ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0139 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2005.498

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0139
Datum uitspraak: 24-02-2009
Datum publicatie: 27-02-2009
Zaaknummer(s): 2005.498
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Dagvaarding uitgebracht tegen verkeerde zittingsdatum.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 24 februari 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 498.2005 ingesteld door:

DIAMOND MANAGEMENT SUPPORT B.V.,

gevestigd te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 30 november 2005 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Aan de gerechtsdeurwaarder is daarna uitstel verleend voor antwoord in verband met een door klaagster aangespannen verzetprocedure.

Bij brief met bijlagen ingekomen op 17 augustus 2007 heeft klaagster haar klacht beperkt. Bij aangehechte brief ingekomen op 10 september 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 januari 2009, alwaar de gemachtigden zijn verschenen.

Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 24 februari 2009.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      De gerechtsdeurwaarder heeft op 14 april 2005 tegen klaagster een dagvaarding uitgebracht. Daarin is ten onrechte gedagvaard tegen de rolzitting van 4 mei 2005 in plaats van 27 april 2005. Op 27 april 2005 is klaagster bij verstek veroordeeld. Op 4 mei 2005 is de zaak niet aangebracht en is klaagster niet verschenen.

b)      Op 28 oktober 2005 heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis aan klaagster betekend. Klaagster is op 14 november 2005 in verzet gegaan tegen het verstekvonnis. De kantonrechter heeft op 4 oktober 2006 het verstekvonnis vernietigd en de oorspronkelijke vordering afgewezen.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze hem heeft gedagvaard tegen 4 mei 2005, terwijl op de zitting van 27 april 2005 verstekvonnis is gewezen. Voor deze zitting is hij niet gedagvaard. Hij is dus gedagvaard voor een verkeerde zitting.

3. Het verweer

De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat er een fout is gemaakt. Waarschijnlijk is de zittingsdatum in het exploot dat aan klaagster is betekend wel aangepast en in de overige exploten niet. Bij het uitbrengen van de dagvaarding is over het hoofd gezien dat de zittingsdata in de exploten van elkaar afweken, waardoor volkomen onbedoeld aan klaagster een verkeerde zittingsdatum is aangezegd. Bij de betekening van het verstekvonnis is een exemplaar van een dagvaarding gevoegd waarop als zittingsdatum 27 april 2005 was vermeld. De gerechtsdeurwaarder heeft voor deze gang van zaken zijn excuses aangeboden en heeft zich bereid verklaard de direct uit de fout voortvloeiende schade te vergoeden.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarders betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Daarvan is hier sprake. De gerechtsdeurwaarder heeft op 14 april 2005 een dagvaarding uitgebracht waarbij op de diverse afschriften twee verschillende zittingsdata zijn vermeld. Aan klaagster is een exemplaar met roldatum 4 mei 2005 uitgereikt terwijl de zaak is aangebracht op de rolzitting van 27 april 2005, met een exemplaar waarop die datum vermeld staat. Klaagster is op 4 mei 2005 niet verschenen, omdat zij in de veronderstelling verkeerde dat die zitting niet meer doorging omdat er overeenstemming was bereikt met de tegenpartij. Met het oog op de authenticiteit van een akte van betekening en de daaraan te ontlenen bewijskracht dient naar waarheid te worden verklaard. Op de juistheid van in een dagvaarding vermelde gegevens moet men kunnen vertrouwen. Hiervan is in het onderhavige geval geen sprake, omdat is gedagvaard voor een zitting waarop geen zaak is aangebracht. De Kamer acht het handelen van de gerechtsdeurwaarder op dit punt tuchtrechtelijk laakbaar en acht de klacht daarom gegrond.

4.3 Er is aanleiding na te noemen maatregel op te leggen, omdat de gerechtsdeurwaarder een ernstig verwijt te maken valt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en J. Smit (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 februari 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam. Het beroep schorst de beslissing waartegen het is gericht niet.