Zoekresultaten 41971-41980 van de 42364 resultaten

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0137 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.238

    Landelijke bevoegdheid gerechtsdeurwaarder. Gelding beslagvrije voet. Misbruik van recht? Ecxecutie vonnis voor niet bij vonnis toegewezen bedragen. 

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0146 Kamer van toezicht Leeuwarden 02-2008

    Vast is komen te staan dat de notaris tot drie maal toe verschillende rekeningen heeft gepresenteerd: boedelkosten ad € 3.959,58 op 22 november 2007, boedelkosten ad € 1.516,81 (exclusief btw) plus executeursloon ad € 792,53 (exclusief btw) op 18 december 2007 en € 1.122,32 (exclusief het executeursloon en btw) op 8 januari 2008. De notaris heeft voor het feit dat de nota een aantal keren is aangepast als reden opgegeven dat de slotafwikkeling was uitbesteed aan de kandidaat-notaris, die de tariefafspraken zoals vermeld in de brief van 8 maart 2007 niet had opgemerkt. De kamer merkt op dat de uiteindelijke nota van 8 januari 2008 niet overeenstemt met voornoemde tariefafspraken. Immers, in de brief van 8 maart 2007 staat dat de notaris bij samenloop van de functies boedelnotaris en executeur meestal geen executeurloon in rekening brengt. Blijkens de nota van 8 januari 2008 is er wel executeursloon in rekening gebracht. De notaris heeft evenwel onweersproken gesteld dat er in het onderhavige geval afwijkende afspraken zijn gemaakt om tot een oplossing te komen. Hoe deze afspraken luiden is niet vermeld, maar laten zich gelet op de eindnota raden.   Dat het vertrouwen van klager in de notaris door het presenteren van drie verschillende nota's aan het wankelen is gebracht acht de kamer begrijpelijk. De kamer overweegt dat de professionaliteit van het ambt met zich meebrengt dat een notaris de wijze van berekenen van zijn honorarium duidelijk en inzichtelijk moet hebben. Hierin is de notaris naar het oordeel van de kamer niet geheel geslaagd. Desalniettemin acht de kamer de handelwijze niet dusdanig ernstig dat geconcludeerd dient te worden dat de notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld.   Zonder een inhoudelijk oordeel te vellen over de juistheid van de declaratie van de notaris - dergelijke klachten dienen namelijk te worden behandeld door de voorzitter van het ringbestuur en niet door de kamer - overweegt de kamer dat klager met zijn stelling dat de notaris niet meer dan de wettelijke 1% in rekening had mogen brengen voorbij gaat aan het feit dat de notaris tevens als boedelnotaris heeft gefungeerd. Als boedelnotaris mag de notaris een tarief in rekening brengen dat hoger mag zijn dan de wettelijke vergoeding die hij als executeur in rekening mag brengen, zijnde 1% van het vermogen op de dag van overlijden te verhogen met de gemaakte onkosten. Dat de notaris zich de functie van boedelnotaris heeft toegeëigend, zoals door klager is betoogd, is de kamer niet gebleken. De notaris heeft aangevoerd dat tijdens een bespreking op 3 april 2007 de drie aanwezige erfgenamen vrijwillig hebben ingestemd met het feit dat de notaris naast zijn rol van executeur tevens de rol van boedelnotaris op zich zou nemen. Klager heeft dit niet, althans onvoldoende, weersproken.   Dat brieven van de notaris slordigheden bevatten en dat klager dat als storend ervaart acht de kamer eveneens zeer begrijpelijk. Ook hier geldt dat de professionaliteit van het ambt met zich meebrengt dat een notaris blijk moet geven van gevoeligheden die vaak heersen bij nabestaanden na het overlijden van dierbaren. Verschrijvingen als "de nalatenschap van uw vader" in plaats van "uw zuster" dienen dan ook eigenlijk niet voor te komen. De kamer kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de houding van de notaris heeft bijgedragen aan de onderhavige klachtprocedure. Ook ter zitting heeft de notaris niet altijd blijk gegeven van het respect, waarop een cliënt aanspraak mag maken. Desalniettemin is de kamer ook hier van oordeel dat dit nog niet valt aan te merken als tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

  • ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0134 Kamer van toezicht Alkmaar 24-2008

      Vast te staan dat De notaris sinds 1 juli 2008 tot de maatschap is toegetreden. De door de KNB verweten gedraging dateert evenwel van voor die tijd, namelijk van maart 2008. De besluitvorming met betrekking tot het plaatsen van de advertentie dateert zelfs uit augustus 2005. Niet is komen vast te staan dat De notaris enige invloed heeft kunnen uitoefenen op deze besluitvorming, dan wel wetenschap ervan heeft gehad dan wel had moeten hebben. Bij deze beoordeling houdt de Kamer tevens rekening met het feit dat De notaris als enige van de geassocieerde notarissen niet wordt genoemd in de advertentie.  Gelet op het bovenstaande zal de Kamer de klacht ongegrond verklaren.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0144 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.522verzet

    Beslissing op verzet. het verzet is niet ingediend binnen de daarvoor geldende termijn. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in het verzet.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0138 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.311

    Aanpassen beslagvrije voet met terugwerkende kracht.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0140 Kamer van toezicht Leeuwarden 23-2008

    D KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0147 Kamer van toezicht Leeuwarden 01-2008

    Voor het tekenen van een notariële akte moet de cliënt in staat zijn tot een redelijke waardering ter zake. Eerst indien daartoe aanleiding bestaat, dient de wilsbekwaamheid van een cliënt uitgebreider te worden onderzocht. Wat het onderhavige geval betreft: niet gesteld of gebleken is dat erflaatster ten tijde van het laten opstellen van haar testament niet meer compos mentis was. In een tijdsbestek van ruim twee jaren heeft de notaris zes keer met erflaatster gesproken. De ene keer uitgebreider dan de andere keer. De notaris heeft aangevoerd dat erflaatster telkenmale een consistent verhaal had en ook in haar gedrag steeds hetzelfde was. Voor de notaris was er dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de geestesgesteldheid van erflaatster. Voor zover klaagster heeft willen betogen dat de notaris een geriatrisch onderzoek had moeten laten uitvoeren, overweegt de kamer dat de noodzaak daartoe in het onderhavige geval ontbrak, nu de notaris geen enkele twijfel had over de geestelijke vermogens van testatrice en niet blijkt van feiten of omstandigheden, op grond waarvan hij die twijfel behoorde te hebben.   De tweede klacht ziet op het telefonisch meedelen door de notaris dat de nichten niet als erfgenamen waren opgenomen in het testament. De kamer is van oordeel dat de notaris met het doen van deze mededeling geen ambtsgeheim heeft geschonden, dan wel enig andere wetsbepaling. De notaris heeft aangevoerd dat hij geen verwachtingen wilde wekken bij de nichten, nu zij kenbaar hadden gemaakt reeds met de begrafenis bezig te zijn. De kamer acht de handelwijze van de notaris dan ook begrijpelijk.     Met betrekking tot de derde klacht die ziet op het ontruimen van de woning overweegt de kamer dat de notaris evenmin laakbaar heeft gehandeld. Niet gesteld of gebleken is dat zich in het appartement waardevolle zaken bevonden. Wetende dat "goede doelen" in de regel positief reageren op dergelijke verzoeken, omdat zij daarmee ontruimingskosten kunnen besparen, heeft de notaris dit praktisch opgelost. Voorts is de kamer van oordeel dat de notaris met deze actie blijk heeft gegeven van het feit dat bepaalde zaken voor de nichten wellicht emotionele waarde zouden kunnen hebben. 

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0145 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.523verzet

    Beslissing op verzet. De Kamer is het de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0139 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2005.498

    Dagvaarding uitgebracht tegen verkeerde zittingsdatum.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0141 Kamer van toezicht Leeuwarden 22-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.