Zoekresultaten 34421-34430 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG3009 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 148/2012

    Klacht tegen huisarts. Voldoende onderzoek en anamnese, diagnose griep verdedigbaar. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0375 Accountantskamer Zwolle 12/2421 Wtra AK

    Klacht dat in brief van incassobureau dat in opdracht betrokkene handelt ander (hoger) bedrag als verschuldigd door klager wordt vermeld dan in latere e-mail van betrokkene voldoende verklaard en geen aanwijzing dat betrokkene daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht dat een deel van het (hogere) bedrag dat klager volgens betrokkene is verschuldigd ten onrechte van klager wordt gevorderd niet aannemelijk gezien oude aanmaningen en toezeggingen klager om te betalen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0376 Accountantskamer Zwolle 13/177 Wtra AK

    Klacht dat betrokkene e-mail die hij heeft geprobeerd in te brengen in incassoprocedure tegen klager bij rechtbank niet aannemelijk geworden.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG3010 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 111/2012

    Klacht tegen supervisor van arts-assisten cardiologie ongegrond. Supervisor is niet geraadpleegd en heeft daarom geen bemoeienis gehad. Dossiervorming is een aandachtspunt maar levert geen tuchtrechtelijk verwijt op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG3011 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 185/2012

    Klacht tegen arts-assistent cardiologie. Voorschrijven Combivent bij patient met voorgeschiedenis een beroepsfout. Onvoldoende/onzorgvuldig onderzoek verricht. Dossiervorming ook onvoldoende. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0372 Accountantskamer Zwolle 12/1263 en 1264 en 1265 Wtra Ak

    Klacht, dat betrokkenen als bestuurders van een groot accountantskantoor in een civiele procedure de wederpartijen hebben misleid, in een aantal onderdelen niet-ontvankelijk (wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn) en in de overige onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4433 Raad van Discipline Arnhem 13-110

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft om bijstand van verweerder gevraagd. Verweerder heeft hierop afwijzend gereageerd en hierover een mail gestuurd aan klager. Klager beklaagt zich erover dat zijn verzoek om rechtsbijstand is afgewezen. Ook verwijt hij dat verweerder zich hierdoor niet gedistantieerd heeft van onrechtmatige uitlatingen die door een derde zouden zijn gedaan. Verweerder had de vrijheid om de zaak niet aan te nemen. Dat betekent niet dat hij geen afstand nam van de beweerdelijke uitlatingen. Voor zover de klacht mede behelst dat verweerder die uitlating – die niet is komen vast te staan – zou onderschrijven, mist de klacht feitelijke grondslag. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:YG3007 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 120/2013

    Klacht tegen de voorzitter van de beroepsvereniging van oogartsen (NOG) betreffende het onbeantwoord laten van door de Inspectie voor de Gezondheidszorg gestelde vragen. Klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4428 Raad van Discipline Arnhem 13-98

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Geklaagd wordt over een handelen in 1999 en het optreden van verweerder in de periode 2004-2007. Dat is zo lang geleden dat dit klachtonderdeel kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen redelijke verklaring voor het feit dat klagers deze kwestie zo lang hebben laten rusten. Uitlatingen verweerder niet grievend. Klachten kennelijk niet ontvankelijk althans kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4429 Raad van Discipline Arnhem 12-241

    Klacht: verweerder heeft klagers vordering tot schadevergoeding voor de in bewaring doorgebrachte periode ten onrechte bij de bestuursrechter ingediend in plaats van bij de civiele rechter. Raad: verweerder heeft met recht kunnen menen dat ter verkrijging van schadevergoeding de gang naar de bestuursrechter het meest voor de hand lag. Dat die gang op dat moment geen soulaas meer zou kunnen bieden – omdat jaren eerder al bij opheffing van de bewaring omtrent een eventuele aanspraak op schadevergoeding had moeten worden beslist – kon verweerder eind 2010 toen hij bij de IND het verzoek indiende nog niet weten. Geen grond om aan te nemen dat de civiele rechter anders zou hebben beslist en aan klager wel een schadevergoeding zou hebben kunnen toekennen. Klacht ongegrond.