder a. van de verordening schrijft voor dat per dier 1300 cm2 beschikbaar moet zijn. In dit geval blijkt dat in de stallen 1, 2 en 3 gemiddeld per vleeskuikenouderdier 1.240 cm2 beschikbaar was. In stal 4 was dit 1.256 cm2. Dit betekent concreet dat de minimum-oppervlaktegrens is overschreden met 60 cm2 per dier in de stallen 1, 2 en 3 en met 44 cm2 in stal 4. De pluimveehouder hield dus teveel dieren op de beschikbare ruimte in de stal. Er waren ongeveer 20.950 dieren opgezet. Dat is een overschrijding van de norm met 3,4% in de stallen 1, 2 en 3, resp 3,4% in stal 4. Door te veel dieren te bestellen met het oog op mogelijke uitval in de eerste weken na de opzet neemt betrokkene het risico dat bij een geringe uitval de welzijnsnormen zullen worden overschreden. Dat risico komt voor zijn rekening. Met de overtreding van deze welzijnsnorm heeft betrokkene mogelijk economisch voordeel gehad. Naast het sanctioneren van de overtreding van de welzijnsnorm beoogt het Tuchtgerecht het economisch voordeel door middel van het opleggen van een geldboete weg te nemen. Boete deels voorwaardelijk omdat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1204 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/218
- Datum publicatie: 05-07-2011
- Datum uitspraak: 05-07-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1204
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1207 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-145
- Datum publicatie: 05-07-2011
- Datum uitspraak: 05-07-2011
- ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1207
Klager verwijt de cardioloog dat deze hem niet serieus heeft genomen in de presentatie van zijn klachten door hem niet persoonlijk te woord te staan, maar door te laten geven dat de klachten niet het gevolg waren van de voorgeschreven nieuwe medicatie en door hem naar zijn huisarts te verwijzen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1760 Raad van Discipline Amsterdam 10-377H 10-378H 10-379H 10-382H 10-383H 11-008H 11-009H
- Datum publicatie: 04-07-2011
- Datum uitspraak: 29-06-2011
- ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1760
Verzetzaken. Klager beklaagt zich over het handelen van de deken. In verzet voert klager onder andere aan dat art. 6 EVRM is geschonden, omdat de beslissingen niet in het openbaar zijn uitgesproken, deze beslissingen zijn genomen zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden en er geen sprake is van een onpartijdige en onafhankelijke instantie. Meer specifiek stelt klager dat er geen sprake is van een onpartijdige en onafhankelijke instantie, nu de rechters en advocaatleden niet voor het leven zijn benoemd, de advocaatleden uit het arrondissement Amsterdam onder het toezicht staan van verweerder, de advocaatleden onderhevig zijn aan het tuchtrecht van de voorzitter van de raad en de deken en voorzitter van de raad geregeld werkoverleg met elkaar voeren. Naar het oordeel van de raad is er geen sprake van schending van art. 6 EVRM. Klager voert dit ook geenszins met feiten en argumenten onderbouwd aan. Nu ook overigens het verzet geen nieuwe gezichtspunten oplevert, wordt het verzet ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1761 Raad van Discipline Amsterdam 10-396U
- Datum publicatie: 04-07-2011
- Datum uitspraak: 29-06-2011
- ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1761
De klacht houdt onder andere in dat verweerder het dossier van klager kwijt zou hebben gemaakt en dat verweerder zou hebben verzuimd de uitzondering op het non-concurrentiebeding schriftelijk vast te leggen. In dit geval kan verweerder naar het oordeel van de raad geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt van het kwijtraken van het dossier, aangezien hij de zaak heeft achtergelaten bij zijn voormalig kantoor. Naar het oordeel van de raad komt het niet schriftelijk vastleggen van de uitzondering op het non-concurrentiebeding voor risico van verweerder. De raad stelt ex art. 48 lid 7 Advocatenwet vast dat verweerder jegens klager niet de zorgvuldigheid heeft betracht, die bij een behoorlijke rechtshulpverlening betaamt. Klacht gegrond; waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1205 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 10141
- Datum publicatie: 04-07-2011
- Datum uitspraak: 04-07-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1205
Klaagster verwijt huisarts (destijds in opleiding) dat hij het wratje in het gebied bij haar borstbeen niet had mogen verwijderen omdat zij nadien van andere artsen begrepen heeft dat er in dat gebied nooit gesneden had mogen worden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1762 Raad van Discipline Amsterdam 10-401A
- Datum publicatie: 04-07-2011
- Datum uitspraak: 29-06-2011
- ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1762
Communicatie met cliënt. Verweerster heeft zich er onvoldoende van vergewist of klaagster ter zitting van de rechtbank wilde verschijnen. Vervolgens heeft zij zonder klaagster daarin te kennen de rechtbank bericht dat noch verweerster noch klaagster ter zitting zouden verschijnen. Klacht gegrond; waarschuwing.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 3998
- Pagina: 3999
- Pagina: 4000
- ...
- Pagina: 4478
- Volgende pagina zoekresultaten