Zoekresultaten 41181-41190 van de 42781 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0175 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09114

    Klager stelt dat bij hem op aangeven van verweerder een ICD is geplaatst op grond van een onjuiste indicatie en na onvoldoende voorlichting. Tevens heeft verweerder niets gedaan met het verzoek van klager een verklaring voor zijn werkgever op te stellen. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college ziet in waarom verweerder een ICD voor klager aangewezen vond. Deze klacht is ongegrond. Wel heeft verweerder klager vooraf onvoldoende geïnformeerd. Eveneens gegrond acht het college de klacht over de reactie op het verzoek van klager om een verklaring. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0176 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09104

     

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0177 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 08156

    Klager verwijt verweerster dat zij onterecht geen follow-up heeft gegeven aan de grote daling LVEF (van 56% naar 44%). Vier jaar na de eerste meting werd patiënt met spoed werd opgenomen wegens zeer ernstig hartfalen. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd.. Het college oordeelde dat het beloop, mede gelet op de  uitslagen in het verleden, niet zodanig was dat er voor verweerster aanleiding bestond voor een follow-up. Het college wees de klacht af.  

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0417 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/918

    Notaris B heeft op verzoek van een van de bestuurders/aandeelhouders van X B.V. een huurbeëindigingsbijeenkomst en een depotakte opgemaakt. Bij toezending daarvan aan verzoeker heeft notaris B, zoals het een zorgvuldig notaris betaamt, schriftelijk gewezen op de verplichtingen die van de bestuurders respectievelijk aandeelhouders van X B.V. en Y. B.V. mogen worden verwacht inzake de beëindiging van de huurovereenkomst. Gelet op de huurbeëindigingsovereenkomst en het feit dat de vennootschappen bij de depotakte rechtsgeldig waren vertegenwoordigd, hebben de notarissen niet onjuist gehandeld door de depotakte mede te ondertekenen en het depotbedrag in bewaring te nemen. Niet aannemelijk is geworden dat de notarissen hebben moeten begrijpen dat de huurbeëindigingsovereenkomst of de depotakte ertoe strekte klager als aandeelhouder van X B.V. te benadelen. Klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0178 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 08158

    Klager verwijt verweerder dat hij geen follow up heeft gegeven aan een in 2001 gestelde diagnose die later correct bleek te zijn. Klager verwijt verweerder voorts dat hij op grond van een 24-uurs Holter registratie een foute diagnose heeft gesteld. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college overweegt dat in 2001 als een (voorlopige) diagnose is gesteld.  Verweerder heeft voorts terecht via een 24-uurs Hollterregistratie een nadere diagnose gesteld   Het college beslist dat de klachten ongegrond zijn.    

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0418 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/919

    Toezicht. Bedenkingen van KNB tegen kandidaat-notaris die onvoldoende opleidingspunten heeft behaald. Dit leidt tot overschrijding van de tuchtnorm. Gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0965 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1027

    Klacht tegen BMA-arts die in zijn advies geen rekening zou hebben gehouden met de effectiviteit van de behandeling in het land van herkomst. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/078

    Klaagster verwijt de gynaecoloog dat hij heeft verzuimd de juiste conclusie te trekken uit de duidelijke signalen die hem tijdens de bevalling bereikten. Zij verwijt de gynaecoloog voorts dat hij na de operatie, waarbij een uterusruptuur werd vastgesteld, is tekortgeschoten in de nazorg. De gynaecoloog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de gynaecoloog een berisping opgelegd. Voorop werd gesteld dat de gynaecoloog onzorgvuldig had gehandeld door klaagster niet de expliciete keuze voor een sectio voor te houden, nu sprake was van een bevalling met een verhoogd risico op complicaties. Het college oordeelde ten aanzien van de klacht dat de informatie die hij van de verloskundige tijdens het eerste telefoongesprek vernam, zoals de voortdurende weeën, niet vorderende ontsluiting en de ernstige pijnklachten, aanleiding had moeten zijn om de situatie van klaagster zelf te onderzoeken teneinde te beoordelen of een verder afwachtend beleid verantwoord was of dat er ingegrepen had moeten worden. Dat gold zeker voor het tweede telefoongesprek toen hij werd geïnformeerd over het feit dat klaagster iets voelde knappen in de buik. Na het derde telefoongesprek heeft verweerder bij klaagster een spoedsectio verricht. Ook de klacht met betrekking tot de nazorg achtte het college gegrond. Bij de keuze voor de maatregel van een berisping heeft het college meegewogen dat verweerder niet meer werkzaam is als gynaecoloog

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2010:YC0414 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 09-25

    De vermelding in de advertentie van het logo van de notarissen inclusief de naam van het notariskantoor en de namen van de notarissen is in strijd met artikel 17 Wna, artikel 26 Vbg in samenhang met de Beleidsregel Adverteren via verwijzers. Dat zulks buiten medeweten van de notarissen geschied is, maakt het niet anders. Notarissen blijven verantwoordelijk voor hun handelen en nalaten ten aanzien van deze regelgeving en dienen aantoonbaar en met de nodige maatregelen ter afstemming met hun verwijzers ervoor te zorgen dat zij deze regels niet overtreden. Gebleken is, dat de notarissen de regie over de uiteindelijke inhoud van de advertentie kennelijk en ten onrechte hebben overgelaten aan de makelaar met het gevolg als voormeld. Klacht gegrond, echter onvoldoende aanleiding om een maatregel op te leggen. De Kamer neemt bovendien in aanmerking dat dit de eerste keer is en dat de notarissen ter zitting hun spijt hebben betuigd en hebben toegezegd herhaling te zullen voorkomen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/086

      Klager verwijt de psychiater dat hij een onzorgvuldige rapportage over hem heeft uitgebracht. De psychiater heeft de klacht betwist. Het college heeft de psychiater een waarschuwing opgelegd. Het college oordeelde dat de psychiater de conclusie in het rapport, dat bij klager geen sprake was van een depressie, onvoldoende had onderbouwd. De psychiater had moeten onderbouwen waarom en op welke wijze hij tot een afwijkende diagnose was gekomen.