Zoekresultaten 36861-36870 van de 45179 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2348 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 234/2011

    Raadkamerbeslissing. Klacht tegen een huisarts.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2012:YD0165 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1512

    Betreft het niet beschikbaar hebben van het minimum vloeroppervlak per dier in stal 1. 9.825 vleeskuikenouderdieren hebben omgerekend per dier een vloeroppervlak van 1.071 cm2 gehad in plaats van de vereiste 1.300 cm2. Betrokkene heeft aangevoerd dat de regelgeving niet eenduidig is. Voor de mestwetgeving worden de dieren aangemerkt al legouderdieren en voor de welzijnsnormen zijn het vleeskuikenouderdieren. Daarnaast stelt de ondernemer dat een te lage bezetting in de winter voor een te lage temperatuur in de stal zorgt. Het Productschap heeft ter zitting aangevoerd dat regelgeving wellicht niet eenduidig is, omdat regelgeving van verschillende instanties bestaat ten aanzien van verschillende onderwerpen. Wat betreft dierenwelzijn zijn er voor legmoederdieren geen aparte welzijnsnormen en deze vallen onder de normen voor vleeskuikenouderdieren. De normen zijn opgesteld in samenspraak met de NVP, de NOP en de Dierenbescherming. Het Tuchtgerecht merkt op dat de ondernemer te allen tijde verantwoordelijk is voor de juiste naleving van de regelgeving op zijn bedrijf. Het is een ondernemersbeslissing om dwergmoederdieren te gaan houden en het is dus ook zijn beslissing om dat op goede wijze te doen, zowel (onder andere) klimaattechnisch als inzake de welzijnsnormen. Naast het sanctioneren van de overtreding van de welzijnsnorm beoogt het Tuchtgerecht het economisch voordeel door middel van het opleggen van een geldboete weg te nemen. Het Tuchtgerecht oordeelt dat in deze zaak betrokkene mogelijk economisch voordeel heeft behaald, aangezien vast is komen te staan dat er op het bedrijf in totaal 1.733 dieren boven de norm werden gehouden, ten aanzien waarvan een geobjectiveerd winstbedrag wordt gehanteerd van € 3,- per dier. Ten aanzien van de overtreding van de welzijnsnorm telt het feit dat het welzijn van alle dieren in stal 1 in het geding is gekomen. Dat is een ernstig feit en het Tuchtgerecht legt hiervoor een geldboete op, deels voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2012:YD0166 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1612

    Betreft het niet beschikbaar hebben van het minimum vloeroppervlak per dier in stal 1 en 2. In totaal 14.638 vleeskuikenouderdieren hebben omgerekend per dier een vloeroppervlak van 1.259,9 cm2 per vleeskuikenouderdier in stal 1 en 1.239,6 per vleeskuikenouderdier in stal 2 gehad in plaats van de vereiste 1.300 cm2. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij – door de afnameplicht bij de opfokker – meer dieren heeft gekregen dan hij had besteld. Het Tuchtgerecht oordeelt dat de ondernemer te allen tijde verantwoordelijk is voor de juiste naleving van de regelgeving op zijn bedrijf. Welke afspraken hij maakt met de opfokker komt voor zijn rekening en risico. Door teveel dieren aan te nemen neemt betrokkene het risico dat de welzijnsnormen worden overschreden. Naast het sanctioneren van de overtreding van de welzijnsnorm beoogt het Tuchtgerecht het economisch voordeel door middel van het opleggen van een geldboete weg te nemen. Het Tuchtgerecht oordeelt dat in deze zaak betrokkene mogelijk economisch voordeel heeft behaald, aangezien vast is komen te staan dat er op het bedrijf in totaal 566 dieren boven de norm werden gehouden, ten aanzien waarvan een geobjectiveerd winstbedrag wordt gehanteerd van € 3,- per dier. Ten aanzien van de overtreding van de welzijnsnorm telt het feit dat het welzijn van alle dieren in stal 1 en 2 in het geding is gekomen. Dat is een ernstig feit en het Tuchtgerecht legt hiervoor een geldboete op, deels voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2012:YD0167 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1712

    Betreft het niet beschikbaar hebben van het minimum vloeroppervlak per dier in stal 1, 2 en 3. In totaal 36.685 vleeskuikenouderdieren hebben omgerekend per dier een vloeroppervlak van 1.227,5 cm2 per vleeskuikenouderdier in stal 1, 1.251,1 cm2 per dier in stal 2 en 1.235,2 per dier in stal 3 gehad in plaats van de vereiste 1.300 cm2. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij – door de afnameplicht bij de opfokker – meer dieren heeft gekregen dan hij had besteld. Het Tuchtgerecht oordeelt dat de ondernemer te allen tijde verantwoordelijk is voor de juiste naleving van de regelgeving op zijn bedrijf. Welke afspraken hij maakt met de opfokker komt voor zijn rekening en risico. Door teveel dieren aan te nemen neemt betrokkene het risico dat de welzijnsnormen worden overschreden. Door de overschrijding van de norm het welzijn van alle dieren – en dus niet alleen van het teveel aan dieren per stal – is geschaad. Alle dieren hebben geleden onder het tekort aan vloeroppervlak. De overtreding wordt aangemerkt als zeer ernstig . Naast het sanctioneren van de overtreding van de welzijnsnorm beoogt het Tuchtgerecht het economisch voordeel door middel van het opleggen van een geldboete weg te nemen. Vast is komen te staan dat er op het bedrijf in totaal 1.745 dieren boven de norm werden gehouden, ten aanzien waarvan een geobjectiveerd winstbedrag wordt gehanteerd van € 3,- per dier.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2012:YD0168 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1912

    Betreft het niet beschikbaar hebben van het minimum vloeroppervlak per dier in de stallen 1 en 2. In totaal 9.457 vleeskuikenouderdieren hebben omgerekend per dier een vloeroppervlak van 1.128 cm2 per vleeskuikenouderdier in stal 1 en 1.129 cm2 per dier in stal 2 gehad in plaats van de vereiste 1.300 cm2. Betrokke houdt dwergmoederdieren en heeft aangevoerd dat de regelgeving bij het ministerie van EL&I anders is dan bij het Productschap. Daarnaast stelt hij dat het economisch en klimaattechnisch (te koud in de stallen) niet haalbaar zou zijn zich te houden aan de welzijnsnorm van 1.300 cm2 per dier. De regelgeving betreft verschillende onderwerpen. Betrokkene heeft gerefereerd aan milieunormen van het ministerie van EL&I. Wat betreft dierenwelzijn zijn er voor legmoederdieren geen aparte welzijnsnormen en deze vallen onder de normen voor vleeskuikenouderdieren. De ondernemer te allen tijde verantwoordelijk voor de juiste naleving van de regelgeving op zijn bedrijf. Het is een ondernemersbeslissing om dwergmoederdieren te gaan houden en het is dus ook zijn beslissing om dat op goede wijze te doen, zowel economisch, klimaattechnisch als inzake de welzijnsnormen. Door de overschrijding van de norm het welzijn van alle dieren – en dus niet alleen van het teveel aan dieren per stal – is geschaad. Alle dieren hebben geleden onder het tekort aan vloeroppervlak. De overtreding wordt aangemerkt als zeer ernstig. Naast het sanctioneren van de overtreding van de welzijnsnorm beoogt het Tuchtgerecht het economisch voordeel door middel van het opleggen van een geldboete weg te nemen. Vast is komen te staan dat er op het bedrijf in totaal 1.365 dieren boven de norm werden gehouden, ten aanzien waarvan een geobjectiveerd winstbedrag wordt gehanteerd van € 3,- per dier.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3349 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 24-2012

    Optreden als gemeenschappelijk advocaat in echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek. Verzuim correcte kinderalimentatieberekening op te stellen, verzuim schriftelijk vastleggen van gevolgen van gewenste regeling aangaande de scheiding en deling van de huwelijksgoederengemeenschap, gebrekkige dossiervoering, waaruit de onzorgvuldige belangenbehartiging jegens klaagster blijkt, schending van de geheimhoudingsplicht jegens klaagster door vertrouwelijke informatie te delen met een kantoorgenoot en te laten gebruiken tegen klaagster in een procedure tot vaststelling van de kinderalimentatie. Klachten gegrond. Schorsing van twee weken

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3350 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 228-2011

    Aan een advocaat komt een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt, welke vrijheid niet ten gunste van de wederpartij mag worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Dit laatste is het geval nu verweerders aan de rechtbank een brief van hun cliënte hebben overgelegd waarin ernstige beschuldigingen aan het adres van klager worden geuit, zonder dat daarmede een redelijk doel werd gediend. Verzet gegrond; klacht gegrond, Maatregel: enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2337 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.255

    Patiënte, a terme voor haar bevalling, wordt met ernstige buikpijn opgenomen in het ziekenhuis. Zij bevalt van een gezonde zoon maar blijft last houden van buikpijn en een bolle buik. Artsen besluiten een dag later tot een operatie waarbij een a-vitaal darmpakket wordt aangetroffen. Zij besluiten tot een abstinerend beleid en patiënte overlijdt. De klacht houdt in dat de aangeklaagde chirurg in zijn zorgplicht is tekortgeschoten ten opzichte van patiënte. Hij had: 1. aan moeten dringen op een zorgvuldige overdracht van patiënte; 2. patiënte zelf moeten bezoeken en onderzoeken; 3. zich op de hoogte moeten stellen van de uitslag van de CT-scan. Het RTG oordeelt alle klachtonderdelen gegrond en legt de chirurg een waarschuwing op. De Inspectie komt in beroep tegen de zwaarte van de opgelegde maatregel en de chirurg dient incidenteel beroep in. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt de Inspectie ontvankelijk in zijn beroep ook nu het alleen is gericht tegen de zwaarte van de aan de arts opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege acht evenals het Regionaal Tuchtcollege alle klachtonderdelen gegrond en legt de zwaardere maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3346 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 119-2012

    Sprake van een financiële situatie die tot zorgen en bedenkingen noopt. Verweerder heeft geen jaarstukken kunnen verstrekken waaruit de financiële situatie van zijn praktijk blijkt en die de zorgen van de raad hieromtrent kunnen wegnemen. Aanwijzingen aanwezig dat verweerder er geen blijk van geeft zijn praktijk behoorlijk te kunnen uitoefenen dat om die reden het verzoek ex artikel 60c Advocatenwet dient te worden toegewezen. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2344 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.359

    .