Zoekresultaten 20431-20440 van de 45087 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:152 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-311

    Voorzittersbeslissing: klager beklaagt zich over de gang van zaken bij het onderzoek door de deken naar zijn klacht jegens mr. T. De voorzitter is van oordeel dat het verweerder op grond van de voor hem geldende regelingen - in zowel in de Advocatenwet als in de Leidraad, waaronder het bepaalde in artikel 3.4 - vrij stond om aan mr. T. nader uitstel te verlenen zoals hij om hem moverende redenen heeft gedaan en tevens om de daarna te laat ontvangen reactie van mr. T. alsnog aan het klachtdossier voor de raad van discipline toe te voegen. Een deken heeft immers een grote vrijheid om een klacht te onderzoeken zonder daarbij gebonden te zijn aan dwingende bepalingen en termijnen. Anders dan klager stelt, bestaat geen verplichting voor een deken om een klacht op verzoek van een klager direct door te zenden naar de raad van discipline. Integendeel, op grond van de in deze geldende regelingen als door verweerder genoemd, was verweerder juist verplicht om de klacht van klager jegens mr. T. eerst te onderzoeken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1739a

    Klager verwijt verweerster kokervisie en zware nalatigheid ten gevolge waarvan zijn echtgenote is overleden. Verweerster, dienstdoende op huisartsenpost, heeft telefonisch consult met patiënte vanwege lage rugpijn. Verweerster kon gelet op vragen, bevindingen in medisch dossier tot standpunt komen dat er geen noodzaak was tot doen van nader onderzoek. Voordat pijnmedicatie is voorgeschreven is patiënte uitgevraagd over eventuele contra-indicaties voor dit medicijn. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:146 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-286

    Naar het oordeel van de voorzitter heeft klager wat betreft klachtonderdeel a) tijdig geklaagd en is hij daarin ontvankelijk. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder fouten heeft gemaakt bij de waardering voor de boedelverdeling of bij berekening van de hoogte van de alimentatie. Ten aanzien van de overige verwijten over de alimentatieprocedure is klager niet-ontvankelijk op grond van art. 46g lid 1 sub a Advocatenwet, nu een beroep op verschoonbare termijnoverschrijding niet slaagt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:179 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170250

    Verzoek om aanwijzing van een advocaat ex artikel 13 Advocatenwet. Klager is door de rechtbank veroordeeld tot betaling van een geldsom en heeft hoger beroep ingesteld. Zijn advocaat heeft zich korte tijd na indiening van de memorie van grieven onttrokken. Klager heeft zich tot de deken gewend omdat hij een advocaat benodigd heeft die voor hem pleidooi kan vragen aan het hof. De deken heeft het verzoek afgewezen. Het hof acht het beklag van klager gegrond. Kllager wordt in een lopende hoger beroepprocedure niet meer door een advocaat vertegenwoordigd. De zaak staat inmiddels voor arrest, maar de kans op pleidooi is niet volledig uit te sluiten. De bewaking van de procedure en de afwikkeling van de zaak maken het noodzakelijk dat klager door een advocaat wordt bijgestaan.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:140 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-481

    Voorzittersbeslissing. Verweerder mocht als partijdige belangenbehartiger de stellingen en feiten innemen namens zijn cliënte in de bestuursrechtelijke procedure en in dat kader de kwaliteit van de door klaagster verstrekte opdrachten aan een onderzoeksbureau ter discussie stellen. De door verweerder daarbij gebruikte bewoordingen zijn toegestaan bezien binnen de context van het gevoerde debat. Geen sprake van grievende uitlatingen jegens klaagster. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen vp2017/09

    Klager, de voormalige werkgever van verweerster, verwijt verweerster grensoverschrijdend gedrag. Verweerster liet twee bewoners van de instelling, die een relatie met elkaar hebben, elkaar helpen met douchen. Dit gebeurde op verweersters initiatief en zonder overleg met de persoonlijke begeleiders en het team. Ook heeft zij een geluidsopname gemaakt van het gezamenlijk douchen en dit aan collega’s laten horen. Klacht deels gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/062

    Klaagster is moeder van een 15-jarige zoon. Zij heeft hulp voor haar zoon gezocht in verband met psychische problemen. Aldus is de zoon onder behandeling gekomen van verweerster. Verweerster heeft de diagnose Pediatric Condition Falsification / Munchhausen by Proxy gesteld. Volgens klaagster heeft verweerster deze diagnose ten onrechte gesteld en zonder de contra-indicaties voor die diagnose erbij te betrekken. Voorts heeft verweerster volgens klaagster onder meer in strijd met artikel 8 EVRM gehandeld door medische informatie over haar en haar zoon zonder toestemming aan derden door te spelen. Verweerster voert verweer.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2017/03

    Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog. Klaagster heeft vier kinderen die allen uit huis geplaatst zijn. In het kader van een rechtszaak om de kinderen eventueel weer thuis te plaatsen heeft verweerster in opdracht van de rechtbank een deskundigenrapportage opgesteld, waarin zij tot de conclusie is gekomen dat klaagster een persoonlijkheidsstoornis heeft en thuisplaatsing van de kinderen niet in hun belang is. Klaagster heeft een klacht ingediend, omdat zij zich niet kan vinden in de inhoud van verweersters rapportage. Daarnaast is zij van mening dat verweerster er te lang over heeft gedaan om de rapportage op te stellen. Voorts vindt klaagster dat verweerster te weinig tijd voor klaagster heeft uitgetrokken, zeker om tot zo’n vergaande conclusie te kunnen komen en dat verweerster haar beroepsgeheim heeft geschonden door met derden over de rapportage te spreken. De klacht is gemotiveerd betwist door verweerster. Het college verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen vp2017/07

    Klacht van de IGZ tegen voormalig verpleegkundige. Verweerster wordt verweten dat zij een patiënt ten aanzien van wie een volledig (reanimeer)beleid was afgesproken niet heeft gereanimeerd toen hier aanleiding toe bestond. Ook heeft zij ten onrechte aan twee collega’s meegedeeld dat patiënt niet gereanimeerd moest worden. Voorts heeft zij verzuimd van haar eigenhandige beslissing om niet te reanimeren verslag te leggen in het medisch dossier van patiënt. Het college verklaart de klacht in zijn geheel gegrond en rekent een en ander verweerster zwaar aan. Het college oordeelt dat verweersters verweten handelen dusdanig ernstig is dat haar BIG-registratie dient te worden doorgehaald.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:169 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-222 DB/LI

    In strijd gehandeld met gedragsregel 17 door de rechtbank in het verzoek om aanhouding in strijd met de waarheid voor te lichten. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager te beschuldigen van het aanzetten van zijn cliënt tot het indienen van een klacht tegen verweerder, nu verweerder dit verwijt heeft ingetrokken. Deels gegrond, deels ongegrond. Mede gelet op tuchtrechtelijk verleden: berisping.