Zoekresultaten 33141-33150 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1380

    Klaagster, die lijdt aan een sikkelcelziekte, verwijt gynaecologe dat zij tijdens de bevalling onjuist heeft gehandeld en onvoldoende aandacht aan de pijnklachten van klaagster heeft besteed. Ongegrond omdat verweerster als superviserend gynaecoloog pas betrokken is geraakt nadat de verweten handelingen door een ANIOS hadden plaatsgevonden en de verweerster de handelingen aan de betreffende ANIOS mocht overlaten omdat deze daartoe bekwaam was.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 13124

    Echtpaar verwijt anesthesioloog dat hij, in het kader van pijnbestrijding voor, tijdens en na de bevalling, onvoldoende gecontroleerd heeft of de toegebrachte verdoving wel werkte. Hoewel vast staat dat klaagster meer dan gebruikelijk pijn heeft gehad bij de sectio en verweerder als reactie een meer dan gebruikelijke pijnbestrijding heeft toegepast, kan verwijtbaar handelen niet worden vastgesteld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:58 Accountantskamer Zwolle 13/471 Wtra AK

    Vergeefse klacht over het door de accountant beëindigen van de opdrachtrelatie, nu de opdrachtgever vanwege de openstaande declaraties en het daardoor opschorten van verdere werkzaamheden door de accountant er alleszins rekening mee moest houden dat de opdracht zou worden teruggegeven. Geen blijk van een onjuiste afweging door de accountant van de op het spel staande belangen. De accountant behoefde de opvolgend accountant niet van informatie te voorzien nu pas om informatie werd verzocht nadat de opvolgend accountant de opdracht van opdrachtgever al had aanvaard. Tot slot is niet aannemelijk geworden dat de accountant omtrent de door hem afgegeven samenstellingsverklaring de verslaggevingsregels niet heeft nageleefd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 226/2012

    Klacht voor zover gericht tegen de financiële gevolgen van verweerders handelen (Verwijzing i.v.m. wortelkanaalbehandeling) is klaagster niet-ontvankelijk. Klacht m.b.t. uitvoering wortelkanaalbehandeling, verwijzing en het al dan niet voorschrijven van pijnmedicatie ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 272/2012

    Klacht tegen tandarts gegrond, oplegging van een waarschuwing. Patiënt ontvangt één maal een brief van de praktijk van verweerder met het verzoek een afspraak te maken. Klager doet dit niet binnen de in de brief genoemde termijn. Klager wordt uitgeschreven als patiënt. Het college oordeelt dat geen sprake is van gewichtige redenen die beëindiging van de patiëntenrelatie rechtvaardigt.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 234/2012

    Klacht ingediend door de Inspectie tegen verweerder. Verweerder is tandarts en tevens bestuurder van een praktijk, waarin ook een mondhygienist werkzaam is. De klacht houdt in dat verweerder als (eind)verantwoordelijke tekort is geschoten in de organisatie van de zorgverlening in de praktijk, ondermeer voor wat betreft het verrichten van voorbehouden handelingen door een niet-tandarts. De klacht is gegrond. Het college neemt schending van de tweede tuchtnorm aan en legt de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 142/2013

    Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Uit het dossier blijkt dat sprake was van een liesbreuk beiderzijds. Voor de kijkoperatie heeft klaagster toestemming gegeven. Dat verweerder heeft moeten converteren vanwege een peritoneumscheur en dientengevolge een extra litteken is ontstaan kan hem tuchtrechtelijk niet worden verweten.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:82 Raad van Discipline Arnhem 13-68

    De raad in onderstaande samenstelling heeft eerst na de zitting kennis gekregen van het feit dat verweerder op door het College van Afgevaardigden van de Orde van Advocaten is verkozen tot lid van deze raad, en wel ingaande kort na de zitting. Onder die omstandigheid verklaarde de raad zich gelet op het bepaalde in artikel 46 a lid 3 Advocatenwet onbevoegd om op het onderhavige verzet te beslissen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:95 Raad van Discipline Arnhem 13-178

    Voorzittersbeslissing. Klager niet ontvankelijk wegens te laat indienen klacht. Klager heeft geklaagd vier jaar nadat de werkzaamheden van verweerder waren geëindigd en voor dit tijdsverloop zijn geen redenen gebleken. Bij een beroep op de tijd die is verstreken sinds de feiten waarover wordt geklaagd, dienen van geval tot geval twee belangen te worden afgewogen. Te weten: enerzijds het ten gunste van klaagster wegende maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter kan worden getoetst; anderzijds het belang dat een advocaat heeft bij toepassing van het beginsel van rechtszekerheid. Het belang van verweerder bij rechtszekerheid moet in dit geval prevaleren.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:89 Raad van Discipline Arnhem 13-39

    Klacht over belangenverstrengeling gegrond. In regel 7 lid 4 van de gedragsregels voor advocaten staat als uitgangspunt dat een advocaat niet optreedt tegen een voormalige cliënt of een voormalige cliënt van een kantoorgenoot. Lid 5 van deze regel bevat een uitzondering. Alleen als aan alle (cumulatieve) voorwaarden van lid 5 is voldaan mag de advocaat wel optreden voor een voormalig cliënt. In de kwestie waarover de raad heeft te oordelen kan geen beroep op bedoelde uitzondering worden gedaan. Het verzoek tot wijziging van kinderalimentatie dat verweerster behandelde houdt verband met de echtscheiding, die destijds door de kantoorgenote van verweerster was behandeld en de in dat kader eerder vastgestelde alimentatie.