Zoekresultaten 36071-36080 van de 45238 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2626 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.041
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 07-02-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2626
Klagers verwijten de aangeklaagde gynaecoloog onzorgvuldig te hebben gehandeld bij de behandeling van klaagster en haar ongeboren kind, dat in slechte conditie ter wereld is gekomen en later is komen te overlijden. Zij verwijten de gynaecoloog daarbij het volgende: 1. na het mislukken van de vacuümextractie is er onvoldoende bewaking van het ongeboren kind; 2. er is onvoldoende persoonlijke aandacht geweest voor de situatie van klaagster en haar ongeboren kind gedurende de tijd dat zij in het ziekenhuis was opgenomen. In dat verband wordt de gynaecoloog verweten dat hij de gemaakte CTG’s niet consequent heeft beoordeeld. Het RTG oordeelt de klacht gegrond, legt de arts de maatregel van berisping op en gelast de publicatie na het onherroepelijk worden van de uitspraak. De arts komt in hoger beroep. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing alleen voor zover er een berisping is opgelegd, legt de arts de maatregel van waarschuwing op en gelast de publicatie.
-
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3764 Raad van Discipline Arnhem 12-126
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 17-12-2012
- ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3764
Verzetszaak. Klacht tegen advocaat wederpartij van klagers die zijn veroordeeld om bedragen te betalen aan de cliënten van verweerster. Grote mate van vrijheid bij de advocaat van de wederpartij. Onvoldoende concretisering klachten en geen nieuwe gezichtspunten in verzet. Afwijzing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA3778 Raad van Discipline Amsterdam 12-126A + 12-127A + 12-128A
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 06-02-2013
- ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA3778
Klacht tegen eigen advocaat. Klager beklaagt zich over het feit dat (i) verweerder sub 1 hem niet heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van executie van een vonnis dat nog niet in kracht van gewijsde is gegaan, (ii) verweerster sub 2 hem niet heeft gewezen op de mogelijkheid van cassatie en (iii) verweerster sub 3 heeft verzuimd om een zaak te observeren. Alle klachten zijn gegrond. Jegens verweerster sub 2 wordt geen maatregel opgelegd nu klager niet in zijn belangen is geschaad. De andere verweerders wordt de maatregel waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2620 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.376
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 29-01-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2620
Klaagster is onder behandeling van verweerder, dermatoloog. Wanneer zij zonder huisarts raakt wendt zij zich ook voor eerstelijnshulp tot het ziekenhuis waar de dermatoloog werkzaam is. Het ziekenhuisbestuur besluit deze situatie voor drie maanden te laten voortduren waarna klaagster alleen voor spoedeisende respectievelijk noodzakelijke zorg in het ziekenhuis terecht kan. In deze periode van drie maanden wordt klaagster geacht een nieuwe huisarts te vinden, wat haar niet lukt. Klaagster verwijt verweerder dat haar gezondheid ernstig wordt geschaad doordat verweerder verdere behandeling van klaagster belemmert en weigert. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af en het beroep van klaagster wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2633 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.241
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 07-02-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2633
Klaagster verwijt de aangeklaagde gynaecoloog dat zij de diagnose endometriumcarcinoom heeft gemist. Ter toelichting daarop heeft klaagster aangevoerd dat, indien direct een goede diagnose was gesteld aan de hand van onderzoek dat nota bene door haar zelf aanhoudend gevraagd was, vroegtijdig ingegrepen had kunnen worden waardoor een veel minder levensbedreigende en belastende situatie voor klaagster was ontstaan. Het RTG acht de klacht deels gegrond en legt de gynaecoloog de maatregel van waarschuwing op. Klaagster komt in beroep tegen het ongegrond verklaarde deel ( m.b.t. het eerste consult) van haar klacht. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagster verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2614 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.183
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 22-01-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2614
Klacht: Klaagster is patiënt geweest in de praktijk van verweerster, huisarts. Klaagster heeft zich tot de huisarts gewend i.v.m. blaasklachten. De klacht houdt in dat de huisarts in strijd heeft gehandeld met de zorg die zij jegens klaagster had behoren te betrachten door in de periode van september 2009 tot en met juni 2010 onvoldoende aandacht te besteden aan de blaasklachten van klaagster, als gevolg waarvan zij nu met een katheter dient te leven. RTG Amsterdam: Klacht afgewezen. CTG: verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2627 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.038
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 07-02-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2627
Psychiater is door de behandelend geriater van de (schoon)vader van klagers gevraagd om de wilsbekwaamheid ten aanzien van diens euthanasiewens te beoordelen en om te beoordelen of er sprake was van een depressie. Klagers verwijten de psychiater dat hij niet tot het oordeel wilsonbekwaamheid had mogen komen, dat hij op ondeskundige en onzorgvuldige wijze tot zijn oordeel is gekomen en dat hij is tekort geschoten in de bejegening. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers ontvankelijk verklaard, de klacht in alle onderdelen gegrond verklaard en verweerder de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2608 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.421
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 22-01-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2608
Klacht: Klaagster is de dochter van patiënte die door de huisarts op 22 oktober 2010 is doorverwezen naar de SEH van het ziekenhuis wegens COPD exacerbatie. Patiënte is diezelfde dag opgenomen op de IC-afdeling alwaar een behandeling is gestart. Vanaf 23 oktober is verweerder, internist-intensivist, bij de behandeling van patiënte betrokken. Op 24 oktober heeft klaagster een volmacht alsmede een verklaring van patiënte overgelegd houdende een euthanasieverzoek en een onthouding van toestemming voor verdere medische behandeling. Op 27 oktober is de behandeling gestaakt. Patiënte is enkele uren daarna overleden. Klaagster verwijt verweerder dat hij: 1. Geen uitleg of verklaring heeft gegeven voor de plotseling verslechterde toestand van patiënte; 2. Niet heeft uitgelegd waarom het aanbrengen van de beademing drie uur moest duren; 3. Geen gehoor heeft gegeven aan de wens van patiënte tot niet behandelen; 4. Geen contact heeft gezocht met een collega-intensivist i.v.m. met de afspraken die de familie over de duur van de behandeling met deze laatste hadden gemaakt; 5. Vanaf 26 oktober geweigerd heeft een kopie van het medisch dossier van patiënte over te leggen; 6. Een verklaring van natuurlijke dood heeft ondertekend; 7. Zich onbeschoft en eigengereid heeft gedragen. RTG Groningen: Niet-ontvankelijk: 1, 2, 5, Ongegrond: 4, 6, Gegrond: 3, 7, waarschuwing CTG: De arts gaat in hoger beroep tegen de beslissing van het RTG voor zover daarin de klachtonderdelen 3 en 7 gegrond zijn verklaard. Het CTG vernietigt de beslissing voor zover de klachten gegrond zijn verklaard en verklaart de klachtonderdelen 3 en 7 alsnog ongegrond. De aan de arts opgelegde waarschuwing komt hiermee te vervallen. In het door klaagster ingestelde incidenteel beroep wordt de beslissing van het RTG ten aanzien van klachtonderdelen 1,2 en 5 bevestigd.
-
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3765 Raad van Discipline Arnhem 12-93
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 17-12-2012
- ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3765
Klacht tegen advocaat wederpartij in verband met een onnodig grievend e-mailbericht aan klager dat grof beledigend zou zijn en dat klager ten onrechte zou beschuldigen van een (ernstig) strafbaar feit. De raad acht de formulering van de gewraakte e-mail ongelukkig, maar niet zodanig kwetsend dat deze als onnodig grievend of beledigend is te kwalificeren. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2013:YF0481 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2011/113
- Datum publicatie: 08-02-2013
- Datum uitspraak: 17-01-2013
- ECLI:NL:TDIVTC:2013:YF0481
Beklaagde wordt verweten dat hij veterinair onjuist heeft gehandeld terzake de toepassing van het diergeneesmiddel Nandrosol en dat hij in dat kader tevens niet aan administratieve voorschriften heeft voldaan. Gegrond met onvoorwaardelijke boete van € 1.000,--.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 3607
- Pagina: 3608
- Pagina: 3609
- ...
- Pagina: 4524
- Volgende pagina zoekresultaten